Adrillen is de drukste reünie van Oost-Groningen, Piet Bos voor de 40ste keer trompettist op de najaarsmarkt. Zeven uur de lippen tuiten na twee jaar stilstand
Na twee jaar klinkt er weer een kanonschot door de Langestraat voor het stadhuis. De opening van de 205de Adrillen is een feit. Eigen foto
De grootste reünie van Oost-Groningen. Zo mag Adrillen, de grootste najaarsmarkt van Groningen, genoemd worden. Na een gedwongen coronapauze was het weer leuk elkaar te ontmoeten.
Om tien uur ‘s morgens wandelen al horden mensen door de Winschoter binnenstad. Alsof ze op het startschot hebben gewacht. Zomaar enkele flarden van gesprekken: ‘We mogen weer. Mooi hè, eindelijk. Maar met corona gaat het niet goed. Dit pakken we mooi even mee. Morgen kan alles weer anders zijn.’
Een blijmoedig gezelschap voor de boemel door de koopstad
Als Cora-Yfke Sikkema, burgemeester van Oldambt, om tien uur het lont aansteekt voor het traditionele kanonschot, gaat een blijmoedig gezelschap op weg voor de traditionele boemel door de koopstad.
Sikkema hoopt dat het voor veel bezoekers een gezellige dag wordt en dat het leuk is om elkaar weer te zien. Veel maatregelen heeft de gemeente niet genomen. De marktkramen staan iets verder uit elkaar dan gewoonlijk, maar dat kan ook, want er zijn 93 standhouders op Adrillen afgekomen. Enkele tientallen minder dan normaal. Maar gezien de belangstelling is het aantal standhouders niet steekhoudend voor een prachtige opkomst.
Of is het voor menigeen toch het weerzien na twee jaar? Spelen sentiment en historie toch een voorname rol? Tradities in ere houden is o zo belangrijk. Hoewel? Vroeger was alles toch mooier. Toen had je de paarden op het Marktplein. Nu zijn daar de autoscooters.
Voor de veertigste keer flaneren met de band
Voor Sievert Bos (75) is de 205de editie van Adrillen een mijlpaal. Voor de veertigste keer flaneert hij met zijn muziekbroeders, deze keer de Mill Rose Jazzband, door de straten. Bos bespeelt de trompet. En hoe!
Bos geniet zichtbaar. Tuit weer eens de lippen, zet aan en grijnst naar het publiek. Zijn collega op de banjo, Pangkay, is al 81 maar speelt er ook lustig op los. Er zit geen sleet op de jazzband. Of toch? ,,Het valt niet mee om de draad weer op te pakken. De lippen zijn gevoelig, maar spelen verleer je nooit”, erkent Bos.
Twee jaar heeft hij niet opgetreden, vanwege corona. ,,En dan in één keer binnen 24 uur heb ik drie optredens. Zondagmiddag heb ik enkele uren gespeeld op de braderie in de Winschoter binnenstad. Zondagavond een uurtje of drie op de Bremer Freimarkt. ‘s nachts nog naar huis gereden, want maandagmorgen weer vroeg op voor Adrillen. Al met al tel ik zo zeven uur, maar gelukkig mogen we weer.”
En dan is er de traditionele kop snert. Dat hoort ook bij Adrillen. Op naar editie 206.