Tatoe-specialist Henri Eshuis uut Hollandscheveld. Foto: Gerrit Boer
,,Ik schoot twee mannen neer”, zeg tatoeëerder Henri Eshuis (1992) over zien rollegie in een film. In ’t echt stiet de woonwagenbewoner op tegen veuroordielen over zien cultuur. Eshuis warkte met an de tentoonstelling ‘Volk van de Ventweg’ in het Drents Museum.
,,Henk Schiffmacher vroeg of ik mijn handtekening in het boek Volk van de Ventweg wou zetten”, zegt tatoeëerder Henri Eshuis (1992) trots over de opening van de gelieknaomige tentoonstelling in het Drents Museum waor beide tattoo-artiesten te gast waren. ,,Het is een mooie tentoonstelling geworden over de cultuur van woonwagenbewoners. Als je het verleden kent, begrijp je de toekomst.”
Het kamp
Eshuis zit met een kop koffie in de haand in een zwarte leren stoel in zien tattooshop. Met een schuun oog kek e naor de tillevisie. ,,Vroeger trokken woonwagenbewoners rond om hun diensten aan te bieden,” leg Eshuis uut. ,,Zij mochten de woonwagen neerzetten waar zij wilden.” Dat weur deur de invoering van de Woonwagenwet in 1918 en de Neie Woonwagenwet van 1968 de nek umdreiid. Der kwam een verbod op rondreizen en woonwagenbewoners mussen in kampen aan de raanden van steden wonen. ,,Ons ‘kamper’ noemen is daarom niet respectvol. Wij zijn van oudsher reizigers.”
Hier kom ik weg
De streektaolrubriek Hier kom ik weg is een samenwarking met het Huus van de Taol en giet over Drenten en heur verhalen. As kandidaten plat praot, wordt ze in heur eigen variant van het Drèents citeerd. Schrievers Jessica Bonnema en Annemiek Meijer gebruukt heur eigen variant: resp. het Zuudoost-Veen- en het Zuudoost-Zaand-Drèents.
In ningtiger jaoren volgden veul gemienten een uutstarfbeleid ten opzichte van woonwagenkampen. Gelukkig kwam in 2014 de cultuur van woonwagenbewoners op de liest van immaterieel arfgoed van Unesco. Toch bennen der wachtliesten um op een kamp te wonen. ,,Ik heb me hard gemaakt voor meer standplaatsen in onze gemeente. Die zijn er nu. Wij hebben zelf geluk gehad: mijn vrouw en ik wonen met onze twee kinderen in de oude woonwagen van zanger Jannes.”
Tatoeëren
Veur de opleiding autotechniek har Eshuis as 17-jaorige een gereedschapskoffer. ,,Een met een goed slot erop”, grapt e. ,,Die koffer is nooit open geweest.” Hij stopte met schoel en kocht een tatoeëerapparaat. Eshuis’ oom weur zien schetsboek. ,,Ik heb zijn oude tatoeages opnieuw ingekleurd. Later ben ik ook tatoeages gaan zetten.” Hij kwam bij een aandere tatoeëerder in de zaak te warken en zeuven jaor leden begunde Eshuis zien eigen bedrief.
,,Ik werk meestal free-hand en ben gespecialiseerd in portretten, dat zijn soms emotionele werken”, zeg de Hollandschevelder. Vaok vertellen mèensen hum heur levensverhaol, wat hum wal ies an ’t hart komp. ,,Verhalen kunnen soms heel heftig zijn.”
Tradities
Binnen de cultuur van woonwagenbewoners bennen der verschillende tradities en symbolen. ,,Qua tattoeages kan je dan denken aan de vlag, een woonwagen of het woord ‘traveller’”, leg Eshuis uut. En ze hebben ok heur eigen taol, het Bargoens. ,,Ik slik als Drent de -n- in en praat wat woorden Drents, maar soms ook woorden Bargoens en Nederlands.” Over een tatoeëerster in opleiding zeg e: ,,Zij kneist het wel.” Bargoens veur: Zij hef ’t in de vingers.
Henri Eshuis aan het werk in zijn studio. Foto: Gerrit Boer
,,En verder? Opstaan voor ouderen, je schoenen uitdoen in de wagen en je handen niet wassen in de keuken”, somt Eshuis op. ,,Dat laatste is onhygiënisch bij de borden en het bestek. Dat doe je in de badkamer.”
Veuroordielen
Volgens Eshuis bennen der goeie en slechte mèensen in alle laogen van de bevolking. ,,Ik laat graag zien dat vooroordelen over woonwagenbewoners niet waar zijn.” Veur een rollegie in de film Mocro Maffia legde de tatoeëerder dat principe even an de kaant. ,,Ik speelde een stereotype woonwagenbewoner. Schoot in die rol twee mensen neer en viel zelf met een ‘headshot’ dood neer tussen twee sloopauto’s.” Eshuis lacht. ,,Zo’n grapje moet ook kunnen.”