Waar lees je dat nog: Amerika als voorbeeld nemen. Als het om regels in de profsportcompetities gaat, kunnen we volgens Ronald Mulder veel leren. En de politiek ook.
Omdat politiek steeds meer op voetbal gaat lijken, met al die transfers, lijkt het me verstandig om eens te kijken wat het landsbestuur kan leren van het voetbal.
Om te beginnen is het goed om vast te stellen dat betaald voetbal, in heel Europa, bijzonder ongelukkig is georganiseerd. Heel kort samengevat: meestal wint de rijkste club, die daardoor nog rijker wordt en nog meer wint. De nationale kampioenen van Duitsland en Frankrijk zijn al van tevoren bekend, in Schotland en Spanje strijden er twee clubs om de titel en in Nederland, Portugal en Turkije verdelen drie clubs meer dan 90 procent van de prijzen. In Engeland, het walhalla toch, hebben vier clubs 19 van de laatste 20 kampioenschappen behaald. Leuk voor die clubs en hun aanhang, maar stomvervelend voor de neutrale toeschouwer.
Amerikaanse profsporten
Vergelijk dat eens met de Amerikaanse profsporten. Bij basketball, football en baseball gaat minstens zo veel geld om als in het Europese voetbal, maar de competities hebben allerlei dingen verzonnen die moeten voorkomen dat de krachtsverschillen tussen de clubs te groot worden. De NBA had de laatste tien seizoenen zeven verschillende winnaars, de NFL zes en de World Series (baseball) zelfs acht.
Het is op zijn minst opvallend dat het dit keer de Amerikanen zijn die er blijk van geven te begrijpen dat een markt alleen met de juiste spelregels de gewenste resultaten oplevert, en anders vooral ellende.
Spelregels dus. Keiharde regels, met sancties en consequenties.
Wat dat betreft is het opvallend hoe weinig spelregels ons staatsbestel kent. Dat er weinig beperkingen zijn op de inhoud van wat een politieke partij denkt en zegt, dat is logisch en goed. En dat veroordeelde misdadigers een tweede kans krijgen als kamerlid, zelfs dat is prima. Maar er zouden meer spelregels moeten zijn voor de interne organisatie en de financiering van een partij. Want alleen op die manier krijgen we partijen die een achterban vertegenwoordigen, en niet Rusland, De Heus veevoeders of OTTO Workforce.
Ze worden voorgedragen
De benoeming van allerlei functionarissen is in Nederland in wezen politiek, al noemen we dat niet zo. Commissarissen der Koning, rechters, ambassadeurs, politiechefs en de baas van de NS: ze worden voorgedragen en benoemd door de zittende macht. Dat is geen probleem als er een breed politiek draagvlak is voor de democratische rechtsstaat en tegen willekeur en corruptie. Maar er zijn weinig garanties. Weinig spelregels. Als antidemocratische krachten sterker worden, kunnen ze door politieke benoemingen voor jaren schade aanrichten.
De crux is hier dat je spelregels moet opstellen lang voordat het om concrete partijen en personen gaat. Het is een neutrale risicoanalyse: wat kan er misgaan als kwaadwillende of incompetente personen deze functies bekleden?
Er zijn geen spelregels
Ook hiervan vinden we met gemak voorbeelden in het voetbal. Twee zomers geleden slaagde de vers aangestelde technisch directeur van recordkampioen Ajax erin om zoveel verkeerd te doen dat de club er nu nog steeds onder lijdt. Dat hoort niet te kunnen, maar het kon wel.
Ik ben bang dat er ook in het landsbestuur dingen zijn die niet horen te kunnen, maar die toch gaan gebeuren, omdat er eigenlijk geen spelregels zijn om het tegen te houden.