Jan Huitema zorgde voor verbod op verkoop bezine- en dieselmotoren in EU vanaf 2035. Foto: ANP, bewerking DVHN
De autolobby peutert aan het EU-verbod op verbrandingsmotoren in 2035. „Domme zet”, vindt de Friese boer die het twee jaar geleden voor elkaar bokste.
Verkoop van benzine- en dieselmotoren zijn in de EU vanaf 2035 verboden. Dat wil zeggen: nieuwe auto’s mogen dan niet langer met zo’n verbrandingsmotor verkocht worden. Autofabrikanten hebben daar helemaal geen zin in. Al bij de vaststelling in het Europees Parlement in juni 2022 (339 stemmen voor en 249 stemmen tegen) mopperde de autobranche.
Nu, drie jaar later is de onvrede oorverdovend geworden. Autofabrikanten zien de verkoopcijfers teruglopen, ze hebben last van moordende concurrentie van goedkopere Chinese modellen en kampen met importheffingen uit Amerika. Rechts-conservatieve partijen in autoland Duitsland maken er hun politiek stokpaardje van om het Europese verbod voor 2035 van tafel te krijgen.
Jan Huitema, Europarlementarier voor de VVD. Foto: ANP
Tot grote frustratie van een oud-melkveehouder uit Makkinga.
Jan Huitema (41) zat tien jaar lang voor de VVD in het Europarlement en kreeg daar de schone taak namens de liberalen om een standpunt te vinden waar een meerderheid van het parlement zich in kon vinden.
Zicht op duidelijke koers
Dat werd een afschaffing van brandstofmotoren in nieuwe auto’s in 2035. Niet uit verlangen om een klimaatagenda te forceren, maar omdat hij vanuit de autobranche hoorde hoezeer men al inzette op elektrische motoren én verlangde naar duidelijkheid om de juiste investeringen te doen.
„Autofabrikanten kunnen geld maar één keer uitgeven. Toen ik rond 2022 langs ging bij de bedrijven, wilden ze graag een duidelijke koers uit kunnen zetten. Daarmee wilden ze de concurrentie met China aangaan”, memoreert Huitema.
De VVD’er bereikte in 2022 wereldfaam met het verhaal van mediaorganisatie Politico (hoofdkantoren in Berlijn en New York). Over de kop ‘Meet the Dutch farmer killing the combustion engine’ kan hij nu nog smakelijk om lachen. Hij is inmiddels geen Europarlementariër meer. Ook geen Friese boer in Makkinga meer trouwens: hij liet zich door de overheid uitkopen vanwege de stikstofuitstoot en woont nu in Utrecht.
Niettemin kan hij zich nog wel opwinden over wat dreigt te gebeuren. „De autobranche zoekt een zondebok en wijst naar de Europese regels. Maar feit is dat ze nog tot 2035 hebben om aan de CO2-regels te voldoen. Ze hebben hier nog helemaal geen last van.”
Duitse anti-campagne
In Duitsland is de hetze tegen de voorgenomen plannen gestart vanuit de conservatieve hoek. Bondskanselier Friedrich Merz liet vorige week bijvoorbeeld nog weten dat hij een toestemming wil voor de ‘range extender’, die het bereik van elektrische auto’s met behulp van kleine verbrandingsmotoren vergroten.
Huitema snap dat niet zo goed. „De nieuwste modellen van Mercedes hebben al een actieradius van bijna 800 kilometer, waar dat een paar jaar geleden nog maximaal 400 was. De ontwikkelingen gaan razend snel. Veel mensen hebben bepaald sentiment bij verbrandingsmotor. En er zit een angst voor verandering in. Maar alle argumenten tegen elektrisch rijden verdwijnen gewoon op termijn.”
Klappen vallen in klimaatbeleid
Sowieso is het klimaat de sector waar in Europa nu grote klappen vallen. Er waait duidelijk een andere wind. Zo wil de EU wil niet langer beloven om in 2040 90 procent minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990, werd de ontbossingswet afgezwakt, waardoor landen hun klimaatwinst die ze elders boeken in Europa mogen meetellen en zijn Europese duurzaamheidsrichtlijn voor bedrijven afgezwakt.
Op zich is dat niet verbazingwekkend. Overal in Europa is klimaat het kind van de rekening. De klimaatzorgen van Nederlanders zijn volgens Ipsos-onderzoek het laagst sinds 2019. Klimaat is volgens het opiniepanel van EenVandaag minder belangrijk voor kiezers dan bij de vorige verkiezingen.
Toch verbod handhaven
Toch blijft Huitema van mening dat het verbod op de verbrandingsmotoren bij de verkoop van nieuwe auto’s in 2035 niet van tafel moet. Terugdraaiing van die deadline is volgens Huitema „een schijnoplossing die slecht gaat uitpakken.” De fabrikanten hebben dan geen idee meer waar ze voor de lange termijn op moeten inzetten, verwacht hij. Bouw je dan weer een nieuwe fabriek voor benzinemotoren?
Volgens Huitema kunnen de bedrijven in Europa beter volle bak de concurrentie aangaan met China. De techniek in elektrische machines gaat langdurig mee en de overstap naar volledig elektrische productie kan een hoop banen opleveren. „Stilstand op de elektrische markt is achteruitgang. Ondertussen gaat China er keihard voor, met succesvolle merken als de BYD. Als wij niet meedoen, vergaat het ons straks net als met de Nokia. Wij zagen touchscreens op de Iphone als hype die mensen toch niet gingen kopen. Maar daardoor raakte onze uitvinding uiteindelijk achterhaald.”
Hulp bij innovaties
Om de sector te helpen, zou het Europees Parlement volgens Huitema beter kunnen inzetten op innovatiesubsidies, dan op „het creëren van een onzekere toekomst.”
„Europa moet de koe bij de hoorns vatten”, zegt de voormalig boer. „Handelstarieven of tegenvallende verkoop kun je op andere manieren oplossen. Je kunt bijvoorbeeld zakelijke rijders met een regeling stimuleren om Europese auto’s te kopen.”
Als de afschaffing in 2035 toch een feit wordt, valt er volgens Huitema een kaartenhuis in elkaar. Want aan het verbod was van alles gekoppeld: een omscholingssubsidie voor personen werkzaam in de traditionele auto-industrie, een investeringsverplichting voor overheden in goede laadinfrastructuur en een ontheffing voor autofabrikanten van de eerdere verplichting om de emissienorm voor brandstof te verbeteren van euro-6 naar euro-7.