Minister Henk Staghouwer wil thuis niet bezocht worden door boeren. ‘Ik ben verantwoordelijk voor wat ik in mijn functie doe en niet mijn vrouw’

De Groninger voelt zich niet geïntimideerd of bedreigd. Over zijn beveiliging kan en wil Staghouwer niet spreken. ,,Het is een onderdeel van je leven geworden. Maar het is niet bepalend in mijn rol als minister in Nederland. In mijn werk laat ik me er niet door beïnvloeden. Anders kan ik niet functioneren.’’

Thuis op het Groningse platteland laten mensen hem met rust. De beveiliging is niet heel opzichtig. ,,Waar ik woon merken ze er niets van hoor. Ik heb er ook geen moeite mee om daar te zijn. Het leven in het dorp gaat gewoon door. Gelukkig wel.’’ Dat boeren er niet in slaagden hem vrijdag na een werkbezoek in Snelrewaard klem te rijden, had niets met zijn beveiliging te maken. ,,Ik ben niet eerder weggegaan. Het was een programma van een uur. We waren klaar. Als de boeren me wel klem hadden gereden, was ik gewoon het gesprek met ze aangegaan. Dat doe ik altijd en dat blijf ik ook doen. Waar dan ook.’’

Dat het stikstofbeleid en de gevolgen voor de landbouw er bij de boeren inhakken, begrijpt hij donders goed. De kaart die gepubliceerd werd met regio’s waar de intensieve landbouw drastisch wordt verminderd, leidde tot heftige taferelen. ,,Zo’n kaart brengt een gigantische dynamiek met zich mee. Het drukte ons verhaal over het perspectief voor de landbouw weg.’’

Staghouwer voelt mee met zijn collega minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) die vrijdagavond thuis door protesterende boeren werd bezocht. Ze schrok en vond de actie veel te ver gaan. ,,Dat gaat mij net zo. Boeren moeten de menselijke en de zakelijke situatie scheiden. Het kan niet zo zijn dat je thuis geconfronteerd wordt met je werk. Ik ben in functie verantwoordelijk en niet mijn vrouw.’’

In 2019 stond ook Staghouwer als gedeputeerde oog in oog met boze boeren die de deur van het provinciehuis forceerden. ,,Ik laat geen mogelijkheid onbenut om met boeren te spreken over de toekomst van hun bedrijf. Sterker nog, ik zit nu in de auto en ben alweer op weg.’’