Derk Gesink (links) en Pieter van Maldegem demonstreren hun drone. FOTO SIESE VEENSTRA Siese Veenstra
Rond 2020 komt de nieuwe generatie mobiel internet, 5G. In Noord-Groningen zijn ‘dronende’ en slimme boeren, onder regie van de Economic Board Groningen, nu al aan het experimenteren. Want het versturen van grote hoeveelheden gegevens kan hun werk een stuk makkelijker maken.
Precieze bemesting van de aardappels is van het allergrootste belang. Derk Gesink uit Mensingeweer: ,,Met te veel mest steken aardappelplanten meer energie in het ontwikkelen van loof dan van knollen. Je krijgt dan waterige aardappelen.’’
Het komt in de landbouw. Dat blijkt in een zogenoemd ofwel veldlaboratorium, van de Economic Board Groningen (EBD) rond 5G. Smart potatoes, slimme aardappelen. Drones om de vitaliteit van de gewassen te monitoren. Een beter management van jongvee. Meer kennis opbouwen over gras en maïs. Het komt er allemaal aan de orde.
Data verzamelen en kennis opbouwen. Daar gaat het om. De 5G-techniek (in het mobiele internet de opvolger van 4G) maakt het straks rond 2020 mogelijk hele grote bestanden snel te verzenden. Het veldlab van akkerbouwers en melkveehouders, TNO-medewerkers, een veearts, een student met agrarische achtergrond en een bovenmatige interesse voor innovatie proberen in de toekomst te kijken. Wat voor kansen biedt 5G aan agrarisch Noord-Groningen?
Eigenlijk is het al nauwelijks meer bijzonder in boerenland, want iedere agrariër is ermee bezig. Hier in Noord-Groningen gaan ze een stapje verder. Veearts Jos de Boer uit Loppersum sluit niet uit dat in de toekomst de conditie van vee op afstand via sensoren gevolgd kan worden. Het komt de gezondheid van de dieren ten goede en dus ook het rendement voor de boeren.
En aardappelboeren Derk Gesink en Pieter van Maldegem lijken eerder nerd dan boer, zó veel weten ze van ICT en online. Van Maldegem verklapt later dat hij een tijd werkzaam is geweest in de ICT.
Er passeren futuristische kwesties in het Noord-Groninger veldlab. Neem het project ‘Beter managen jongvee’, waarbij TNO en Ad van Velden (melkveehouder uit Kantens, eigenaar van Cownexxion) betrokken zijn. Uit de opfok van kalveren is namelijk veel meer te halen dan nu gebeurt.
,,Bij goed beleid heb je misschien minder kalveren nodig om tot dezelfde productie te komen’’, zegt Evert van der Akker van TNO. Van Velden vult aan: ,,Nu gebeurt het dat je kalveren moet bijkopen. Dat hoeft niet als je eerder kunt plannen welke kalveren je wilt opfokken tot melkkoe.’’
Dat betekent dat er kennis moet worden opgebouwd over het jongvee. Rond de opfok van kalveren moet meer worden gemeten en de data die dat oplevert moeten terstond voor analyse worden verzonden en het liefst moet per ommegaande de analyse komen, zodat meteen - als dat nodig is - maatregelen kunnen worden genomen. Die data verzenden lukt nu niet met het slechte internet op het platteland. 5G moet dat straks veranderen.
'Ik ben benieuwd of je van een slecht kalf een goede koe kunt maken'
Aan de hand van de data wordt kennis opgebouwd en kan bepaald worden welke kalveren de potentie van een goede melkkoe hebben. Veearts De Boer: ,,Maar ik ben ook benieuwd of je van een slecht kalf een goeie koe kunt maken. We weten het nu niet.’’ Gaandeweg wordt de fosfaatproblematiek ook meegenomen: door metingen te doen en kennis op te bouwen is die wellicht terug te dringen, maar met minder koeien is er óók minder fosfaat.
Veearts Jos de Boer: ,,We kunnen ook kijken naar de pens van de koe. Hoe efficiënt werkt die? Want de pens is wel de fabriek van de koe.’’
Een ander project is de . Derk Gesink en Pieter van Maldegem werken met andere boeren en een landbouwkundige in Agrofuture. De naam zegt het al: ze staan open voor een nieuwe manier van akkerbouw, die gebaseerd is op kennis. De maakkosten willen ze verminderen en de kwaliteit verhogen. Ze willen graag sensoren in het (poot)aardappelveld, maar die dingen kosten nu nog zo’n 1200 euro per stuk. Gesink: ,,Te kostbaar om er vier tot vijf per hectare te gebruiken.’’
Die sensoren moeten onder meer valschokken tijdens het rooien, temperatuur, vocht en bemesting meten. Derk Gesink: ,,Die sensoren kunnen je dingen vertellen die je nu nog niet weet. Je bent soms bezig je product te verknallen zonder dat je het weet. Eigenlijk zou zo’n sensor het hele productieproces mee moeten. Ook in de kist kan de sensor waardevolle informatie geven over een aardappel die te nat heeft gelegen.’’
Van Maldegem tekent wel aan dat de sensor tijdig verwijderd moet worden. ,,Wij doen in poters en in principe komen die niet bij de consument terecht’’, zegt de agrariër uit Vierhuizen, ,,maar je weet nooit wat er gebeurt als een restpartij verkocht moet worden. We mogen niet het risico lopen dat de sensor in de patat komt.’’
Nog een project: drones die met camera’s de vitaliteit van de gewassen meten. Van Maldegem: ,,Als je nu op het land bent, vraag je je af of je iets moet doen. Straks weet je het, want de foto’s van de drone worden geïnterpreteerd in een cloudcomputer.’’ Tijd is een belangrijke factor voor boeren, want ze zijn weerafhankelijk. Met 5G weten ze binnen een uur hoe de percelen erbij liggen.
En nóg een project: gras en maïs monitoren voor een melkveebedrijf. Ad van Velden: ,,Er zijn soorten en maten gras, maar als melkveehouder weten we er te weinig van.’’ Gras is eiwit voor de koeien, maïs energie.
'Je bent soms bezig je product te verknallen zonder dat je het weet. Een sensor voorkomt dat'
De drone van Gesink en Van Maldegem kan in dit project uitkomst brengen. Melkveehouders en akkerbouwers werken al steeds meer samen. Het is het nieuwe gemengde bedrijf, zeggen ze. Een perceel levert twee jaar gras en één jaar aardappels om maar wat te noemen.
De boeren willen steeds meer sturen in plaats van reageren. Ze zijn dan vaker op tijd in plaats van te laat. Dat kan op een verantwoorde manier als ze meer kennis opbouwen. Gesink: ,,In de boerenwereld geldt nog steeds: 1 dag te laat is 364 dagen te vroeg.’’
Peter Rake is namens EBG de programmamanager 5G. Hij stuurt de fieldlabs aan waarin de mogelijkheden van 5G voor Noord-Groningen worden onderzocht en getest. Zodat straks, rond 2020, allerlei sectoren meteen met 5G aan de slag kunnen. En wellicht een voorspong kunnen opbouwen.
Er zijn gepland op het gebied van ondermeer energie, gezondheidszorg, logistiek en agro. 5G stelt die sectoren in staat grote bestanden (1000 tot 10.000 keer zo groot als nu) supersnel te verzenden. Dat betekent bijvoorbeeld dat operaties op afstand gevolgd kunnen, want de arts ziet – niet onbelangrijk – realtime wat er gebeurt.
Peter Rake: ,,Als er vertraging in de overdracht van data zit, ben je tijd kwijt en kun je niet anticiperen. Dat kan voor tijd-kritische verkeerstoepassingen van groot belang zijn. Bijvoorbeeld bij platooning, als vrachtwagens in kolonne op korte afstand van elkaar rijden om brandstof te besparen. Ook kan een arts van afstand een patiënt in de ambulance onderzoeken.’’
Maar er wordt tevens gekeken of het zinnig is 10 gigabyte per seconde te kunnen verzenden. En over welke toepassingen heb je het dan? Rake: ,,5G gaat misschien niet direct voor volledig nieuwe innovaties zorgen, het versnelt de innovaties wel. In de fieldlabs vragen we wat er nodig is, zodat we straks wel een techniek neerzetten waar behoefte aan is.’’
EBG werkt daarom samen met grote telecompartijen als bijvoorbeeld KPN, Ericsson en Huawei. Nieuwe of redelijk nieuwe technieken als VR (virtual reality), internet of things, robots en drones zijn met 5G makkelijker te integreren in ons leven. Rake: ,,Je weet op dit moment echt niet wat het straks allemaal oplevert, maar ik zie wel mooie projecten voorbijkomen. Zo wordt er nagedacht over pakketbezorging op straatniveau. Een pakket wordt zo slim gemaakt dat het zelf de juiste route zoekt en zich aansluit bij andere pakketten die naar hetzelfde adres moeten.’’