Gerard Nijhoving van Senbis. Foto: Boudewijn Benting
De kleding van de toekomst. Senbis in Emmen zoekt het molecuul dat uiteindelijk textiel zonder plastic oplevert. Er wordt zwaar geschut ingezet, vertelt directeur Gerard Nijhoving.
Het hoeft niet, maar de kans is groot dat het T-shirt, overhemd of de spijkerbroek die je vandaag draagt, polyester bevat. Jaarlijks wordt voor de textielindustrie 50 miljoen ton vezels geproduceerd. Ruim de helft ervan is polyster (plastic).
In menselijk lichaam en oceanen
Bij de productie van de kleding, bij het dragen ervan, bij het wassen komen die plastics vrij. De microdeeltjes plastic komen in de lucht of het grondwater en in het menselijk lichaam. Niet bevorderlijk voor de gezondheid. Daarnaast dragen de plastics in kleding bij aan de plastic soep in de oceanen.
De verwachting is bovendien dat de vraag naar kleding, zeker gezien de groei van fastfashion, de komende jaren toeneemt. Nederlanders kopen volgens Milieu Centraal gemiddeld 50 kledingstukken per jaar. ,,En dat zal betekenen dat de berg plastic die we hier voor nodig hebben, alleen maar groter wordt’’, zegt Gerard Nijhoving.
Senbis zette meerdere producten van bioplastic op de markt
Nijhoving is managing director van Senbis. In Senbis leeft de onderzoek- en ontwikkelingstak van Akzo voort. De missie van Senbis is, kort door de bocht, het vervangen van regulier polyester (plastic dat in de natuur niet wordt afgebroken) door biopolyester dat wel afbreekbaar is.
Aansprekende resultaten zijn bijvoorbeeld de productie van touw voor de groenteteelt die het mogelijk maakt de berg groen afval die daarbij vrij komt veilig te composteren. Ook heeft Senbis de ontwikkeling van bijvoorbeeld afbreekbare vezels voor kunstgras, visnetten en draden voor grastrimmers op het palmares staan.
Een volgende stap moet de ontwikkeling zijn van biopolyester voor de textielindustrie. Die zijn er al wel. ,,Maar die zijn niet goed genoeg voor de textielindustrie. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ze te snel slijten of dat een kledingstuk op de strijkplank uit elkaar valt.’’
In een consortium met de RUG, NHL Stenden, Wageningen University and Research en TNO gaat Senbis nu op zoek naar het molecuul dat de basis kan vormen voor het biopolyster. Polyester met dezelfde eigenschappen als kunstmatig polyester, maar met het grote verschil dat het wel afbreekbaar is in de natuur.
Met de zoektocht, die de werktitel BioTTEK draagt, is een investering gemoeid van 6,6 miljoen euro. De helft wordt opgebracht door het Joint Transition Fund. Een fonds dat is gevuld met Europees geld bedoeld om gebieden economisch te ondersteunen die hard worden geraakt door de energietransitie.
Senbis is al jaren bezig met de ontwikkeling van biologisch afbreekbare garens. De kennisvoorsprong die dat oplevert, aangevuld met wetenschappelijk onderzoek moet in de ogen van Nijhoving een vliegwiel opleveren. De verwachtingen van de ondernemer in Nijhoving zijn hooggespannen. ,,We denken dat dit een groot product kan worden.’’
Nijhoving krijgt de JTF-subsidie uit handen van gedeputeerde Willemien Meeuwissen en uiterst rechts wethouder Guido Rink (Emmen). Foto: Boudewijn Benting
Kunstmatige intelligentie
Om die reden heeft Senbis extra mensen aangenomen. En vliegt TNO in met onder meer artificial intelligence (AI). ,,We werken met mensen die veel ervaring hebben in ontwikkeling, die verbanden zien. Maar je kunt niet alles in je kop hebben. Je weet niet wat overal in de wereld al is gedaan. Dat gaan we nu met AI juist wel doen. Daar stoppen we alles in wat wereldwijd al aan polymeren is gedaan en wat we erover weten. We laten AI los op data en literatuur. En dan zeggen we: maar nu willen we een product dat aan bepaalde specifieke eigenschappen voldoet. Hoe ziet dat molecuul eruit?’’
Resteert een cruciale vraag: wanneer ligt de plasticvrije kleding bij de H&M of Zara.
Een terechte vraag, zegt Nijhoving, ,,waarop ik eigenlijk niet durf te antwoorden. Maar goed je moet dromen. Ik hoop dat we over drie jaar een garen hebben waarvan we zeggen ‘dit lijkt erop’. Een garen dat we kunnen testen. Als dat werkt, moet het mogelijk zijn die garens op grote schaal te produceren. Ook daar komt veel bij kijken. Dan ben je toch wel zes jaar verder. Ik hoop dat het binnen tien jaar echt gelukt is. Dat we kunnen zeggen ‘nu gaat het feest echt beginnen, we gaan de wereld veranderen’.’’