De noordelijke provincies vragen Den Haag 180 miljoen voor een strijdplan tegen de stikstofuitstoot in de melkveehouderij. Foto: Archief DvhN
De stikstofuitstoot van de noordelijke melkveehouderij kan in vijf jaar tijd met zeker 20 procent worden teruggedrongen zonder uitkoop van boeren en bedrijfssluitingen.
De drie noordelijke provincies vragen in totaal 180 miljoen euro van Den Haag voor een gezamenlijk strijdplan. Daarmee kunnen ze boeren op weg helpen met investeringen die de stikstofuitstoot direct terugbrengen, van meer weidegang tot minder eiwitrijk voer.
Provincies willen nog dit jaar van start met stikstofoffensief
De provincies hopen nog dit jaar te beginnen. Met in totaal 4500 melkveebedrijven tellen Groningen, Friesland en Drenthe samen een kwart van de totale Nederlandse melkveesector. Met het pakket maatregelen dat de provincies nu in stelling willen brengen, kunnen boeren hun stikstofuitstoot met 20 tot 30 procent terugbrengen.
Als driekwart van de bedrijven meedoet, zou dat neerkomen op een gezamenlijke reductie van 20 procent, rekenen de noordelijke provincies het kabinet voor. Daarmee is de voorgestelde financiële injectie volgens hen tien keer effectiever dan de dure uitkoop van boeren tot dusver is gebleken.
Simpele stappen op bedrijf leveren meer op dan dure uitkoop
Het maatregelenpakket dat het Noorden nu voorstelt bij landbouwminister Henk Staghouwer en zijn collega Christianne van der Wal van natuur en stikstofbeleid, richt zich vooral op ‘laaghangend fruit’. Dat wil zeggen: stappen die melkveehouders eenvoudig op hun bedrijf kunnen zetten.
Zo kan de uitstoot alleen al met 40 procent worden beperkt met spoelleidingen voor de stalvloer. Daardoor komt niet alleen minder stikstof vrij vanuit de stal, maar het verdunt ook de mest in de gierkelder. De stikstof die daar in zit wordt daardoor beter opgenomen in de bodem als het wordt uitgereden op het land, zeker als er ook nog stoffen worden toegevoegd die de opname bevorderen.
Boer kan bijdrage vragen bij keus uit pakket maatregelen
Voor de boeren is deelname vrijwillig. Voor eenmalige investeringen kunnen zij een bijdrage van 15.000 euro aanvragen, voor jaarlijks terugkerende kosten voor maatregelen in de bedrijfsvoering 10.000 euro. In dit eerste opstartjaar verwachten de provincies daaraan 20 miljoen euro kwijt te zijn, in de daaropvolgende vier jaren het dubbele.
De sector zelf is nauw betrokken in het gezamenlijke aanbod dat het Noorden nu in Den Haag op tafel legt. LTO Noord-regiobestuurder Wietse Duursma reageert voorzichtig positief. ,,Dit sluit aan bij hoe wij de oplossingsrichting zien’’, zegt de melkveehouder en boerenbestuurder uit Bellingwolde.
LTO Noord is positief: ‘Kijken wat écht nodig is voor de natuur en wat daarbinnen kan’
,,Tot nog toe zoekt Den Haag de uitweg via dwingende maatregelen en opkopen op basis van theoretische modellen. Er is veel scherper zicht nodig op de werkelijke uitstoot. Goed meten en per gebied en bedrijf analyseren wat écht nodig is voor de natuur. Deze aanpak geeft boeren een kans te kiezen wat in hun specifieke situatie de efficiëntste stikstofoplossing is. De ruimte die er is, moet behouden blijven voor de landbouw en geregeld in de vergunningsverlening. Dan hebben boeren weer perspectief.’’’