Jantina van der Broek bij een vitrine met speelgoed van Playmobil. Foto: Geert Job Sevink
Indianen, ridders en bouwvakkers. Met die poppetjes kwam vijftig jaar geleden Playmobil op de markt. Nu zijn ook veel volwassenen er van in de ban. In Speelgoedmuseum Roden is een expositie.
Waar een oliecrisis al niet toe kan leiden. Begin jaren zeventig ondervond Horst Brandstätter, fabrikant in plastic en speelgoed, de gevolgen van de stijgende olieprijzen. Hij zocht de oplossing in het maken van kleiner speelgoed, waarvoor je dus minder grondstoffen nodig hebt. Het concept van Playmobil was geboren. Deze poppetjes zijn 7,5 centimeter groot en daardoor net groot genoeg voor kinderhandjes.
Nederlandse groothandelaar
„Het was nog niet meteen een doorslaand succes”, vertelt Jantina van der Broek, directeur van Speelgoedmuseum Roden en van Museum Havezate Mensinge. „Maar op zeker moment was er een Nederlandse groothandelaar, Otto Simon, die een grote order plaatste en het speelgoed op de markt bracht. Toen brak het door.”
De eerste poppetjes hadden drie thema’s: bouwvakkers, ridders en indianen. Het begrip genderneutraal kende destijds nog bijna niemand, dus vormden jongetjes de doelgroep. Na een paar jaar kwamen er ook vrouwen- en meisjesfiguren op de markt en thema’s die de harten van meisjes moesten veroveren.
„In de loop der jaren zijn er nog veel meer thema’s bijgekomen”, vertelt Van der Broek. Zelf is ze in 1975 geboren en speelde ze ook met Playmobil. „Mijn twee dochters deden dat ook. De een koos wat meer voor jongensfiguren, de ander voor meisjesfiguren.”
Verzamelaars
Voor de expositie deed het museum een uitgebreid beroep op de verzamelaars van Playmobilfiguurtjes, van wie sommigen uitgebreid materiaal afstonden. Ook de fabrikant stelde veel materiaal beschikbaar. Zo ontstaat een aardig beeld van hoe het speelgoed zich in de loop der jaren ontwikkelde. In een van de vitrines zien we de poppetjes gecombineerd met de auto van Knight Rider en het busje van The A-Team.
Uit de bijgaande teksten blijkt dat Playmobil dit thema een jaar of tien geleden op de markt bracht, terwijl de televisieseries Knight Rider en The A-Team uit de jaren tachtig dateren. „Hieraan kun je zien dat Playmobil ook bij volwassenen tot de verbeelding spreekt”, legt Van der Broek uit. „Zij leggen hele verzamelingen aan en kunnen zo ook hun jeugdherinneringen vormgeven.”
Hoogwaardig speelgoed
Maar ook kinderen hebben er hoogwaardig speelgoed aan, zegt Van der Broek. „Ze kunnen er heel goed hun fantasie mee ontwikkelen”, zegt ze. „Je kunt bijvoorbeeld allerlei historische situaties nabouwen, of een prinsessenpaleis maken. Een van de verzamelaars speelde heel veel met brandweerpoppetjes van Playmobil en is nu zelf brandweerman.”
Kinderen spelen er dus nog veel mee, en gelukkig zijn de poppetjes ook erg duurzaam. Daardoor gaan ze langer mee dan de kinderen er mee spelen. Dit heeft ook een keerzijde, want veel ouders kopen Playmobil tweedehands. Daardoor zet de fabrikant weinig nieuw speelgoed af waardoor het financieel niet zo goed gaat.”
Stevige verbouwing
De expositie is nog tot en met 5 januari te zien. Als alles goed gaat, sluit het museum daarna een tijdje, voor een stevige verbouwing. Het pand is wel aan vernieuwing toe. De benodigde 2,6 miljoen euro ligt nog niet op tafel, maar Van der Broek is optimistisch gestemd. „Het Mondriaanfonds vindt onze plannen goed. Daar werken veel mensen met kennis van de museumwereld en dat zal het makkelijker maken om ook geld van andere fondsen te krijgen.”
„We moeten er hard aan trekken om als museum relevant te blijven. Daarvoor is de verbouwing ook hard nodig. Hopelijk trekt de Playmobil-tentoonstelling veel liefhebbers en gezinnen met kinderen naar het museum. We hebben nu jaarlijks 20.000 tot 30.000 bezoekers, maar willen na de verbouwing doorgroeien tot 50.000.”