Locatiemanager Rik van Dijk van de speciale afdeling voor alleenreizende minderjarigen vluchtelingen in Ter Apel maakt zich zorgen om de grote druk op zijn afdeling. Uitstroom ziet hij amper, terwijl het aantal jongeren in het aanmeldcentrum steeds verder toeneemt. Foto: Boudewijn Benting
Rik van Dijk heeft een noodkreet. Als locatiemanager van de speciale opvang in Ter Apel voor jonge vluchtelingen die in hun eentje in Nederland aankomen maakt hij zich ‘ernstig zorgen’ over de drukte, een oplossing is niet in zicht.
Géén herkenbare foto’s maken van minderjarige asielzoekers en ze ook niet aanspreken. Een groepje (foto)journalisten krijgt instructies van een woordvoerder in het COA-hoofdkantoor van het aanmeldcentrum in Ter Apel.
„Wees maar creatief”, spoort ze tegenstribbelende fotografen aan. Willen ze de speciale opvang voor alleenreizende minderjarige vreemdelingen (amv’s) betreden, dan zijn er regels. De jongeren van tussen de 14 en 18 jaar die hier verblijven hebben doorgaans veel meegemaakt op hun reis naar Nederland en zijn kwetsbaar.
Sinds maanden vraagt onder andere Dagblad van het Noorden om mee te kunnen lopen op de opvang. Op uitnodiging van de manager van de amv-locatie Rik van Dijk (36), mogen journalisten nu een kijkje nemen. Daar is een dringende reden voor: „Ik maak mij ernstig zorgen”, zegt hij. Zijn collega Jojanneke Meijer (42) knikt beamend.
Het aantal jongeren in de opvang in Ter Apel stijgt, terwijl er steeds minder zicht op uitstroom is. Daardoor kan de opvang voor de jongeren wéér uit zijn voegen barsten, net als de twee voorgaande jaren. Toen concludeerde de inspectiedienst van Justitie en Veiligheid, dat COA en Nidos de emotionele en fysieke veiligheid van amv’ers niet meer konden garanderen.
Jojanneke Meijer werkt bij coa en is aanjager van activiteiten voor minderjarige vluchtelingen die in hun eentje naar Nederland reisden. Foto: Boudewijn Benting
Op de speciale afdeling staan twee rijen met grijze gebouwen van twee verdiepingen. Vrijwel overal zijn de gordijntjes in deze ‘units’ dichtgetrokken. Op straat is rond het middaguur niemand. Dat is vanwege de ramadan, bewoners blijven zo lang mogelijk in bed, zodat de dag korter is, leggen Van Dijk en Meijer uit.
Karig verblijf
In de units verblijven maximaal acht jongeren per verdieping. Sommigen slapen met zijn tweeën op één kamer, anderen hebben een hokje van pak ‘m beet 2 bij 2. Veel is het niet, blijkt in unit 5.2 A.
De slaapruimtes die de vluchtelingen hebben zijn karig. Er staan een bed en een kast in een ruimte van ongeveer vier vierkante meter. Foto: Boudewijn Benting
Er staan een bed en ijzeren locker in, verder is het kaal. Aan achtergebleven sporen lijktvooral dat bewoners zich weinig zorgen maken om de soberheid van de opvang, ze zijn blij met onderdak.
Eén van de jongeren heeft op een witte muur het topje van een berg getekend, daarin steekt een vlaggenstok met de driekleur van Jemen. Op de witte muur springt het rood eruit. Een getekend kompas naast een plattegrond van de unit toont het noorden.
Een tekening van een vluchteling in de amv-opvang in Ter Apel. Foto: Boudewijn Benting
Hoewel het terrein op dit moment desolaat lijkt, moeten in Ter Apel juist meer en meer mensen worden opgevangen, vertelt Van Dijk. De opvang zit nu al ruim over de capaciteit waarop die berekend is. Er is plek voor 120 vluchtelingen, dat zijn er inmiddels 175. Hoewel bewoners er in principe zo’n vijf dagen horen te zijn, is de gemiddelde verblijfsduur de afgelopen maand opgelopen naar tweeënhalve week.
Regeren is vooruitzien, weet Van Dijk. Hij heeft de zomers van 2022 en het najaar van 2023 helder voor de geest. In 2022 sliepen honderden asielzoekers in het gras voor het aanmeldcentrum. Afgelopen najaar waren er meer dan 300 minderjarige vluchtelingen in Ter Apel. „Je moet met gezond verstand niet zoveel kinderen die op de vlucht zijn bij elkaar willen zetten”, zegt Meijer.
Verantwoordelijkheid voor familie
Hoe meer mensen, hoe minder toezicht, schetst ze. En het COA trekt niet zomaar een blik met nieuw personeel open. „Hoe meer bewoners we hebben, hoe lastiger het is om te signaleren.” Het gaat dan bijvoorbeeld om wrijving tussen groepen of mentale gezondheidsproblemen. Ook wordt het moeilijker om te zorgen voor afleiding en te voorkomen dat ze zich gaan vervelen. „Het blijven wel pubers.”
Van Dijk vreest voor een herhaling van de drukte, maar voelt zich tegelijk met zijn handen en voeten gebonden. Meer plekken komen amper van de grond. In de winter daalt de vluchtelingenstroom altijd, nu het voorjaar komt is de stroom weer op gang. De instroom is ongeveer 70 jongeren per week.
Dat is anders dan toen Van Dijk in 2015 begon, destijds steeg het aantal jongeren dat in hun uppie naar Nederland reisden van tien per week naar zo’n twintig tot dertig per dag op het hoogtepunt. Daarom werd besloten een speciale opvanglocatie voor amv’s in Ter Apel te openen. Na een periode van relatieve rust stijgt het aantal amv’s dat naar Nederland komt de laatste drie jaar weer sterk. Families die op de vlucht zijn lijken steeds vaker een kind vooruit te schuiven om later gezinshereniging aan te vragen. „Zij voelen een grote verantwoordelijkheid richting hun ouders en broers en zussen.”
Een minderjarige vluchteling kijkt uit over de speciale hoek met units waar amv'ers in Ter Apel verblijven. Foto: Boudewijn Benting
Daartegenover staat dat tijdelijke opvanglocaties zoals vakantieparken en hotels binnenkort sluiten. Ze worden nu het mooier weer wordt weer gebruikt door toeristen en recreanten. Sluit een locatie, dan gaat de hele kliek over naar de spaarzame nieuwe plekken die wel van de grond komen. „Dus kunnen jongeren die bij ons zijn niet uitstromen”, zegt Van Dijk.
Lastige doelgroep?
Daardoor loopt het aantal amv’ers in Ter Apel in alarmerend tempo op. „We hebben snel nieuwe locaties nodig”, zegt Van Dijk. Het gaat dan om opvanglocaties waar zo’n 40 tot 50 jongeren verblijven. Voor amv’s is 24 uur per dag toezicht van COA-personeel. „Daar zouden gemeenten juist blij mee kunnen zijn. Er is meer toezicht en de opvang is kleinschalig.”
Maar veel gemeenten zijn huiverig om amv-locaties op te tuigen. Zij vrezen bijvoorbeeld voor overlast van jongeren uit Noord-Afrikaanse landen die crimineel gedrag vertonen.
Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) blijkt dat alleenreizende jongeren uit Noord-Afrikaanse landen vaak kampen met allerlei problematiek.
Ze komen vaak uit gebroken gezinnen, waarbinnen veel armoede, verslavingen of fysieke geweld speelt. Hun asielaanvraag is kansarm, maar als zij vertrekken uit hun thuisland weten zij dat doorgaans niet. Terugkeren is ook geen optie. In Europa leven ze daarom een nomadisch bestaan, dat vaak gepaard gaat met criminaliteit. Ze zijn niet alleen dader maar ook slachtoffer volgens WODC.
Vluchtelingen hangen in een pril lentezonnetje in het rond op het amv-terrein in Ter Apel. Foto: Boudewijn Benting
Van Dijk ontkent niet dat sommige jongeren voor overlast zorgen, maar relativeert dat wel. Van de jongeren die in Ter Apel aankomen is misschien 5 procent afkomstig uit Noord-Afrikaanse landen, van wie bovendien niet iedereen crimineel gedrag vertoont.
De jongeren die dat wel doen, hebben geen makkelijk leven. „Zij moeten op jonge leeftijd al heel veel op hun schouders dragen.” Familie verwacht dat ze succesvol zijn in het ‘beloofde land Europa’ en hen in het thuisland economisch kunnen ondersteunen, wat voor veel druk zorgt bovenop de al bestaande problemen, waaronder verslavingen. „Je moet kijken naar het kind achter de problemen.”
‘Beloven geen school meer’
Voor alle amv’ers geldt dat hun ontwikkeling pas goed op stoom komt als ze rust en regelmaat krijgen, zegt Meijer. Het constant verhuizen van noodopvang naar noodopvang is niet bevorderlijk voor het mentale gezondheid en integratie. „Ze moeten vanuit Ter Apel eigenlijk doorstromen naar locaties die voor langere tijd open blijven. Daar krijgen ze een eigen mentor en zouden ze naar school moeten gaan.” Maar op de noodopvanglocaties is het vaak lastig om direct onderwijs te regelen. „We beloven niet meer dat ze direct naar school gaan als ze doorstromen.”
Dat maakt het lastiger om te bouwen aan hun toekomst. Het merendeel van de amv’ers komt uit Syrië, Eritrea of Gambia. Van Dijk: „De meeste jongeren die hier binnenkomen zullen in Nederland een verblijfsvergunning krijgen.”
Een asielzoeker trapt een balletje. Foto: Boudewijn Benting
Buiten zijn inmiddels groepjes jongeren aan het voetballen, volleyballen of chillen in de zon. In een bijgebouw geeft ‘superjuf’ Annemieke Bakker (55) taalles aan jongeren.
Aan het plafond hangen vlaggetjes en ballonnen, aan de muren emoticons met teksten als ‘ik ben verdrietig’ of ‘ik ben blij’. Meijer: „In Nederland is het heel normaal om over je emoties te praten en die te uiten, maar voor heel veel andere culturen is dat helemaal niet vanzelfsprekend. Deze jongens kunnen je met een grote glimlach vertellen dat ze verdrietig zijn. We proberen ze duidelijk te maken dat die emotie er mag zijn en dat ze ook kind mogen zijn.”
‘Unstoppable’
Juf Bakker laat het groepje journalisten ondertussen graag zien hoeveel haar leerlingen in een paar lesjes leerden. „Lets show off!”
Met twee vingers wijst ze in het lokaal in het rond, de leerlingen in koor: „Raam, tafel, stoel, kast, schrift.” Aan een andere tafel wordt in het Nederlands tot tien geteld. „Dat zijn Syriërs, dit is de tweede les die ze vandaag volgen”, zegt Bakker trots.
Annemieke Bakker geeft les aan een groep jongeren. Ze hoopt dat de vluchtelingen daardoor meer regie krijgen over hun eigen leven en tijdens gesprekken met de IND. Foto: Boudewijn Benting
Ze weet wel, hier in Ter Apel leren de leerlingen noggeen perfect Nederlands, maar het is iets van houvast. Een manier om regie te nemen over hun eigen leven en toekomst. „Het is een bodempje, een begin. Ze krijgen een gezellige juf, leren doodgewone dingen als op tijd komen en elkaar aankijken tijdens het praten.” Stop je tijd in de jongeren, dan zijn ze ‘unstoppable’, zegt Bakker. „Ze zijn leergierig en geïnspireerd.”
Het valt haar weleens zwaar wanneer ze na een paar weken afscheid moet nemen van haar leerlingen. Ze geeft hen bij hun afscheid een armbandje mee als aandenken aan hun eerste weken in Nederland. „Zodat je later als je astronaut of advocaat bent nog weet waar je begon, zeg ik dan.”
Tegen de verveling
De lessen Nederlands zijn belangrijk nu jongeren langer dan een paar dagen verblijven in Ter Apel. Ook andere activiteiten helpen de verveling te verdrijven. Jojanneke Meijer zorgt ervoor dat jongeren kunnen sporten, en er zijn dans- en muziekprojecten. „Dat is wat we hebben geleerd uit eerdere drukke periodes: als jongeren hier langer blijven, moet je zorgen dat ze iets te doen hebben.”
Rik van Dijk en Jojanneke Meijer van het (COA) hopen dat er snel meer amv-locaties komen die voor langere tijd geopend blijven. Foto: Boudewijn Benting
Na twee jaar met periodes van extreme drukte, is Meijer nog even strijdbaar als toen de hectiek in het voorjaar van 2022 begon. „Deze plek is het eerste wat deze jongeren van Nederland zien, ik wil dat het een goede plek is. Daarin ben ik nog net zo gepassioneerd als altijd, maar de laatste jaren ben ik wel tegen mijn grenzen aan gelopen. Er zijn dingen die ik niet kan regelen, er is de drukte die je overkomt, waar je geen grip op hebt. Dus richt je je op de zaken die je wel kunt doen, zoals het geven van stabiliteit met bijvoorbeeld sport en Nederlandse les.”
Het zijn jongeren, kinderen nog, die onze hulp nodig hebben. Dat is de boodschap van de medewerkers van de amv-opvang. Vaak zijn de bewoners drie tot negen maanden alleen onderweg geweest. In zo’n reis kunnen ze allerlei traumatiserende momenten hebben meegemaakt.
„Wij zijn in Ter Apel het begin van het eindstation”, zegt Van Dijk. „Wij doen ons best. Wat kunnen wij op dit punt nog meer doen, dan aandacht vragen?”