De invulling van de nieuwe wijk De Suikerzijde in Groningen. Illustratie: Gemeente Groningen
De Raad van State ziet geen reden om het bouwrijp maken van de toekomstige woonwijk Suikerzijde-Noord in Groningen voorlopig stil te leggen.
Met een spoeduitspraak maakt de hoogste bestuursrechter de weg vrij voor voorbereidende werkzaamheden voor de eerste 750 woningen in het oostelijke deel van het voormalige suikerfabriekterrein.
In totaal moeten er in Suikerzijde zo’n 5000 woningen (waarvan 2000 in Suikerzijde-Noord) komen plus andere voorzieningen, wegen en openbaar vervoer.
Pas op de plaats
Natuur- en Milieufederatie Groningen (NMG) eiste eerder bij de Raad van State een pas op de plaats om meer onderzoek te doen naar zeldzame en kwetsbare dieren in het gebied, waar de natuur zich de afgelopen jaren flink heeft ontwikkeld. Volgen NMG komen in het natuurgebied veel meer kwetsbare dieren voor dan alleen de geoorde fuut en de water- en meervleermuis.
Voor die soorten legt de gemeente Groningen 30 hectare natuurcompensatiegebieden aan ten noorden en ten zuiden van het woningbouwgebied. Verder komt er nog een compensatiegebied voor weidevogels rond Leegkerk.
De Raad van State vindt dat de gemeente Groningen voldoende doet om het verloren leef- en foerageergebied van fuut en vleermuizen te compenseren. Ook heeft de natuurorganisatie niet keihard aangetoond welke kwetsbare dieren Groningen over het hoofd zou hebben gezien.
Woningnood is hoog
Het voorstel van NMG om alleen in het oostelijke deel in grotere dichtheid woningen te bouwen, om zo het westelijke deel voor de natuur te behouden, heeft de gemeente al eerder afgewezen. Want de woningnood is te hoog en het Suikerzijdegebied vormt een ‘natuurlijk gat’ in de stedelijke structuur van Groningen, aldus de bestuursrechter.
Wel houdt de Raad van State de gemeente en ontwikkelaar aan de gemaakte werkafspraken. Dat betekent dat voor 1 maart 2022 niet met de bouw mag worden begonnen. Als dat om wat voor reden dan ook toch nodig mocht zijn, moeten zij de NMG daarvan direct op de hoogte stellen.
Later dit jaar of begin 2022 volgt er nog een bodemzaak waarin de hoogste bestuursrechter dieper op de bezwaren van de natuurorganisatie zal ingaan.