Jochen Mierau, hoogleraar Economie van de Volksgezondheid, ziet zowel voordelen als valkuilen bij commerciële partijen in de zorg. Foto: Mariska de Groot
Langzaam groeit in Noord-Nederland het aandeel van commerciële zorgaanbieders. Geen slechte zaak, vindt hoogleraar Jochen Mierau. Maar valkuilen zijn er ook.
Een kliniek in Assen die zich richt op sterilisatie bij mannen, verschillende vestigingen van Bergman Clinics, waar je je kunt laten helpen aan bijvoorbeeld staar of een prothese aangemeten krijgt. In Noord-Nederland loopt het nog niet over van de commerciële organisaties die zorg aanbieden waarvoor je ook in het ziekenhuis terecht komt, maar hun aandeel neemt wel toe.
,,In de jaren negentig van de vorige eeuw waren ze ook in opkomst, vervolgens werd het wat minder maar inmiddels groeit het aantal commerciële zorgaanbieders in Nederland alweer een tijd”, zegt Jochen Mierau, hoogleraar Economie van de Volksgezondheid (Rijksuniversiteit Groningen) en wetenschappelijk directeur Lifelines. Hij verwacht dat het aandeel van commerciële zorgaanbieders verder zal groeien.
Efficiënt en innovatief
Maandag organiseert de Aletta Jacobs School of Public Health in samenwerking met de University of Groningen Business School (UGBS) in het House of Connections aan de Grote Markt in Groningen een bijeenkomst over de impact van commerciële partijen op het zorgstelsel. Mierau is een van de sprekers, net als onder meer Emile van Oorschot (CEO) van Bergman Clinics en Iris Wallenburg, hoogleraar Sociologie van de Zorg (Erasmus Universiteit).
Mierau is net zo min voorstander als tegenstander van de ontwikkeling. ,,Er zijn voor- en nadelen. Een commerciële partij wil winst maken en dus wordt er gestuurd op efficiënt en innovatief werken”, zegt Mierau. ,,Dat zijn gezonde prikkels. Maar je kunt ook hebben dat de inkomsten worden verhoogd door zorg te gaan aanbieden waar geen noodzaak voor is.”
Vogelvrije cowboys
Ook voor commerciële zorg is een doorverwijzing van de huisarts nodig. En net als bijvoorbeeld ziekenhuizen staan partijen die een winstoogmerk hebben onder toezicht van Nederlandse Zorgautoriteit. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) controleert ondertussen of ze zich houden aan de mededingingsregels. ,,Het zijn dus geen vogelvrije cowboys die hun gang maar kunnen gaan”, zegt Mierau.
De commerciële huisartsenketen Co-Med, die vorig jaar failliet ging en die niet actief was in het Noorden, was wat de hoogleraar betreft een negatieve uitzondering. Hij wijst ook op het gevaar van private partijen die geld investeren (private equity) in zorgbedrijven met winstoogmerk en waardoor hoge schulden kunnen ontstaan. ,,De kwaliteit van zorg komt in gevaar op het moment dat zo’n speler in een regionaal zorgsysteem heel relevant is en eigenlijk te groot geworden is om om te vallen”, zegt Mierau. ,,Zeg maar: too big to fail.”
Uithollen
Een veel gehoorde klacht over commerciële partijen is dat ze alleen laag-complexe zorg willen leveren, waar veel productie op gedraaid kan worden en de ingewikkelde gevallen overlaten aan de publieke partijen. ,,Dit speelt in de GGZ, zeker ook in Noord-Nederland, waarbij de commerciële aanbieders bovendien vaak geen diensten in avonden, nachten en weekenden hoeven te draaien”, zegt Mierau.
Een gevaar is dan dat het beschikbare personeel de publieke aanbieders verlaat en naar de commerciëlen gaat, waar er geen druk van diensten is. Mierau: ,,Voor de toekomst zie ik de grootste bedreiging op het gebied van het personeel. De publieke aanbieders mogen niet uitgehold worden omdat het personeel elders op fijnere tijden aan de slag kan.”