Achtergelaten rommel bij de Hoornseplas. Foto: Jaspar Moulijn
Waarom richten mensen bij zomerse picknicks en barbecues vaak complete ravages aan, terwijl iedereen weet dat milieuvervuiling een groot probleem is? Omgevingspsycholoog Thijs Bouman heeft een vermoeden. ,,Het is besmettelijk.’‘
Bij het Meerschap Paterswolde stijgt met het kwik ook de verbijstering over wat medewerkers aantreffen rond de Hoornseplas, het Hoornsemeer en het Paterswoldsemeer in Groningen. Meloenschillen en complete spijkerbroeken in toiletpotten, halfvolle kratten bier en doosjes aardbeien in het gras, overal kampvuurresten en lachgastanks: na een zomerse dag kost het de beheerders een hele ochtend om de terreinen toonbaar te maken.
Ook andere recreatieplassen, stadsparken en -stranden hebben het bij warm weer zwaar te verduren. Best raar, als je bedenkt dat zwerfafval en milieuvervuiling hot topics zijn. Gooien we daar stiekem allemaal met de pet naar?
Voor de natuur zorgen is belangrijk, maar ontspannen ook
Zo zit het niet, zegt omgevingspsycholoog Thijs Bouman van de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Er is heel veel onderzoek naar wat voor waarden we belangrijk vinden. Goed zorgen voor de natuur en je omgeving horen daarbij. Mensen handelen daar ook vaak naar. Maar wat je doet, hangt ook van de context af.’’
We hebben namelijk ook ‘hedonistische waarden’, legt Bouman uit: we hechten eraan om van tijd tot tijd lekker te ontspannen en plezier te hebben. ,,Op een stranddag ligt de nadruk op plezier, comfort en gemak. Dan kun je eerder volgens je hedonistische waarden gaan handelen en doe je misschien dingen die je anders niet zou doen.’’
Thijs Bouman
Wie voelt zich verantwoordelijk?
Zit je, bij wijze van spreken, lekker onder je parasol een ijsje te eten terwijl de meegebrachte muziekbox je favoriete nummer speelt, dan heb je waarschijnlijk bar weinig zin om door de brandende zon naar een prullenbak te sloffen met een kleverige verpakking. Die laat je liever even naast je liggen. Helemaal als je ziet dat iedereen om je heen dat doet.
,,Het is veel minder moeilijk om troep te maken waar het al een troep is’’, beschrijft Bouman. ,,Dan is als het ware de norm gezet: hier kun je prima afval laten liggen. Begint het ergens, dan is het besmettelijk.’’
Daarbij is het niet altijd even duidelijk wiens taak het precies is om op te ruimen. ,,Als je met een grote groep bent, wie voelt zich dan verantwoordelijk voor het afval? Is jouw bijdrage aan de totale rommel klein, dan denk je misschien: daar zorgt iemand anders maar voor. Of je gooit je eigen spulletjes wel weg, maar laat de rest liggen.’’
‘Maak mensen bewust van de consequenties’
Is er iets tegen te doen? Naast simpelweg zorgen voor voldoende prullenbakken, kan aanspreken — of borden plaatsen — ook goed helpen. ,,En dan op zo’n manier dat mensen zich bewust zijn van de consequenties van hun gedrag’’, zegt Bouman. ,,Zeg niet enkel ‘dat mag niet’, maar leg uit waarom. Geef er redenen bij: niemand wil op een vies strand of grasveld zitten; en het is slecht voor de natuur.’’
Soms, zegt Bouman, werkt het ook om mensen over hun eigen gedrag te laten nadenken. ,,We hebben bijvoorbeeld studies gedaan in dierentuinen, over de vraag of je een dier mag lokken. Als je bezoekers zelf laat bedenken waarom lokken geen goed idee is, zijn ze daarna minder snel geneigd dat te doen. Zo overtuigen ze eigenlijk zichzelf.’’