Eelko Huizingh kent eigenlijk geen sector waar het verschil tussen bestaande innovaties en het gebruik ervan in de praktijk zo groot is. Hij legt uit hoe dat komt en daagt degene uit die met een oplossing komt.
Wat betekent innovatie voor de bouw? Heel veel, als ik een aantal websites check. Ik lees over 3D printing, bouwen zonder stikstofuitstoot, circulair bouwen, drones voor bouwbeheer en huizen zonder CO2-uitstoot. En over robots die kunnen slopen, tillen, verplaatsen, lassen en metselen. En dan heb ik het modewoord AI nog niet eens gebruikt. Maar ga eens kijken bij een doorsnee aannemer. Wat zie je dan? Grote kans: geen van bovenstaande innovaties.
Terwijl elk van die innovaties een prachtige belofte in zich heeft. 3D printing maakt complexe ontwerpen mogelijk, waardoor je sneller en nauwkeuriger kunt bouwen en met minder afval. Van de stikstofcrisis heb je geen last als je bouwt zonder uitstoot, met elektrische apparatuur en prefab. Dankzij circulair bouwen zijn alle onderdelen van gebouwen eindeloos herbruikbaar. Drones zorgen voor verbeterde controle en verhoogde veiligheid, vooral op moeilijk te bereiken plekken. ‘Net-zero’ gebouwen zijn zeer energiezuinig en halen alle benodigde energie uit hernieuwbare bronnen. En robots, tot slot, verhogen de productiviteit van bouwvakkers, zijn veiliger en nemen fysiek belastende taken over.
Dit is een klassieke reden om niet te innoveren
Dus innovatie biedt prachtige mogelijkheden voor de bouw. Maar toch zien we daar helaas nog weinig van terug in de praktijk. Ik ken weinig sectoren waar het verschil tussen wat kan en wat gebeurt zo groot is. Tekort schietende technologie is niet de oorzaak, want heel veel is al ontwikkeld. De innovaties die ik hierboven noemde, bestaan gewoon. Ze liggen op de plank, brengen aantoonbaar voordelen en worden hooguit spaarzaam gebruikt.
Vanwaar die kloof tussen kunnen en doen? Daar zijn veel redenen voor. Laat ik beginnen met een aantal oorzaken die buiten de bouw liggen. Het Economisch Instituut voor de Bouw noemt als eerste een gebrek aan stabiel overheidsbeleid waaruit een duidelijke visie spreekt. Niet verrassend dat zulk beleid, ook voor de bouw, ontbreekt. Daarnaast lijken aanbestedingsprocedures innovatie vaak eerder tegen te werken dan te stimuleren, vanwege het goed bedoelde idee dat elke bouwer gelijke kansen moet hebben. Tot slot zijn veel bouwprojecten klein en uniek, wat het lastig maakt om te leren wat werkt en wat niet, evenals het opschalen van succesvolle innovaties.
Geen tijd of geen geld
Maar er zijn ook tal van redenen waar de bouw zelf wat aan zou kunnen doen. De eerste is het ontbreken van het gevoel van noodzaak: zo lang je als aannemer omkomt in het werk, waarom zou je dan investeren in dure innovaties? Dit is een klassieke reden om niet te innoveren: gaat het goed dan hebben we er geen tijd voor, gaat het slecht dan hebben we er geen geld voor. Een andere reden is dat veel bouwers de juiste kennis missen. Je kunt prachtige dingen doen met 3D printers, maar als je niet weet hoe je ermee moet omgaan, dan wordt het niets.
Ook het opleidingsniveau en de interesses van bouwvakkers spelen een rol. De doorsnee timmerman en metselaar hebben niet de scholing gehad om uitstootvrije huizen te bouwen. En daarnaast werken ze liever met hun handen dan met een laptop om robots of drones te besturen. Voeg daarbij het gebrek aan personeel: als aannemers al grote moeite hebben om genoeg handjes op de bouwplaats te krijgen, dan hebben ze niet de ruimte om hun personeel bij te laten scholen. Het ontbreekt ook aan ketensamenwerking, terwijl dat voor veel innovaties noodzakelijk is. En tot slot wordt innoveren belemmerd door de conservatieve bouwcultuur met risicomijdend gedrag.
Geen verspilling van materiaal
Kortom, de bouw kent vele, nog weinig gebruikte innovaties. Het vervelende is nu juist dat die niet-gebruikte innovaties veel mogelijk maken wat we hard nodig hebben. Denk aan sneller bouwen, bouwen zonder uitstoot, geen verspilling van materiaal en huizen die in hun eigen energiebehoefte voorzien. Bizar dat we al deze voordelen zo nodig hebben, dat de innovaties om ze te realiseren er zijn, maar dat we het niet op grote schaal doen. Wat mij betreft: eeuwige roem voor degene die de brug weet te slaan tussen wat innovatie mogelijk maakt en wat in de dagelijkse bouwpraktijk gebeurt!
Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement.