Een vakantievlucht van Tui op Groningen Airport Eelde. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het kabinet stemt in met het verzoek van Groningen Airport Eelde om ruimere openingstijden te hanteren. De luchthaven mag ‘s avonds een uur langer open. Op termijn biedt dat ruimte voor 150 extra vluchten per jaar.
In een later stadium mag Eelde ook een halfuur eerder open, mits er voldoende luchtverkeersleiders beschikbaar zijn. Dat staat in het ontwerp-luchthavenbesluit van PVV-minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat). Dat besluit bepaalt wat er wel en niet is toegestaan op luchthavens en regelt geluidsnormen en bebouwing rond het vliegveld.
Groningen Airport Eelde (GAE) diende afgelopen zomer een aanvraag in voor een luchthavenbesluit. Het kabinet ziet geen bezwaren om meer vluchten mogelijk te maken.
Meer vluchten op één dag
Een grote wens van GAE is de verruiming van de openingstijden. Momenteel is de luchthaven open van 06.30 uur tot 23.00 uur. Dat is, vanwege de noordelijke ligging van Eelde, net te krap om op één dag twee keer heen en weer te vliegen naar een vakantiebestemming. Binnen het ontwerpbesluit kan dat wel. De verwachting is dat de verruiming 150 extra vakantievluchten mogelijk maakt.
Uit berekeningen blijkt dat die extra vluchten de huidige regels voor geluid niet overschrijden. Het vliegveld produceert op dit moment minder geluid dan is toegestaan, en nieuwe vliegtuigen zijn stiller geworden. In 2024 verving de KLM Flight Academy een deel van de vloot lestoestellen door nieuwe modellen.
Vier extra handhavingspunten
Om de geluidsdruk van de luchthaven beter te kunnen monitoren, komen er vier extra handhavingspunten. Dat zijn punten rondom de startbaan waarop het geluid berekend wordt op basis van metingen en andere gegevens.
De huidige twee meetpunten aan de kop en staart van de baan voldoen volgens het ministerie van I&W niet langer. Met vier extra punten kan de Inspectie voor Leefomgeving en Transport beter in de gaten houden of de luchthaven zich aan de geluidsnormen houdt.
Nog niet definitief
Belanghebbenden kunnen vanaf 7 februari op het ontwerpbesluit reageren, of bezwaar instellen. Daarna wordt het besluit besproken door de Tweede Kamer en moet de Raad van State advies uitbrengen. Eind 2025 kan er een definitief besluit worden genomen door het kabinet.