Bij het binnenhalen van internationale bedrijven richt Noord-Nederland zich niet meer op grote industrie. De acquisitie focust op jonge, veelbelovende bedrijven die hier iets toevoegen. Maar missen we dan niet iets?
Elon Musk ging vrijdag op de koffie bij de Franse president Emmanuel Macron. Niet zomaar. Het was de tweede keer in korte tijd dat Musk en Macron elkaar troffen. Musk wil in Europa een tweede batterijfabriek bouwen. Macron wil graag dat hij dat in het noorden van Frankrijk doet.
Lef, trots, humor en gebaande paden
Zelf zal Musk er geen weet van hebben, maar zes jaar geleden stond de flamboyante Amerikaan aan de basis van campagne TopDutch die hem wilde verleiden zijn Europese gigafactory in Noord-Nederland te bouwen. Een missie die aanvankelijk werd versleten als kansloos.
Maar aan het eind van de rit werd duidelijk dat de opvallende campagne uit Nederland Musk wel degelijk aan het denken had gezet. Eemshaven, maar vooral Emmen, trokken maar net aan het kortste eind toen Musk voor Berlijn koos als plek waar auto’s en batterijen worden geproduceerd.
TopDutch, deel 1 stierf niet bepaald in schoonheid. Maar de campagne maakte wel duidelijk dat je met een dosis lef, trots, humor en het verlaten van begaande paden een eind kunt komen. ‘Jullie in Noord-Nederland blijven bij ons in beeld’, kregen de TopDutchers van Tesla te horen.
Grote industrie
Eind vorige maand zei Dina Boonstra, directeur van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM) dat wat haar betreft het binnenhalen van grote industrie voorbij is.
Kleinere bedrijven die waarde toevoegen aan de noordelijke economie, krijgen de focus, want ook in het Noorden raakt de ruimte op, verklaarde Boonstra. Zowel de gedeputeerde in Groningen (Rijzebol) als zijn evenknie in Drenthe (Brink), aandeelhouders van de NOM, wilde niets aan de woorden van Boonstra toevoegen.
Hoe industrie het leven in Emmen veranderde
Maar ga hierover in gesprek met Herman Idema in Emmen en je treft louter onbegrip. Idema is het gezicht van Ondernemend Emmen. Hij zegt Boonstra graag te laten zien waar in Emmen ruimte is. Die is er namelijk genoeg, meent hij.
Idema betreurt de tanende aandacht voor industrie. In zijn roep om een industrie-agenda voelt hij zich al lang een roepende in de woestijn. Aan de hand van zijn familiegeschiedenis kan hij in vijf zinnen vertellen hoezeer de maakindustrie in Emmen het leven heeft veranderd. Ten goede, zegt hij.
ProLogium kiest voor Duinkerken
Het Emmen van Idema was mogelijk in beeld bij een batterijfabriek. Het Taiwanese ProLogium was een van de vijf batterijfabrieken waarvan eind vorig jaar werd gezegd dat ze naar Groningen keken voor de bouw van een fabriek. ProLogium keek daarbij ook naar Emmen.
Maar Macron was doortastend. De Taiwanezen zwichtten voor de Franse charme en ongetwijfeld miljoenen euro’s vestigingssubsidie. Ze bouwen hun fabriek in Duinkerken. Dat past uitstekend in de plannen van Macron die het noorden van Frankrijk wil veranderen in een spil in de productie van autobatterijen.
Google in de Eemshaven.
Is Musk de volgende?
Niet heel verwonderlijk dus dat Musk een graag geziene gast is in Parijs. De volgende Europese Teslafabriek moet naar Frankrijk, zal Macron denken. Volgens geruchten die nergens worden bevestigd, hoort Tesla bij de vijf batterijfabrieken die in Noord-Nederland rondkeken. Het zou in elk geval passen bij de belofte die destijds aan TopDutch werd gedaan.
En dan is er nog het Brits-Koreaanse Eurocell. De bouw van hun gigafabriek in Noord-Nederland leek een jaar geleden zeker. Het bedrijf zei dat de gesprekken vergevorderd waren. De investering zou minimaal 800 miljoen bedragen. Geen kleine jongen dus, en ook Dina Boonstra was enthousiast. ‘Een geweldige bijdrage aan de energietransitie’, zei ze tegen Het Financieele Dagblad.
Eind vorige maand meldde datzelfde FD echter dat de komst van Eurocell onzeker is. ‘Het project is in de ijskast gezet’. Daarmee gaat het hard met afvallers op het lijstje van vijf ‘Groningse’ batterijfabrieken.
En nu lijkt het noorden van Nederland zelf ook grote industrieën uit te willen sluiten. Deze week zag TopDutch deel 2 het levenslicht. De campagne hanteert de gedachte: putting the Northern-Netherlands on the map. Daarbij vallen woorden als selectief en toegevoegde waarde.
Niet meer zoveel mogelijk grote bedrijven binnen willen halen, maar zoeken naar bedrijven die in het Noorden iets toevoegen, gaten in de keten opvullen, is het idee. Parels onder het noordelijke bedrijfsleven worden mede ingezet om buitenlandse start-ups en scale-ups te motiveren zich in het Noorden te vestigen.
Deuren die hier dichtgaan, gaan elders open
Dat is een strategie. Maar wel een waarbij je feitelijk deuren dichtgooit. Deuren die elders, zoals vrijdag in Parijs, wagenwijd open gaan.
Missen de noordelijke provincies niet een afslag? De gedachte achter TopDutch 1 was grote maakbedrijven proberen te strikken waar zich een innovatief netwerk omheen kon ontwikkelen.
Zou Philips bijvoorbeeld nog in Drachten gevestigd zijn als er geen region of smart factories omheen was ontwikkeld? Bedrijven die innovatieve technologie ontwikkelen waarvan Philips weer gebruik maakt. Het idee dat nu ontstaat is dat Noord-Nederland straks een netwerk heeft van slimme bedrijven. Maar te weinig grote maakindustrie die de daar ontwikkelde technologie toe kan passen.
Opzien baren
En vervagen de trots, lef, humor en niet-gebaande paden van TopDutch 1 in Noord-Nederland nu niet heel erg? Datzelfde lijkt op te gaan voor namen als Elon Musk en zijn Tesla of Nicola. Namen waarmee je als noorden van Nederland hoe dan ook opzien baarde in de wereld.
Google in de Eemshaven mag een ondoordringbare donkere doos zijn. Het bedrijf zet de haven internationaal wel op de kaart. On the map, om het in goed TopDutch te zeggen.