Rutger Bakker van Makelaardij Het Raadhuis in Beilen krijgt gemiddeld tussen de 5 en 25 reacties op een woning. Foto: Marcel Jurian de Jong
Ook op het platteland is de woningnood hoog. Vooral twintigers zijn de dupe, blijkt tijdens een rondgang in Beilen.
Op een zonovergoten middag zie je in het centrum van Beilen meer ouderen op straat dan jongeren. Dat is niet zo gek, want jongeren gaan op dit tijdstip naar school of zijn aan het werk. De 23-jarige bakker Corné Schep, die net zijn auto op het Raadhuisplein heeft geparkeerd, heeft dat al achter de rug.
Schep woont nog bij zijn ouders. Bij Thuiskompas staat hij ingeschreven voor een sociale huurwoning. Hij weet niet hoelang de wachttijd is, alleen dat het nog jaren zal duren. Veel zorgen maakt hij zich nog niet. Uiteindelijk wil hij ook weg, misschien wel naar Groningen. „Dat is een leuke, levendige stad. Mijn zus woont daar ook.”
De gevolgen van de woningnood in Nederland zijn ongelijk verdeeld. Deze treft vooral starters op de woningmarkt, blijkt uit de jaarlijkse woningmarktmonitor van ABN Amro Bank. Niet alleen in de steden, ook op het platteland moeten ze vaak vele jaren op een sociale huurwoning wachten. Door enorme prijsstijgingen van de koophuizen vallen ook die steeds meer buiten hun bereik. Gevolg: steeds meer twintigers wonen noodgedwongen bij hun ouders.
‘Voor minder dan drie ton kun je hier geen fatsoenlijke woning meer krijgen’
Sylvia Postema (52), die op het terras van het lunchrestaurant waar ze in Beilen werkt samen met haar collega Monique een shaggie rookt, kan erover meepraten. Haar twee oudste dochters hebben naar eigen zeggen ‘met veel geluk een huis kunnen kopen’. Die zijn letterlijk onder de pannen. Haar twee zoons van 20 en 23 jaar wonen allebei nog thuis. „Ik zie het niet gauw gebeuren dat zij een eigen onderkomen vinden.”
Volgens de in Beilen geboren en getogen Postema willen veel jonge Beilenaren in hun dorp blijven wonen. „Maar voor minder dan drie ton kun je bijna geen fatsoenlijke woning meer krijgen. Voor de meeste starters is dat te veel. Aan huizen die nog wel betaalbaar zijn, moet meestal veel worden geklust. Daar moet je maar net de tijd voor hebben.”
Monique vertelt dat je er ook moeilijk tussen komt als er een woning van drie ton vrijkomt. Als een huis op Funda verschijnt, is het vaak al te laat. „Wie niet snel genoeg belt, krijgt vaak te horen dat de bezichtigingsdagen al vol zitten. Je krijgt dan dat mensen tegen elkaar opbieden. Dan wordt dat huis van drie ton wat je dacht te kunnen betalen, uiteindelijk verkocht voor 360.000 euro.”
‘Voor de jeugd is het een drama’
Om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning geldt voor alleenstaanden een maximum inkomen van bijna 50.000 euro en voor een stel 55.000 euro. Voor huurwoningen in de vrije sector moet je salaris minimaal drie of vier keer de maandhuur bedragen. „Voor de jeugd is het een drama”, concludeert Sylvia.
Monique: „Er zijn veel te weinig woningen beschikbaar in Beilen. Ik zie weleens een leuk huis, maar daar hangt dan vaak een prijskaartje aan van minimaal 6,5 ton. Grote woonboerderijen staan ook nog wel te koop. Die zijn helemaal onbetaalbaar.”
Wat moet er volgens Sylvia gebeuren? „Er moeten veel meer sociale huurwoningen worden gebouwd. Het enige dat in Beilen verrijst zijn seniorenflats. Zulke appartementen kosten ook al gauw vier ton.”
‘Het meest populair zijn woningen die sleutelklaar zijn’
Rutger Bakker van Makelaardij Het Raadhuis omschrijft de woningnood in Beilen simpel: dan zijn er meer mensen op zoek naar een woning dan dat er huizen worden aangeboden. Op een gemiddelde woning die bij hem te koop staat, komen tussen de 5 en 25 kijkers af, „afhankelijk van het aanbod”.
Het meest populair zijn woningen die sleutelklaar zijn. „Huizen waar wat aan moet gebeuren, bouwkundig of qua duurzaamheid, trekken wat minder kijkers.” Levensloopbestendige appartementen voor senioren en de onderkant van de markt, zijn ook gewild. „Dus alles onder de drie ton.”
Starters hebben het volgens hem het moeilijkst, omdat die meestal geen eigen geld kunnen meenemen. „Als je de markt opgaat is het handig dat je wat eigen geld hebt, zodat je de kostenkoper kunt betalen of kunt overbieden. Dat gebeurt in Beilen in 80 procent van de gevallen. Een gemiddelde woning wordt al na twee à drie weken verkocht.”
‘Een deel van de starters wijkt uit naar de steden’
Richard Zwiers van Groenhout Makelaars in Beilen legt uit dat het aanbod van woningen in dorpen als Beilen anders is dan in steden. „Voor starters is het lastiger om in Beilen een woning te kopen dan in Assen of Hoogeveen. Het gros van de bebouwing bestaat uit vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen. Er zijn in Beilen geen appartementen in grote complexen. En voor zover die er wel zijn, zijn ze met name gericht op ouderen.”
Volgens Zwiers wijkt een deel van de starters uit naar de steden. Sommigen keren later terug als ze willen doorstromen naar een grotere woning. „De starters die niet uitwijken, wonen langer bij hun ouders.”
Om de woningnood aan te pakken moeten er volgens hem meer betaalbare woningen komen. Hij pleit voor creatieve oplossingen zoals het eenvoudiger maken van het splitsen van woningen of het makkelijker wijzigen van de bestemming. „Als de overheid zich wat flexibeler opstelt, kunnen marktpartijen met oplossingen komen.”
‘Projectontwikkelaars concluderen dat het niet uit kan’
Bakker heeft er een hard hoofd in. Anders gezegd: „De bouwwereld zit muurvast.”
Er is ook een nijpend gebrek aan locaties. Er zijn best projectontwikkelaars die nog grond in bezit hebben, maar die het rekensommetje maken en concluderen dat het niet uit kan. Ze wachten op betere tijden. „Er wordt mij vaak gevraagd wanneer de prijzen gaan zakken en er meer aanbod komt, dan antwoord ik gekscherend: ‘Dan moet eerst de Derde Wereldoorlog uitbreken’.”