Johan Hogenbrink en zijn kleindochter Sophia. Foto: privé-archief
Johan Hogenbirk uit Haren was onderwijzer in hart en nieren. Hij legde bij zo’n 1500 basisschoolleerlingen in Groningen, Haren en op Aruba de kiem voor hun levens. Je zou met enig gevoel voor symboliek zelfs kunnen zeggen dat hij in zíjn zesde klas overleed.
Riiing. Je kon er de klok op gelijkzetten. Had het gezin Hogenbirk zich net aan tafel genesteld voor het avondeten, rinkelde de telefoon. Alwéér. Zodra de vader des huizes had opgenomen, begonnen de kinderen demonstratief met hun bestek te rammelen. De hint werd aan de andere kant van de lijn vaak wel begrepen. ‘O sorry, jullie gaan net eten?’ ‘Geeft niet’, zei Johan Hogenbirk dan. ‘Waar kan ik mee helpen?’
Johannes Henderiekus Hogenbirk uit Haren was een veelgevraagd en drukbezet man. Altijd geweest. Hoewel hij dankzij zijn ‘tropenjaren’ in 1991 met de vut (vervroegde uittreding) mocht, zat hij ook daarna nooit stil.
De betrekkelijkheid van goed en kwaad
Als telg van een katholiek Gronings-Drents gezin wordt hij in 1930 geboren in Groningen. De familie Hogenbirk verhuist naar Assen, waar Johans vader als verzekeringsinspecteur werkt in de provincie Drenthe. In de Tweede Wereldoorlog is Johan als schooljongen misdienaar bij een Duitse aalmoezenier in Assen. De legerpriester is een graaf die in dienst is van de Wehrmacht. Oudste zoon Kees stelt in zijn lijkrede dat zijn vader in die oorlogsjaren de betrekkelijkheid van goed en kwaad leert inzien.
Hij hamert op grijstinten. Op de grote ruimte tussen zwart en wit. Op begrip voor de ander. Als Johan decennia later met zijn gezin in de auto zit, worden ze eens opgejaagd door een andere automobilist. Terwijl vrouw Joke en zijn kinderen afgeven op de wegpiraat, neemt Johan de boosdoener in bescherming. Wat als die meneer misschien wel heel snel naar het ziekenhuis moest omdat zijn vrouw ligt te bevallen?
Na de oorlog keert het gezin vanuit Assen terug in Groningen. Johan gaat werken op het graankantoor van de Elevator Maatschappij aan de Oosterkade. Hij zit aan het bureau en ziet met eigen ogen hoe karig de zwoegende arbeiders in het pakhuis betaald worden. In die jaren legt hij de basis voor zijn gevoel van sociale solidariteit. Dat hij supporter wordt van Feyenoord, club van harde werkers, kan geen toeval zijn.
Van Groningen naar Aruba
Na een militaire dienstplicht van twee jaar bij de Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn wordt hij even klerk bij de griffie van het Kantongerecht in Groningen. Maar Johans roeping is ontegenzeggelijk het onderwijs. Hij behaalt in 1956 zijn diploma en trouwt in datzelfde jaar met zijn verloofde Joke.
Johan wordt leerkracht op de roomskatholieke school voor jongens en meisjes (in de volksmond: Achter de A-kerk) aan de Schoolholm. Op het Avondlyceum behaalt hij in 1961 op zijn dertigste de akte om schoolhoofd te kunnen worden. Enkele studievrienden zijn dan al naar de Nederlandse Antillen gereisd. In 1965 gaan Johan en zijn gezin - ze hebben dan drie kinderen - hen achterna naar Aruba. Daar komt hij in Dakota, een volksbuurt bij Oranjestad, voor de klas te staan.
Johan Hogenbirk met zijn gezin op Aruba, ca. 1969. Foto: privé-archief
Johan wil dat zijn kinderen het beste middelbare onderwijs krijgen. Dus keert het gezin na zes jaar zoals gepland terug naar Nederland. Johan wordt benoemd tot hoofd van de katholieke Sint-Nicolaasschool in Haren. Al zijn vier kinderen zullen les van hem krijgen in de zesde klas. Net als alle andere leerlingen noemen ze hem ‘meneer’. Johan wil absoluut geen ‘meester’ genoemd worden. Niemand, zegt hij, is meester over een ander. Hooguit over een hond.
Hoge cijfers
In twintig jaar tijd meldt hij zich geen enkele keer ziek. De cijfers van zijn leerlingen in de zesde klas zijn opvallend hoog. Bijna iedereen krijgt een havo/vwo-advies. Johan klopt zichzelf niet op de borst en wijst op hun afkomst en milieu. De ouders wonen vaak niet voor niks in villadorp Haren.
Ook na zijn grote afscheidsfeest in 1991 blijft hij zeer actief in het dorpsleven. Zo is en blijft hij lector in de Sint-Nicolaaskerk, vervult hij verschillende bestuursfuncties en is hij jaarlijks spreker bij de oorlogsgraven op 4 en 5 mei.
Maar daar blijft het niet bij. Zoon Kees is homoseksueel, een van de redenen waarom Johan zich samen met Joke inzet voor de Stichting Ouders van Homoseksuele Kinderen. Hij wordt de meest gevraagde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in Haren, ook omdat hij razend populair is bij stellen die vanaf 2001 een homohuwelijk kunnen sluiten.
Enkele weken voor zijn overlijden wordt hij nog de held van een stripverhaal dat vier leerlingen van het Harens Lyceum maken. In de strip hebben aliens het geheugen van de kinderen op Aruba afgepakt. Johan, alias ‘Super Birkie’, keert daarom terug naar het eiland om de lege hoofden van de kinderen weer te vullen met kennis. Als hij door de makers van de strip wordt geïnterviewd, kan hij het uiteraard niet laten om ze en passant nog wat taallessen bij te brengen.
Johan Hogenbirk en zoon Kees. Foto: privé-archief
Dierbare plek
Het bitterzoete van het verhaal is dat Johan zelf ook geheugenproblemen krijgt. Hij verhuist vorig jaar met Joke naar het fonkelnieuwe zorgcentrum Westerholm aan de Irenelaan in Haren. Op die grond stond ook de gesloopte Sint Nicolaasschool, de plek waar Johan het grootste gedeelte van zijn werkzame leven doorbracht.
Sterker nog: het appartement van Johan en Joke ligt exact op de plek waar eens de zesde klas van Johan zich bevond. Het uitzicht op de Sint Nicolaaskerk is identiek. Zou het toeval zijn?
Op een voor hem zo speciale plek overlijdt Johan Hogenbirk op 14 september aan hart- en nierfalen. Hij wordt 92 jaar en op vrijdag 22 september herdacht in de Sint Nicolaaskerk in Haren. Onderwijzer blijft hij ook na zijn dood. De meneer die zo’n 1500 leerlingen klaarstoomde voor de middelbare school stelt zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap.