Klaaske Boven, Jantje Krol en Elly Hamster zijn vrijwilligers in het hospice van Winschoten dat een beddentekort heeft. Foto: Archief/Huisman Media
Het aantal hospicebedden in de provincie Groningen moet worden verhoogd. Alleen zo kan ook in de toekomst in de behoefte worden voorzien.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de huidige hospicezorg in Nederland en de verwachte toekomstige behoefte daaraan. De resultaten ervan staan in een rapport dat is uitgebracht door de Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Nederland. Die behartigt de belangen en ondersteunt organisaties die terminale zorg leveren met vrijwilligers.
Laatste fase van het leven
Het rapport stelt dat Groningen 39 hospicebedden heeft. Bedden dus waarop zieke mensen de laatste fase van hun leven doorbrengen. Die bedden staan niet alleen in de op veel vrijwilligers draaiende hospices in de provincie, de zogenoemde Bijna Thuishuizen (die bevinden zich in de stad Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Hoogezand, Leek en Appingedam) maar ook in enkele zorgcentra/voorzieningen waar steeds professionals aanwezig zijn.
Dat aantal bedden is momenteel al niet altijd voldoende. Het gebeurt soms dat een hospice nee moet zeggen tegen een verzoek om opname vanwege een gebrek aan ruimte.
Mensen met migratieachtergrond
In de toekomst zal dat probleem groter worden als er geen bedden bijkomen, voorspellen de rapportmakers. Op basis van de toenemende vergrijzing en sterftecijfers zal de behoefte aan opname in een hospice groeien en zullen er in de provincie op den duur, rond 2040, zeker 48 bedden nodig zijn. En bepaalde mogelijke maatschappelijke ontwikkelingen (denk aan een een grotere behoefte bij mensen om zelf het levenseinde te regisseren, een groter aantal mensen met een migratieachtergrond dat een beroep doet op een hospice) kunnen tot gevolg hebben dat er zelfs 63 bedden nodig zijn.
Jacqueline Tijhaar en Hilde Westerhuis zijn de coördinatoren van het Netwerk Palliatieve Zorg Groningen en stellen dat het rapport inderdaad de trend van een groeiende behoefte aan bedden vaststelt. ,,En inderdaad komt het nu soms al voor dat enkele hospices een beddentekort hebben en met wachtlijsten werken. Waarbij anderen soms leegstand hebben. Wat we overigens ook zien, is een dalende trend waar het om het aantal vrijwilligers gaat. Binnen Ligare, een consortium van organisaties in Noord-Oost-Nederland die zich met palliatieve zorg bezighouden, gaan we kijken, samen met hospices, hoe we in de toekomst kunnen regelen dat mensen voor deze manier van sterven kunnen blijven kiezen.’’
‘We hebben 54 keer nee moeten verkopen’
Trijnko Pelgrim hoopt dat dit overleg iets oplevert. Hij is de voorzitter van het hospice Sint Maartenshuis in Winschoten waar de beddenproblematiek erg groot is. ,,We hebben slechts twee bedden’’, zegt hij. ,,Vorig jaar hebben we 25 gasten opgevangen maar aan 54 mensen nee moeten verkopen. Simpelweg omdat we geen ruimte hadden.’’
Het Sint Maartenhuis is gevestigd in het woonzorgcentrum Vondelhuys. ,,Daar is uitbreiding niet mogelijk’’, zegt Pelgrim. ,,Daarom zoeken we naar een ander onderkomen elders in Winschoten, een locatie voor vier bedden. We hebben de gemeente Oldambt gevraagd mee te denken.’’ Wethouder Erich Wünker zegt daartoe zeker bereid te zijn. ,,Deze kwestie staat bij ons op de agenda, wij kijken ook of er een geschikte plek is.’’
Financiën zijn wel een groot probleem
Niet in alle hospices is de ‘beddennood’ zo groot als in dat in Winschoten. In het Tineke Breiderhuis, het hospice in Stadskanaal, hoeft volgens penningmeester Jaap Duit geen nee worden verkocht. ,,We hebben drie bedden en hoeven niet te werken met een wachtlijst. Bij ons zijn de financiën wel een groot probleem.’’
Hospices krijgen van het rijk een bedrag per opgenomen gast. ,,Het gaat om één bedrag en dan maakt het niet uit of iemand twee dagen bij ons verblijft of dertig’’, zegt Duit. ,,Die methode vind ik niet goed. Een basisbedrag en vervolgens een som per verpleegdag, dat zou beter zijn. Want met de huidige wijze van vergoeden door het rijk schrijven wij, met hogere huurlasten en hogere loonkosten voor onze coördinatoren, rode cijfers.’’