Bertus ten Caat uit Hollandscheveld verzonken in zijn boek over zijn familiegeschiedenis en Vincent van Gogh. Marcel Jurian de Jong
In de onlangs verschenen ‘autobiostorische’ streekroman van Bertus ten Caat over de laatste brief van Vincent van Gogh beschrijft de Hollandschevelder zijn vader Fake, die op jonge leeftijd overleed. Atheïst Ten Caat probeert de diepgelovige man, die hij amper heeft gekend, te begrijpen en recht te doen.
Bertus ten Caat was net vier jaar toen zijn vader Fake in de strenge winter van 1956 griep kreeg en na een hersenbloeding in coma wegzonk naar zijn Schepper. Hij was eigenlijk nooit ziek, maar werd slechts 39 jaar.
Ten Caat heeft amper herinneringen aan zijn vader en de laatste verdrietige dagen van zijn leven. In zijn boek Fake, de laatste brief van Van Gogh beschrijft de Hollandschevelder wel een paar ‘haarscherpe momenten’, waaronder een wandelingetje naar de schilderszaak in Hollandscheveld.
UIt het boek: Ik loop rechts, papa links. Soms heb ik het idee dat ik de stem van mijn vader herinner zoals hij klonk tijdens die wandeling. Ik kan het niet controleren want er zijn geen geluidsopnames waarop zijn stem is te horen.
„Ik was te jong om te begrijpen wat er gebeurde”, zegt Ten Caat over het overlijden van zijn vader, „maar ik heb zijn dood wel een leven lang met me meegedragen. Die confrontatie maakt me, nu ik ouder ben, misschien ook wat emotioneler. Ik ben sneller geraakt door dingen, soms al door een songtekst. Neem het nummer ‘Evening Gown’ van Mick Jagger. Daarin zit de fantastische regel People say I’m a drinker, but I’m sober half the time. Daarin schuilt voor mij de essentie van veel dingen. Niets is wat het lijkt, verdiep je eerst eens in mensen en situaties.”
Door zijn vroege dood heb je nooit dingen met je vader kunnen delen.
„Mijn eerste schooldag niet, mijn eerste vriendinnetje niet, mijn kinderen niet, mijn bandje niet. Moeder verzuchtte regelmatig: ‘As papa dit toch ies eziene had’’. We waren thuis met zeven kinderen; de oudste 15 jaar, de jongste net 10 maanden. Mijn moeder, toen een jaar of 40 oud, stond er plotseling alleen voor. Een enorme schok. Het moet haar leven totaal op z’n kop gezet hebben, al werd daar thuis niet over gesproken. Zal ook de tijdgeest geweest zijn. Papa was dood, we moesten er mee leven. Gods wil. Of, zoals letterlijk op de rouwkaart stond: Wat God doet is welgedaan. Hoezo? Wat was er ‘welgedaan’ aan de dood van mijn vader? Ik vind dat te bizar voor woorden. Het maakte me op jonge leeftijd al opstandig. Ik ging vragen stellen, vooral over religie en de kerk.”
Dat moet lastig zijn geweest, want je groeide op in een Hervormd gezin waarin geloof en Bijbel vaste waarden waren.
„Van sommige dominees mocht ik geen vragen stellen. Die zeiden dat we het geloof en de kerkelijke leer gewoon moeten aanvaarden. Maar ik ga echt niet zomaar alles aannemen wat me verteld wordt. Ik verzet me sowieso tegen de ‘zo-hoort-het’-opvatting, tegen de vanzelfsprekendheid der dingen. Met mijn moeder kon ik wel discussiëren over kerk en geloof. Mijn vader was veel strakker in de leer, hoorde ik later. Hij zat in de zwaar conservatieve kerkenraad, maar was ook actief in de vakbond. Dat moet een balanceeract zijn geweest, tussen de Bijbel en de barricade. Ik had daar graag met hem over gesproken. Mijn vader was dan weliswaar diepgelovig, maar hij had ook oog voor de positie van landarbeiders, waar hij er zelf ook één van was. Het rechtvaardigheidsgevoel heb ik van hem.”
Ten Caat denkt goede gesprekken en gedachtenwisselingen met zijn vader gehad kunnen hebben. Uit het boek: Geen discussies om je gelijk te halen, maar om je te verdiepen in de grotere vragen van het leven. (...) Ik ben ervan overtuigd dat discussies met m’n vader fantastische gesprekken zouden zijn geweest. Er is veel wat ik heb gemist, maar dat bovenal.
Fake ten Caat. Foto: privécollectie Ten Caat
We spreken Ten Caat een dag nadat hij zijn nieuwe boek gepresenteerd heeft, aangevoerd op een oude trekschuit in de Hoogeveense Vaart bij Noordscheschut. Een intrigerende pil van meer dan 400 pagina’s waarin verbeelding en realiteit in elkaar overlopen. „De boekpresentatie was heel mooi’’, kijkt de schrijver terug. Minder mooi was de afloop, toen Ten Caat opeens duizelig werd. „Ik heb er al een poosje last van. Het komt ineens opzetten: baf! Vermoedelijk een gevolg van tabletten tegen te hoge bloeddruk in combinatie met de drukte en voorbereidingen.”
Maar verder voelt de 73-jarige Hollandschevelder zich kerngezond. Hij bruist nog altijd van creativiteit. Meubels stofferen, muziek maken, schrijven; de combinatie en afwisseling houden het voor hem fris en leuk. Tijdens het interview loopt zo nu en dan iemand naar binnen voor aankoop van een exemplaar van Fake, de laatste brief van Vincent van Gogh. Soms live voorzien van een paar pennenstreken van de auteur.
Tevreden over het eindresultaat van 21 vakanties ijzerenheinig schrijven?
,,Ja. Ik denk dat ik bereikt heb, wat ik voor ogen had. Archivaris Jos Arends gaf al een mooie recensie van het boek. Van anderen hoor ik dat het prettig leesbaar is. Ik hoop dat mensen het leuk vinden. Ik heb er in elk geval mijn ziel en zaligheid in gestopt. En ik voeg nieuwe woorden toe: autobiostorisch bijvoorbeeld. Autobiografisch en historisch, ja. Vind ik leuk. Taal is een geweldig vervoermiddel van de geest, het ontwikkelt zich doorlopend. Al stoor ik me wel een beetje aan enkele taalfoutjes in mijn boek, terwijl meerdere mensen het vooraf vele keren gelezen hebben. Nou ja, het blijft mensenwerk. Vincent van Gogh was ook niet foutloos. Het gevoel, de emotie vind ik belangrijker dan de technische perfectie.”
Je woont je hele leven al in Hollandscheveld. Wat is er zo bijzonder aan dit dorp?
„Ik voel me er thuis, maar kan niet zeggen waar dat precies in zit. Wat wel opvalt: er komen heel veel landelijk bekende personen uit het kleine Hollandscheveld of ze hebben er (deels) banden mee. Boer Koekoek, natuurlijk, maar onder anderen ook tv-presentator Michael Zeeman, duo Jan en Zwaan, Piet Kleine, verzetsman Johannes Post, oud-voetballer Theo ten Caat, zanger/componist Jan Rot en -heel actueel- voetballer Milan Smit, de held van Go Ahead Eagles. Zit er hier misschien wat in het water?”
Na de LTS ging je als timmerman aan het werk in Hoogeveen. Dat was geen onverdeeld succes, begreep ik.
„Neuh, dat kun je wel zo stellen. Toen ik van school kwam moest ik eerst naar de kapper om überhaupt een baan te krijgen. Ik had namelijk lang haar. Dat kon niet. Bij de timmerfabriek in Hoogeveen ben ik een blauwe maandag aan de slag geweest, maar daar kreeg ik vanwege een merkwaardig conflict over een werk-leerovereenkomst op staande voet ontslag. Bij toeval kwam ik toen in de meubelstoffeerderij terecht. Dáár was ik op mijn plek, geweldig werk.”
In je columns en stukjes op Facebook gooi je graag een Drentse zwerfkei in de vijver. Je weet de tongen los te maken. Ben je, naarmate je ouder wordt, milder geworden?
„Ik denk het wel. Ik wil niemand mijn waarheid opdringen, maar andere inzichten bieden. Kijk, ik leg me nooit zomaar neer bij een bepaalde stelling. Dat vinden sommige mensen ongemakkelijk. Ik stel vragen of ga in discussie. En dan niet met de koppen tegen elkaar staan, maar vanuit wederzijds respect. Dat betekent soms even goed nadenken over de formulering. Al moet je wel oppassen voor te veel relativering. Ik kan nog altijd zeer slecht tegen het gevaarlijk opborrelende fascisme in de wereld en in ons land. Figuren als Trump en Wilders die aan instituties en de democratie morrelen en zondebokpolitiek bedrijven. Álles zou aan asielzoekers liggen. Wat een volstrekte kolder. Tegen het extreemrechtse gedachtengoed blijf ik fel. Vooral ook omdat het steeds meer genormaliseerd wordt.”
Bertus ten Caat: ,,Mijn vader was dan weliswaar diepgelovig, maar hij had ook oog voor de positie van landarbeiders." Foto: Marcel Jurian de Jong
Muziek neemt een belangrijke plaats in je leven in. No Name is daar het langjarige bewijs van. Wie jou kent weet dat je een super Stones-fan bent.
„Zeker, soms tot ergernis van anderen die vinden dat de Rolling Stones niet meer in de maat kunnen spelen. Tja, ze spelen niet met de metronoom (om een vast tempo aan te geven-hb) waardoor het menselijke hoorbaar en voelbaar is. Maar ik houd ook van The Beatles, hoor. Elke band heeft zijn eigen kwaliteit. Bij No Name doen we zelfs een Stones/Beatles medley. Nooit ingezonden brieven over gekregen, haha. Die vermeende rivaliteit tussen beide bands wordt ook erg aangedikt. Persoonlijk houd ik meer van het stevige, rauwe werk van The Stones, met zijn onnavolgbare frontman. Wat een energie nog op die leeftijd! Voor mij is muziek ook een fijne uitlaadklep. En ik houd van het creatieve proces.”
Heb je nog een grote wens of droom?
„Och, ik ben tevreden met mijn leven. Ik doe van alles; maak dingen, speel muziek, schrijf over van alles. Wat ik nog wel zou willen is een paar mooie songteksten, die ik al heel lang op de plank heb liggen, op muziek te zetten. Bijvoorbeeld een nummer over verlies, gemis en leegte, waar heel veel mensen mee te maken hebben of krijgen.”
Tot slot. Als je er zelf -over tig jaar- niet meer bent. Hoe zou je dan herinnerd willen worden?
,,Ach, dat ie vriendelijk was en z’n best heeft gedaan om er wat van te maken. Ik heb mijn grafopschrift trouwens al bedacht. Vrij simpel: Hij is er ewest. Beetje humor, zodat mensen met een glimlach langs mijn graf lopen.”
Paspoort
Geboortedatum: 10-02-1952
Geboorteplaats: Hollandscheveld
Opleiding: LTS (timmeren), opleiding tot meubelstoffeerder
Werk: Timmerfabriek, woninginrichting in De Krim en Hoogeveen, in 1979 voor zichzelf begonnen met een meubelstoffeerderij
Privé: Getrouwd met Lenie, vier kinderen: Fake, Esther, Tamara en Marijke. Negen kleinkinderen
Het boek dat Bertus ten Caat schreef is bij hem verkrijgbaar en in bepaalde boekhandels. Kosten: 24,95.