President Donald Trump, hier aan boord van Air Force One, benadrukte afgelopen week zijn voornemen heffingen op te leggen. Foto: AFP/Mandel Ngan
Direct na zijn aantreden leek de druk even van de ketel. Maar afgelopen week benadrukte Donald Trump opnieuw zijn voorliefde voor invoerheffingen. Wat moet het Noorden doen?
Voor Royal Avebe in Veendam is Amerika een ‘belangrijke markt’. Het aantreden van Trump als nieuwe president is voor het bedrijf een reden om alert te zijn, laat een woordvoerster weten. ‘We monitoren de situatie en maken continu een inschatting van mogelijk scenario’s. Dat doen we altijd bij wereldwijde, (geo)politieke situaties’.
Heffingen zullen ‘fors’ zijn
In het monitoren is Avebe ongetwijfeld Trumps toespraak bij het World Economic Forum in Davos opgevallen. Daar dreigde de nieuwbakken president vorige week importheffingen in te voeren op alle buitenlandse producten die de VS binnenkomen.
Trump bevestigde zijn voornemen deze week en voegde eraan toe dat de Amerikaanse heffingen ‘fors’ zullen zijn. ‘Veel hoger’ dan de 2,5 procent waarover zijn minister van Financiën, Scott Bessent, eerder sprak. Mexico en Canada kregen bijvoorbeeld heffingen opgelegd van 25 procent.
Kartonproducent Eska in Hoogezand zit op het vinkentouw, vertelt een zegsman van het bedrijf. Eska in heeft een vestiging in de VS. ‘We volgen de ontwikkelingen, al gaan we er vooralsnog vanuit dat de heffingen voor ons product geen impact hebben’.
De eigen markt beschermen en banen creëren voor Amerikanen zijn de drijfveren voor Trump. Het zit de republikein dwars dat Amerikanen meer spullen halen uit Europa dan andersom. De balans moet hersteld, vindt hij.
Europa moet het spel van Trump leren spelen
Het spel dat Trump speelt is anders dan het spel dat we in Europa kennen, zegt Sieger Dijkstra, voorzitter van VNO-NCW MKB Noord. ,,Het is zaak dat we in Europa leren dat spel ook te spelen.’’
Wanneer Trump dreigt met heffingen moet Europa weten wat het daartegenover kan stellen. ,,Dan kun je denken aan specifieke en belangrijke producten die de VS nodig hebben en in Europa worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan de chipsmachines die ASML maakt.’’
Alles bij elkaar is een eventuele handelsoorlog niet goed voor veel bedrijven in Noord-Nederland, zegt Dijkstra. Het ondernemersklimaat is niet meer guur te noemen. Het is kil.
Vooral de hoge energietarieven spelen bedrijven in het Noorden parten, zegt Dijstra. Dat kostte bedrijven als Aldel (aluminium) en PMC (schrootverwerker) al de kop.
Dijkstra spreekt bedrijven die de noodklok luiden. ,,Dure energie, de stikstofproblematiek en daar komen mogelijk importheffingen nog bij. De concurrentiepositie van het noordelijk bedrijfsleven. Het is niet best.’’
Leegloop en gecancelde investeringen in Groninger havens
De moeilijke positie van noordelijke bedrijven werd vorige maand onderstreept door directeur Frans Alting van Samenwerkende Bedrijven Eemsregio. Hij sprak van een leegloop. Directeur Cas König van Groningen Seaports zei enkele weken dat een groeiend aantal bedrijven afziet van voorgenomen investeringen in de Groninger havens.
Wat bestuurder Albert Kuiper van vakbond FNV betreft, is de tijd van rinkelende noodklokken voorbij. ,,We zitten al in de tijd dat bedrijven stoppen.’’
Europa moet meer op eigen benen kunnen staan, meent Kuiper, minder afhankelijk zijn van China en de VS.
Als het om energie gaat loopt Nederland uit de pas
Dat begint volgens hem bij eerlijke concurrentie in Europa zelf. ,,Zeker als het gaat om energiekosten loopt Nederland uit de pas. Ondernemers in bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland betalen veel minder voor energie.’’
Kuiper pleit er al jaren voor goedkopere energie in Nederland. ,,We willen van het gas af, maar dan moet er wel een plan zijn. Nu kost deze operatie kwaliteitsbanen. Dan zeggen overheidsinstanties dat er ‘groene’ banen voor terugkomen, maar als je dan vraag welke banen dat zijn, blijft het stil.’’
De eigen industrie beschermen tegen Amerikaanse importheffingen, moet dan ook op tafel liggen, vindt Kuiper. ,,Ja, dan moeten wij de VS ook invoerrechten opleggen. Omarm onze eigen maakindustrie.’’