Elon Musk houdt zich met tool Grok, verbonden aan X, ook bezig met kunstmatige intelligentie. De Europese Commissie wil Europa minder afhankelijk maken van Amerikaanse technologie en zet daarom in op AI-factories. Foto: AFP / Lionel Bonaventure
Noord-Nederland wil graag een AI-factory, een soort rekenmachine voor kunstmatige intelligentie. Iedereen kan er baat bij hebben, zegt initiatiefnemer Ronald Stolk. „Ook een mevrouw uit Pekela kan er terecht.”
De digitale revolutie is nog niet uitgewoed of er komt alweer iets nieuws aan. Kunstmatige intelligentie (AI, artificial intelligence) gaat de economie drastisch veranderen, zeggen deskundigen. Op universiteiten en hogescholen merken de docenten het al aan studenten die ineens met scripties zonder taalfouten op de proppen komen. Het gebruik van AI-tool ChatGPT is bij hen al helemaal ingeburgerd.
Ook bedrijven denken volop na hoe ze kunstmatige intelligentie kunnen toepassen. Denk bijvoorbeeld aan het Groningse bureau LegalMike, dat advocatenkantoren helpt met manieren om heel snel jurisprudentie en andere rechtsbronnen door te vlooien en te ordenen.
„Het is belangrijk dat we in Europa zelf investeren in AI”, zegt Ronald Stolk. Hij is namens de organisatie SURF, die universiteiten en hogescholen adviseert en helpt met digitale projecten, nauw betrokken bij de plannen voor een AI-factory. „Nu zijn we hiervoor afhankelijk van de big tech bedrijven in Amerika, zoals Google en Microsoft. Die sturen ook inhoudelijk. Dus als studenten AI voor hun scripties gebruiken, is het belangrijk dat ze bronnen hebben die de Europese waarden hoog houden.”
Een AI-factory bestaat uit drie onderdelen, vervolgt Stolk. „De eerste en de grootste is een supercomputer, die ingewikkelde berekeningen kan maken. Het tweede bestaat uit data. Dat zijn echt betrouwbare gegevens, zodat de klanten van de factory ook goede informatie krijgen. Het derde onderdeel is een kenniscentrum, met experts.”
Daar kunnen dus bedrijven en instellingen aankloppen die AI willen toepassen. „De factory is er echter ook voor het brede publiek. Een mevrouw uit Pekela moet er ook met haar vragen terecht kunnen.”
De Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij NOM inventariseert momenteel hoe noordelijke bedrijven en instellingen aankijken tegen een AI-factory en wat hun wensen zijn. Volgens woordvoerder Anne-Wil Lucas zullen zij er voordeel bij hebben als de factory in Groningen komt. „Ze zullen een streepje voor hebben bij het gebruik van dit centrum.”
Ze noemt als voorbeeld een medisch bedrijf, dat een methode wil toetsen om huidkanker op te sporen. „Daarvoor heb je patiëntengegevens en daarvoor heb je een goed beveiligde omgeving nodig. Een AI-factory kan die bieden.”
Begin mei meer duidelijkheid
Op 2 mei moeten de plannen in Brussel ingediend worden, zegt Stolk. Voor die datum moeten het kabinet en de provincie beslissen of de factory in Groningen kan komen. Volgens Stolk is Groningen de enige stad die dergelijke plannen maakt.
Keerzijde van een supercomputer is dat die veel stroom verbruikt, terwijl er nu capaciteitsgebrek is op het stroomnet. „Nou ja, zo heel veel ook weer niet”, zegt Stolk. „Het is te vergelijken met twee winkelcentra. We kunnen met de factory meeliften met de capaciteitsuitbreiding die in 2026 is voorzien met de komst van een datacenter van Google en met de bouw van huizen op het Suikerunieterrein.”
Bovendien, zegt Stolk, zal duurzaamheid een belangrijk onderdeel zijn van het plan. „Als de factory in de stad komt, kun je restwarmte gebruiken voor stadsverwarming. Vanzelfsprekend komen er zonnepanelen op het dak. Je kunt het zo regelen, dat de computer harder gaat werken als de zon volop schijnt.”
De investering zal ongeveer 200- tot 300 miljoen euro bedragen. De Europese Commissie betaalt de helft. Er zijn in heel Europa volgens Lucas zeven tot tien van dit soort factories voorzien. Belangrijk, omdat Europa dus minder afhankelijk moet worden van de Amerikaanse AI-technologie.
Urgent
Met de komst van de regering Trump is dit allemaal urgent geworden. De grote techbedrijven, zoals Meta van Mark Zuckerberg en X van Elon Musk, hebben zich aan de zijde van de president geschaard en hopen dat het gezamenlijk lukt om de Europese regelgeving voor sociale media en andere techbedrijven te doorbreken. Die regels moeten bijvoorbeeld desinformatie en haatzaaien tegengaan.
In Amerika worden er in de AI en andere big tech enorme bedragen geïnvesteerd. De AI-factory is daarbij vergeleken een druppel op een gloeiende plaat, beseft Lucas. „Maar als er in Europa tien van die factories komen, zijn het al tien druppels.”