Een kamer over in de gemeente Groningen? Stichting Kamers met Aandacht zoekt woonruimte voor jongeren die 'nog een laatste steuntje in de rug nodig hebben'
Ter illustratie. Foto: Stichting Kamers met Aandacht
Een echtpaar waarvan de kinderen net het huis uit zijn, een eenzame oudere of studenten die nog een lege kamer hebben. Stichting Kamers met Aandacht hoopt dat die mensen zich aan zullen melden voor een nieuw project in de gemeente Groningen: de stichting is op zoek naar minstens tien kamers om kwetsbare jongeren (18-23 jaar) in onder te brengen.
Zelfstandig kunnen wonen, maar niet aan je lot overgelaten worden. Dat is de inzet van de Stichting Kamers met Aandacht. Maandag zijn zij begonnen met de werving van inwoners van de gemeente Groningen die een kamer willen verhuren aan kwetsbare jongeren. Doel is dat de kamerverhuurder een jongere een veilige woonplek biedt en ondersteuning biedt als daar behoefte aan is. Het gaat om jongeren met een studie of werk die zelfstandig kunnen leven, maar nog wel een laatste steuntje in de rug kunnen gebruiken.
Het project loopt al in 43 andere gemeenten in Nederland, maar de gemeente Groningen beleeft de noordelijke primeur. ,,We hopen dat het initiatief zich als een olievlek gaat verspreiden, want dit probleem speelt overal”, benadrukt Ruth Admiraal, coördinator voor de regio Groningen. ,,We starten nu met de gemeente Groningen en gaan de komende tijd kijken hoe de samenwerking met jeugdzorgorganisaties verloopt. Het zou mooi zijn als later ook de andere gemeenten in de provincie mee gaan doen.”
Ondersteunen
Stichting Kamers met Aandacht bestaat nu twee jaar en heeft sinds het bestaan 52 kwetsbare jongeren onder weten te brengen bij iemand in huis. Dat kan bij een gezin waarvan de kinderen net het huis uit zijn en die daardoor lege slaapkamers hebben, een oudere die eenzaam en alleen woont of zelfs in een studentenhuis. ,,Een mooi voorbeeld is dat in Utrecht twee jongeren bij drie studenten zijn gaan wonen. Die studenten zijn onze vrijwilligers en zij ondersteunen de jongeren als en waar dat nodig is”, legt Admiraal uit.
Het gaat niet om jongeren met zware problemen of die kampen met een verslaving. Deelnemers aan het project zijn jongeren die geen sociaal vangnet hebben om op terug te vallen. ,,De meeste jongeren gaan op kamers en kunnen altijd hun ouders bellen als het even niet goed gaat of wanneer ze heel simpel willen weten hoe je aardappels moet koken. Dat geldt niet voor iedereen. Dit zijn jongeren uit de jeugd- of pleegzorg die thuis niet terecht kunnen. Zij dreigen naar een opvang te moeten of zelfs dakloos te worden.”
Net wat minder geluk
Dat zou zonde zijn volgens Admiraal, want het zijn volgens haar ‘jongeren die net even wat minder geluk hebben gehad’. Voordat een jongere woonruimte krijgt toegewezen, wordt eerst goed gekeken of verhuurder en jongere een match zijn. ,,We houden 26 januari een informatiebijeenkomst en we doen intakegesprekken thuis bij de mensen die zich hebben aangemeld. Ook bekijken we de kamer en bespreken we hoeveel ondersteuning en aandacht een verhuurder bereid is om te geven. Het moet van alle kanten goed voelen.”
De stichting richt zich met name op huiseigenaren, maar is ook in gesprek met woningcorporaties. Mensen die in een huurhuis wonen, mogen vaak vanwege regelgeving geen kamers onderverhuren. ,,Woningcorporaties staan daar wel open voor merken we en dat is mooi. Het doel van dit project is om iedereen de kans te bieden om mee te doen, dus ook mensen die een huis huren. De woningnood is overal in Nederland groot en er zijn zoveel huizen waarvan heel wat kamers niet worden gebruikt. Dan is dit een mooie oplossing.”
Admiraal hoopt dat er in september minstens tien jongeren woonruimte hebben gevonden in de gemeente Groningen. ,,Dat lijkt niet zoveel en die reactie krijg ik ook regelmatig, maar zo gemakkelijk is het echt niet”, benadrukt de regiocoördinator. ,,Veel mensen vinden het een grote stap om een vreemde in huis te nemen. Er rust een taboe op en dat gaat in de hoofden van mensen zitten. Maar we hopen dat we met dit project en alle voorbereidingen die we treffen voor een ‘match’ de drempel een stuk lager kunnen krijgen.”