Bob van de Voren is honderd jaar geworden in december. Op zijn 95ste toerde hij nog met zijn camper door Europa. Foto: André Weima
Als 95-jarige trok hij nog met de camper door Europa, alleen, soms maandenlang van huis. Het is een prachtige herinnering, die Bob van de Voren uit Hoogeveen op zijn honderdste verjaardag opdiept uit zijn geheugen.
„Ik ben geen massamens. Ik wil rustig mijn eigen gang kunnen gaan.” Bob van de Voren met een georganiseerde reis op vakantie? Niets ervan. Ja, één keer ging hij met zijn vrouw Jenny met een ANWB-groepsreis de hort op. Het was meteen de laatste keer. Voor hem het grote avontuur. „Camperen”, noemt hij het.
Albanië. Zijn ogen glimmen als het land ter sprake komt. Hij gaat nog eens rechtop zitten in zijn stoel. „Als je een goedkope vakantie wilt en een beetje sportief, ga dan naar Tirana. Het zal niet tegenvallen”, zegt de krasse eeuweling. Overal kwam hij: Spanje, Italië, Griekenland, Albanië. Maar ook aan de andere kant van Europa. Polen, Letland, Duitsland. Badderen in het koude water van de Donau. Voor een paar euro warm douchen in een hotel.
‘Geniet van vrijheid’
Van de Voren is een man die geniet van zijn vrijheid. „Daar heb ik altijd veel gebruik van gemaakt”, zegt hij. Vroeger trok hij erop uit met zijn gezin, later samen met Jenny. Na haar overlijden in 2011 ging hij alleen verder, de laatste jaren met campervriendin Mariska. Routes die hij vooraf minutieus uitstippelde.
Soms was hij maanden van de radar en wisten alleen zijn dochters Anneke en Wilma waar hij was. ,,We hebben ons wel eens zorgen gemaakt”, zegt Anneke. Maar dan volgde een geruststellend berichtje, verstuurd met zijn iPhone. Het was goed. Pa redt zich wel.
Bob van de Voren neemt de felicitaties in ontvangst. Foto: Andre Weima Fotografie
‘Schrijf dat maar niet op’
Die zelfstandigheid zat er al vroeg in. Van de Voren zag op 9 december 1924 het levenslicht in Rotterdam. Hij was enig kind en ging op zijn twaalfde uit huis. Hij ging intern op de particuliere Kees Boekeschool, een plek waar gemeenschapsontwikkeling en zelfredzaamheid hoog in het vaandel stonden. Ook koningin Beatrix ging naar deze school. „Ik heb er een goede opvoeding gehad”, zegt Van de Voren.
In de oorlog dook hij onder bij een boerderij in Beerzeveld in Overijssel voor de Arbeitseinsatz. Na de bevrijding leerde hij in het feestgedruis zijn vrouw Jenny kennen. Denkend aan die tijd schiet hij in de lach. „We gingen veel uit in de plattelandscafés. Een mooie tijd. Maar schrijf dat maar niet op.” Op 8 mei 1951 trouwde het stel.
‘Zeer dankbaar’
Zijn leven lang werkte Van de Voren, die de bos- en landbouwopleiding volgde, bij de Heidemij. Als belangrijke speler op het gebied van weg- en waterbouw werkte hij mee aan de wederopbouw van het land. Met zijn gezin doorkruiste hij datzelfde land voor zijn werk. De laatste stop werd Zuidwolde, waar hij lang zou wonen. Vanwege fysieke malheur verhuisde hij in 2022 naar woonzorgcentrum Jannes van der Sleedenhuis in Hoogeveen.
Hij tikt daar maar mooi de honderd aan. Van de Voren is er trots op. Maandagochtend werd hij gewekt door drie zingende verpleegsters naast zijn bed. Hij denkt nog wel eens terug aan die mooie camperreizen. Soms mist hij het. Maar waarom zou hij klagen? Zijn dochters en schoonzoon zijn op zijn verjaardag. Burgemeester Martijn Breukelman komt langs. Van de Voren is een tevreden man. „Ik ben zeer dankbaar.”