Terwijl de inflatie in veel andere eurolanden in september tot onder de 2 procent is teruggevallen, kwam deze in Nederland op een nog altijd hoge 3,5 procent. Dit meldt het CBS.
Vergeleken met een maand eerder is dit slechts een minimale daling van 0,1 procentpunt. De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak stegen in september met 6 procent ten opzichte van een jaar eerder. De prijzen van diensten klommen met 5,6 procent.
De energieprijzen waren wel beduidend lager dan een jaar eerder.
In juli veerde de inflatie op tot 3,7 procent door de ontwikkeling van de woninghuren. De huurprijzen stegen per 1 juli het sterkst in meer dan dertig jaar, volgens cijfers van het CBS. De stijging was het grootst bij sociale huurwoningen. „Hiervoor waren huurstijgingen vaak aan de lage kant door de hoge inflatie, energieprijzen en de coronaperiode, zodat lage inkomens een hogere koopkracht hadden”, legde CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen eerder uit. „Dit jaar is dat anders.”
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode kwam in september uit op 3,3 procent, gelijk aan een maand eerder. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
De inflatie speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Eerder schroefde de centrale bank de rente flink op om de hoge inflatie te beteugelen. Maar doordat de inflatie in de eurozone inmiddels een stuk lager is dan voorheen, kan de rente weer omlaag. Vorige maand heeft de ECB de rentetarieven in de eurozone voor de tweede keer dit jaar verlaagd. Met die verlaging van de leenkosten zou de ECB ook het kwakkelende economische herstel in het eurogebied kunnen aanjagen.
Het gaat om een eerste raming. Het CBS publiceert het definitieve cijfer op 8 oktober.