De gaswinning in Groningen stopt en handelsonderneming GasTerra wordt opgeheven. Wie zorgt straks voor voldoende gas in Nederland? Een interview met Coby van der Linde, topexpert op het gebied van energie. ,,De onzekerheid daarover is ongemakkelijk.”
Met de voorgenomen afbouw van GasTerra is de sloop van het gasgebouw begonnen. Hoe komt Nederland aan gas als in 2022 het Slochterenveld is gesloten en de Groningse gashandelsonderneming, verkoper van Groningengas en importeur van buitenlands gas, niet meer bestaat?
‘Ongemakkelijk’ noemt Coby van der Linde de onzekerheid die daarover bestaat. Ze is deeltijdhoogleraar Geopolitiek en Energiemanagement aan de RUG en directeur van het Clingendael Energy Programme. Ze is vol begrip over het besluit om vanwege de aardschokken te stoppen met de gaswinning, maar bezorgd over de achteloosheid waarmee Nederland een toekomst zonder eigen gasbron tegemoet gaat.
Neem de voorgenomen opheffing van GasTerra. Het bedrijf heeft de taak het Gronings gas te verkopen. De aandeelhouders (Staat, Exxon en Shell) hebben de afbouw gelast omdat het Slochterenveld dicht gaat. GasTerra sluit echter ook de contracten voor de import van gas, waar Nederland uiteindelijk geheel van afhankelijk is.
Een rapport van de handelsonderneming vermeldt dat van de Nederlandse gasbehoefte in Nederland nog maar een procent gedekt is door langetermijncontracten. Naar verwachting gaat de gasbehoefte in Nederland pas na 2030 afnemen.
Van der Linde: ,,Daar zou ik graag meer duidelijkheid over willen hebben. In Den Haag wordt gezegd: dat regelt de markt. Maar die kiest niet per definitie voor het publieke belang. GasTerra is een Europees gashandelsbedrijf. Het is straks klaar met zijn taak voor het Nederlandse gas, maar niet met zijn taken op de Europese markt. Wie beheert de lange-termijncontracten die GasTerra heeft afgesloten?”
Van der Linde denkt niet dat de grote energiedistributiebedrijven staan te trappelen om de publieke taak van GasTerra over te nemen. Door marktontwikkelingen hebben die de afgelopen tien jaar vele miljarden moeten afschrijven op onder meer hun energiecentrales. Van der Linde: ,,Het is zeer de vraag of zij dat willen.”
Van der Linde: ,,Er had een openbare discussie moeten plaatsvinden over de vraag of het bedrijf wellicht met een andere aandeelhoudersstructuur en een iets andere opdracht voortgezet had moeten worden. Je hebt te maken met een instituut dat de markten van aardgas en groen gas kent en mogelijk een rol in waterstof had kunnen spelen. Die wordt in de toekomst belangrijk.”
,,Het lijkt erop of ze in Den Haag zo zijn getraumatiseerd door die aardschokellende dat ze niet meer willen nadenken over de rol van gas in de energietransitie; gas moet uit ons systeem, uit ons denken en uit onze buizen verdwijnen. Dat bemoeilijkt de tussenstappen die je moet maken naar 2050, wanneer we energieneutraal willen zijn. Dat is best nog een lange periode.’‘
,,We zijn in dit land verwend met een energiesysteem met weinig storingen. Als je dat zo wilt houden, moet je tijdig voldoende gas aantrekken. Als je te lang wacht, moet je misschien langetermijncontracten sluiten op een moment van schaarste op de markt, bijvoorbeeld door een grote vraag uit Azië. Dat kan een piek in de prijzen geven. Omliggende landen hebben wel een mix van kort- en langlopende contracten.”
In de periode dat een voortijdige sluiting van het Groningenveld nog ondenkbaar was, bereidde Nederland zich voor op de periode dat na pakweg 2025 de productie zou afnemen vanwege afnemende druk in ‘de bel’. Het investeerde miljarden in de zogeheten ‘gasrotonde’; nieuwe leidingen en een thans succesvolle handelsbeurs (TTF) moesten ons land tot centrum voor handel, distributie en opslag van gas voor Noordwest-Europa maken. Wat blijft er van die ambitie over als Nederland zelf geen gasbron meer heeft?
Van der Linde: ,, In Den Haag zeggen ze: de TTF is heel liquide. Daarom vertrouwen ze er ook op dat er genoeg gas deze kant op komt. We weten niet of dat zo blijft als die Groningse buffer eronder weg is. En als wij roepen dat we helemaal van het gas af willen, is dat voor andere partijen geen uitnodiging hier te investeren. Uiteindelijk is er in Nederland geen thuismarkt meer.”
Van der Linde: ,,Daar liggen kansen. Maar mogelijk is voor Nederland aardgas een mooie springplank naar de handel in groene waterstof, als die op industriële schaal geproduceerd gaat worden. Daar ligt perspectief.”
Van der Linde: ,,Geopolitiek gezien is het onderhouden van economische relaties goed. Dat dwingt landen wederzijds met elkaar in gesprek te blijven. Rusland heeft daar ook belang bij. Het heeft heel veel geld geïnvesteerd in gasroutes naar Noordwest-Europa. Die investeringen wil het natuurlijk terugverdienen. Maar het is verstandig ook voor andere opties te zorgen.’‘
,,Denk daarbij eerst ook aan zonne-en windenergie, en later groene waterstof. Dat is binnenlandse energie; goed voor de handelsbalans. Wat het gas betreft: Nederland heeft een LNG-terminal, de Gate Terminal in Rotterdam. Misschien moet je de capaciteit daarvan uitbreiden. Of een tweede terminal bouwen. Dan ben je nooit afhankelijk van één gasroute.”
De hoogleraar is enthousiast over de plannen van Noord-Nederland voor de waterstofeconomie. Mogelijk compenseert die de werkgelegenheid die op termijn wegvalt door het einde van de gaswinning.
Van der Linde: ,,Er zit best vaart in die plannen rond de Eemshaven, hoewel de grote investeringsbeslissingen nog genomen moeten worden. Maar er hoeft zich maar een kleine mismatch in tijd voor te doen, en je hebt een probleem. Dan verdwijnen tussentijds werkgelegenheid en kennis. En aan elke baan in de gaswinning zitten weer een paar afgeleide arbeidsplaatsen vast.”
Ze begrijpt „dat dit voor sommige mensen een nare opmerking is” en daarom zegt ze het heel voorzichtig: „Eigenlijk was het goed geweest als de gaswinning op een laag, veilig gaswinningsniveau was doorgezet. Dan was er meer zekerheid geweest dat de kennis van gas behouden was gebleven voor de ontwikkeling van de waterstofeconomie. Maar we konden het niet eens worden over wat een veilig winningsniveau is.”
Ze noemt zichzelf een kind van de gasgeneratie. Ze werd in 1957, twee jaar voor de ontdekking van het gasveld onder Slochteren, geboren in het Zeeuwse Terneuzen. ,,Het was in die regio niet vanzelfsprekend dat iemand als ik kon gaan studeren. Dat ik daar wel de kans voor heb gekregen, komt doordat we dankzij het gas uit Groningen een heel solidair Nederland hebben kunnen opbouwen. Ik heb daardoor een gelukkiger leven kunnen leiden. Mensen staan er niet altijd bij stil wat gas uit Groningen voor Nederland heeft betekend.”
Ze heeft dan ook met treurnis waargenomen hoe de omgang met energie – een thema dat haar zo dierbaar is – het Noorden het afgelopen decennium twee keer trof: de aardschokken in Noord-Groningen en de komst van de windparken in de Drents-Groningse Veenkoloniën. ,,Ik kom zelf ook uit één van de randen van Nederland. Ik begrijp dat de mensen hier zich in hun bestaan bedreigd hebben gevoeld.”
Dat wordt in de Randstad niet altijd begrepen, zegt ze. ,,Mensen daar hebben vaak een uitzicht van vijftig meter. Als er 100 meter verderop iets wordt gebouwd malen ze daar niet zo gauw om. Voor mensen op het platteland is ruimte een heel ander concept. Ze leven met een breed beeld van de lucht. Die verbondenheid tussen het open landschap en de monumentale boerderijen die worden verwoest in Noord-Groningen…”
,,Mensen in Rotterdam en omgeving hebben ook hun issues met al die zware industrie. Daar zeggen ze: ‘Mensen in Groningen rijden op de benzine die hier wordt gemaakt, maar ze hebben geen last van de industriële vervuiling die we er hier van hebben.”
,,Een samenleving vraagt om een eerlijke verdeling tussen lusten en lasten. Daar zijn open gesprekken voor nodig. Sinds een jaar of tien weten we dat niet meer goed te organiseren. Na de aardschokken hadden ze niet meer over die windparken moeten beginnen. In de politiek is het leed van de mensen in Groningen hard uitgespeeld. Daar werd het probleem van de aardbevingen gekoppeld aan duurzaamheid.’‘
,,De focus had moeten liggen op een oplossing voor de bestaanszekerheid op korte termijn. Wat heb je aan de bouw van nieuwe energieneutrale woningen, als door de scheuren in je eigen huis de wind naar binnen waait? De mensen voelen zich terecht in de steek gelaten.”
Van der Linde: ,,De media hebben heel stellig over dat tijdstip bericht. Ze hebben niet gekeken naar de randvoorwaarden die aan de minister zijn voorgehouden in de begeleidende adviezen. De grootste bottleneck op dit moment is de extra leidingcapaciteit die tussen Noord-Duitsland en Nederland moet komen. Daar komt buitenlands hoogcalorisch gas het land binnen, en gaat bewerkt tot laagcalorisch gas terug naar Duitsland. Mogelijk komt door de stikstofaffaire daar te laat toestemming voor. Maar dat zal echt niet tot jaren vertraging leiden.”