Genoeg klandizie voor afvang en opslag van CO2-uitstoot uit Duitse industrie, aldus Gasunie. Foto: ANP
De Nederlandse overheid en staatsbedrijf Gasunie proberen Duitsland ervan te overtuigen zo snel mogelijk een CO2-pijplijn naar ons land aan te leggen. ,,Zij moeten ook ergens naar toe met hun CO2.”
Via deze Delta-Rijn-Corridor zou de industrie in het Ruhrgebied een groot deel van haar broeikasgas makkelijk en relatief goedkoop kwijt kunnen in een van de CO2-opslagprojecten onder de Noordzee, was de boodschap van bestuurder Hans Coenen van Gasunie tijdens de thema-avond in de Nederlandse ambassade in Berlijn.
Nu de pijpen zijn gelegd voor Porthos, het eerste project waarmee vanaf volgend jaar 37 miljoen ton schadelijke CO2-uitstoot uit het Rotterdamse havencomplex drie kilometer diep in de Noordzeebodem wordt opgeslagen, zoekt Gasunie betalende klanten voor de tweede, veel grotere CO2-opslag.
CO2-uitstoot afgevangen in de industrie en ondergronds op zee gebracht. Beeld: Porthos
Deze opvolger ’Aramis’ wordt ontwikkeld met Shell, TotalEnergies en staatsbedrijf Energie Beheer Nederland. De bedrijven hebben een groot eigenbelang. Door CO2-uitstoot af te vangen vanaf de industriepijp, werken zij aan afgesproken klimaatverplichtingen. Ook zij moeten in 2050 onder de streep zonder CO2-uitstoot werken.
Project Aramis, dat deels via de buizen van Porthos loopt, kan de aanvoer van een flink aantal megatonnen broeikasgas vanuit Duitsland goed gebruiken.
Tegelijkertijd zegt Coenen van Gasunie dat een waterstofleiding kan worden aangelegd om waterstof uit de Rotterdamse haven naar Duitsland te pompen. De energiedrager waterstof, in de groenste vorm afkomstig van windparken op de Noordzee, moet uiteindelijk de kolen, olie en aardgas in de industrie helpen vervangen.
’Flinke opgave’
,,We willen met Aramis 22 megaton per jaar opslaan, en als we dat alleen met Nederlands CO2 willen doen, dan wordt dat een flink opgave”, zegt Coenen tijdens de thema-avond. „We willen uiteindelijk dat de Delta-Rijn-Corridor, Porthos en Aramis deel worden van één systeem voor Noordwest-Europa.”
Industrie wordt aangesloten op grote leidingen naar leeg gasveld op de Noordzee. Foto: Fred Libochant
Duitsland is alleen nog niet zo ver. De wet die in Nederland acht jaar geleden is aangenomen om transport en opslag van CO2-uitstoot toe te staan, ligt momenteel nog voor in het Duitse parlement.
Kritiek natuurorganisaties
Daarop bestaat de nodige kritiek, onder andere van natuurorganisaties, die bang zijn voor schade als CO2 onverhoopt ontsnapt. Ook vrezen zij dat CO2-opslag het moeilijker maakt om oude, broeikasgas veroorzakende technologieën aan de kant te zetten, zo bleek uit vragen van milieuclubs in de zaal.
,,Precies dezelfde zorgen die we acht jaar geleden in Nederland hoorden”, zegt een Nederlandse aanwezige. Ondanks jaren van procedures tegen Porthos, kreeg het in augustus 2023 groen licht van de Raad van State.
Of er na aanname van de wet Duitse subsidie komt om de CO2 in het Nederlandse gasveld te krijgen, is ook maar de vraag. Een vertegenwoordiger van de Duitse regering was duidelijk niet naar de Nederlandse Botschaft gekomen om zulke toezeggingen nu al te geven. „CO2 opslag is een zaak voor de markt”, liet ze weten.
In Nederland worden de kosten voor de opslag, behalve door bedrijven als Shell, TotalEnergies, ExxonMobil, Air Liquide, voor een fors deel gedragen door de subsidie SDE++.
Overheidsgarantie nodig
Over het wel of niet doorgaan van het miljardenproject Aramis wordt op zijn vroegst in 2027 besloten. Om voldoende klanten te krijgen om de 22 megaton CO2 per jaar onder de Noordzee te pompen, zou het volgens kenners fijn zijn als de Duitsers tussen de vijf en tien megaton daarvan voor hun rekening zouden nemen.
„Maar we kunnen ook met lagere volumes beginnen als er een overheid voor de eerste jaren garanties kan bieden”, zegt Coenen. Dat kan de Nederlandse zijn, maar volgens Coenen ook de Duitse. „Zij moeten ook ergens naar toe met hun CO2.”
Een gebrek aan opslag zal er niet snel zijn. Nederland is al bezig aan het derde project: CO2Next. Dat moet de aanvoer en verwerking van vloeibare CO2 per schip mogelijk maken voor de industrie die geen aansluiting op het pijpleidingsysteem rond Rotterdam heeft.