GasTerra-topvrouw Annie Krist vindt een nieuw staatsbedrijf voor leveringszekerheid gas niet zo’n goed idee. ‘In andere landen koopt de staat ook niet het gas in’
Ruim tweeënhalf jaar nadat de aandeelhouders Staat, Esso en Shell vanwege het einde van de gaswinning besloten tot de afbouw van GasTerra, was er plotseling de roep om het voortbestaan van de in Groningen gevestigde gashandelsonderneming. Het zou Nederland moeten helpen om de import van Russisch gas af te bouwen en tegelijkertijd de leveringszekerheid veilig te stellen door nieuwe leveranciers te vinden.
‘Nationaal of Europees handelshuis’
Na een advies van de Mijnraad aan het kabinet om het bedrijf niet op te doeken, was er vorige week een (breed gesteunde) motie van de Tweede-Kamerleden Pieter Grinwis (CU) en Henri Bontenbal (CDA) om het bedrijf te behouden als ‘nationaal of Europees gashandelshuis voor Europa’. In Het Financieele Dagblad pleitten ondertussen PvdA-prominenten voor het behoud van GasTerra als handelshuis voor groene waterstof.
Dinsdag kwam staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) met het standpunt van het kabinet: GasTerra sluit volgens planning eind 2024, maar wellicht komt er een nieuw bedrijf dat zorgt dat er voldoende gas naar Nederland komt en niet langer afhankelijk is van één leverancier. In de discussie worden dat de publieke belangen genoemd.
Hoe kijkt Annie Krist, sinds vijf jaar CEO van GasTerra, terug op het verloop en de voorlopige uitkomst van het debat? ,,De medewerkers waren vereerd dat er werd gesproken over een doorstart”, vertelt ze. ,,Dat is een erkenning van het maatschappelijk nuttige werk dat we doen.”
Ze wijst er echter op dat de kennis van GasTerra vooral de markt van per pijpleiding aangevoerd aardgas betreft. Nederland wil nu echter veel meer LNG (vloeibaar aardgas) uit andere werelddelen importeren. Krist: ,,Daar hebben wij nog nooit in gehandeld. Dat geldt ook voor groene waterstof. Alle kennis die we wel hebben, delen we zo lang we nog bestaan. Momenteel vooral met het ministerie van Economische Zaken. ”
Een doorstart met de huidige aandeelhouders ligt sowieso niet in de rede, meent zij. ,,Het ligt niet zo voor de hand dat Esso en Shell zich geroepen voelen om publieke belangen te dienen. Er werd ook wel gezegd: Ga dan door met de Staat als enige aandeelhouder. Dan hebben we er, naast Gasunie en Energie Beheer Nederland (EBN – red.), nog een staatsbedrijf bij. Of dat zo gelukkig is…’’
Bovendien: ,,Wij zijn nu een publiek-private onderneming die zowel commerciële als publieke doelen nastreeft. De vraag is of je die twee kunt loskoppelen. Het is heel ingewikkeld om alleen die publieke belangen - leveringszekerheid en diversiteit van gasleveranciers - na te streven. Een gashandelshuis is voor de helft een financiële onderneming. Je moet enorme risico’s afdekken. Daarvoor heb je aandeelhouders met diepe zakken nodig.”
‘Goed idee?’
Krist wijst er op dat het lastig wordt om meerdere gasleveranciers te vinden om afhankelijkheid van één land te voorkomen, zoals nu met Rusland het geval is. De CEO: ,, Er zijn maar weinig landen die gas produceren. En met een aantal daarvan wil je ook liever niet handelen. De VS wil ons nu schaliegas (in de vorm van LNG, red.) verkopen, maar hoe lang vinden we dat een goed idee? De winning ervan heeft volgens veel Nederlanders zo veel milieubezwaren, dat we er in eigen land niet aan willen.”
Krist vindt niet dat Nederland ‘te achteloos’ heeft toegezien dat na het einde van de gaswinning ook de afbouw van gashandelsonderneming GasTerra werd ingezet. Het is begrijpelijk dat voor de leveringszekerheid op de markt werd vertrouwd, meent ze, want ons land heeft een gezonde gasmarkt waardoor een toereikende toevoer bijna vanzelfsprekend was. ,,In andere landen wordt het gas ook niet door de staat gekocht. En wie heeft de oorlog voorzien?”
Hoe blijven koken en stoken?
Wat kan het kabinet volgens Krist doen om te zorgen dat Nederland de komende jaren kan blijven koken en stoken?
Ze denkt even na. ,,Je zou alle gasleveranciers in het land, en dat zijn er heel veel, kunnen verplichten om voldoende voorraad in de bergingen op te slaan om ’s winters hun eigen klanten te bedienen. Een andere oplossing zou kunnen zijn dat je de eigenaren van de bergingen met een subsidie prikkelt om de bergingen te vullen als ze daar nog ruimte in hebben. Dat kost veel geld. Maar als je alle mensen moet compenseren voor de hoge energierekeningen, ben je ook veel geld kwijt.”