De Folkingestraat in Groningen. Foto: Jan Willem van Vliet
Het kabinet heeft nog maar amper een compensatiepakket gemaakt of de prijzen schieten nóg verder de lucht in. De inflatie bereikt een historische hoogte van 12 procent. Benzine, gas, boter, koffie, pasta, vlees en talloze andere producten worden snel duurder. „De laagste inkomens worden keihard geraakt, maar ook de middengroepen redden het financieel amper meer.”
De prijs aan de pomp mag dan vrijdag wat gedaald zijn door de verlaging van de benzineaccijns, de trend is de andere kant op. In maart lagen de prijzen in Nederland gemiddeld 12 procent hoger dan een jaar eerder. „Dat was schrikken, dit zagen we niet aankomen”, zegt Hugo Erken, econoom bij de Rabobank. Deze extreme inflatie is historisch, dit soort prijsstijgingen hebben we sinds de jaren zeventig niet meer gezien. Vooral energie en benzine zijn opnieuw fors in prijs gestegen, maar ook voedingsmiddelen zijn gemiddeld 5,5 procent duurder geworden.
Grondstoffen
De prijzen lopen al op sinds de zomer van vorig jaar. Aanvankelijk zorgde het economisch herstel na de coronacrisis voor een sterke vraag naar grondstoffen. Inmiddels laten ook de gevolgen van de oorlog in Oekraïne zich voelen. Vooral op de wereldmarkt van olie, gas en graan zijn de prijzen geëxplodeerd, en dat vertaalt zich door tot in alle schappen van de supermarkt. Erken: „Ook de voedselproducenten hebben te maken met kostenstijging en dat zien we onder meer terug in de prijs van boter, vlees en pasta.”
Uit onderzoek van vakbond FNV blijkt dat twee op de drie Nederlanders niet of slechts met moeite kunnen rondkomen. De helft van hen komt iedere maand maar net uit, de andere helft komt tekort. Uit een enquête van de vakbond onder bijna 20.000 leden blijkt dat het de meeste Nederlanders niet meer lukt om te sparen. En om tegenvallers op te vangen, zetten ze het mes in hun uitgaven. Dat is slecht nieuws voor de Nederlandse economie.
FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha noemt de uitkomsten van de enquête schokkend. „Vooral de laagste inkomensgroepen worden keihard geraakt. Maar je ziet dat ook de middengroepen het financieel amper meer redden.” Nibud-directeur Arjan Vliegenthart bevestigt dat beeld. „Dit is allang niet meer het probleem van alleen de laagste inkomens. Ook voor de middenklasse is het puzzelen om rond te komen.”
Tweede compensatiepakket
Onlangs besloot het kabinet tot een tweede compensatiepakket. Vorig jaar ging de energiebelasting al omlaag. Nu is de compensatie voor minima verhoogd tot 800 euro, is de accijns per 1 april verlaagd en gaat de btw op energie per 1 juli van 21 naar 9 procent. Die lagere accijns merken we in iets minder extreme prijzen aan de pomp. Maar volgens hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS is dat op het totaalplaatje ’waarschijnlijk beperkt’. „Benzine en diesel vormen samen nog geen 3,5 procent van de bestedingen.”
Econoom Erken van de Rabobank heeft vrijdagochtend meteen zijn voorspellingen bijgesteld. Dacht de bank eerst nog dat de gemiddelde prijsstijging over het hele jaar zou uitkomen op 5,5 procent, nu staat de raming op 7,7 procent. Dat is een ongekende bijstelling op basis van één tegenvallend inflatiecijfer. Waar houdt dit op? Zorgelijk is dat Rabo voor volgend jaar ook nog een gemiddelde prijsstijging van 4,5 procent verwacht.
„De compensatie van het kabinet is tijdelijk”, legt Erken uit. De accijnsverhoging en de btw-verlaging zijn bedoeld tot eind van dit jaar. „Daardoor krijg je een waterbedeffect. Als het kabinet dan alsnog de accijns en btw weer verhoogt, wordt een deel van de inflatie doorgeschoven naar 2023. Met dit soort absurd hoge inflatiecijfers kun je je nauwelijks voorstellen dat het kabinet de dempende maatregelen echt weer terugdraait aan het einde van het jaar.”
Dilemma
„Deze inflatie leidt tot verder koopkrachtverlies en zal onvermijdelijk tot aanvullend kabinetsbeleid leiden”, zegt Erken. Vliegenthart begrijpt dat het kabinet daarbij met een dilemma zit. „Er zit wel een grens aan wat je kunt compenseren. Ik denk dat de regering nu vooral naar heel gerichte maatregelen voor bepaalde inkomensgroepen moet kijken.”
Nederlanders reageren op de stijgende prijzen door de hand op de knip te houden, zo blijkt uit het FNV-onderzoek. De verwarming wordt door 65 procent lager of uit gezet en 59 procent bespaart op de dagelijkse boodschappen. Verder zegt 35 procent geen kleding meer voor zichzelf of de kinderen te kopen, 18 procent heeft abonnementen opgezegd en 17 procent gaat minder snel naar de dokter of de tandarts.
Vooral de mensen met een inkomen onder modaal nemen drastische maatregelen. Kinderen worden sneller van sport- of muziekles gehaald, vakanties worden geschrapt en 6 procent slaat vaker een maaltijd over. Allemaal om maar niet in de schulden te komen. Dat is bijna onmogelijk voor de groep die nu al iedere maand geld tekortkomt. Daarbij gaat het om behoorlijke bedragen: 40 procent van hen zegt iedere maand 100 tot 200 euro tekort te komen, bij bijna 30 procent is dat 200 tot 400 euro.
Boufangacha grijpt de cijfers aan om bij werkgevers nog maar eens aan te dringen op prijscompensatie. Werkgeversvereniging AWVN ziet meer in eenmalige uitkeringen om bijvoorbeeld de pijn van de benzineprijs te verzachten. Bovendien stijgen ook de kosten voor ondernemers fors. Tegelijk verwacht de vakbond ook dat de overheid meer doet om te voorkomen dat werknemers in de schulden belanden.