In Nieuw Amsterdam, Erica, Klazienaveen en Emmen werd een auto in brand gestoken. Foto: Persbureau Meter
Een 21-jarige man uit Klazienaveen wordt verdacht van tien autobranden en meerdere vernielingen. Uit telefoon- en autogegevens blijkt dat hij diep in de nacht aanwezig was op de plaatsen delict bij alle branden. Puur toeval, zegt hij.
Smakkend met zijn kauwgum buigt de verdachte (21) uit Klazienaveen een beetje dichter naar de microfoon. „Ik snap dat ik de schijn tegen heb, maar dat betekent niet dat ik het gedaan heb”, mompelt hij. Hij steekt zijn handen in de zakken van zijn grijze hoodie en leunt weer achterover.
Aanwezig bij plaats delict
In maart van 2024 vond er een serie autobranden plaats in de omgeving van Emmen. Tien branden en vijf vernielingen, regelmatig meerdere keren per nacht. Uit telefoongegevens van de verdachte uit Klazienaveen blijkt dat hij in alle gevallen vlak voor de brand op de plaats delict was. Maar dat is puur toeval, zegt hij dinsdag in de rechtbank van Assen.
Met de branden heeft hij niks te maken, daarin is hij stellig. Hij had destijds geen dagbesteding en hing hij het grootste deel van de dag rond in zijn ouderlijk huis. In de kleine uurtjes stapte hij in zijn auto om rond te rijden in de omgeving. „Om de prikkels van de dag verwerken”, zegt hij.
Auto gevolgd
Hij zegt daarom regelmatig in de buurt te zijn geweest bij de branden. Ook installeerde hij een 112-scanner op zijn telefoon om bij incidenten te gaan kijken. De man heeft een stoornis op het autisme spectrum, heeft een lichte verstandelijke beperking en vertoont tekenen van een antisociale persoonlijkheid. Volgens deskundigen is hij verminderd toerekeningsvatbaar.
Zoals de man zelf terecht constateert heeft hij de schijn tegen zich, zegt de officier van justitie. Op 13 maart plaatste de politie een GPS-tracker onder de auto van de verdachte nadat hij in de buurt van de branden gezien werd.
De dag daarop is het meteen raak: in Erica, Klazienaveen en Nieuw-Amsterdam gaan auto’s in vlammen op. De politie ziet de man rondrijden in de omgeving van de branden. Ook zijn telefoon staalt op nabijgelegen zendmasten aan.
Ruitentikker op zak
De officier van justitie twijfelt niet aan zijn schuld. „Je moet wel een tovenaar zijn om zo vaak toevallig aanwezig te zijn op de plek waar daarna een auto in brand vliegt.” In een gesprek op Snapchat kondigt de man twee autobranden aan bij specifieke merken en modellen. Diezelfde nacht gaan die specifieke auto’s in vlammen op. Politieagenten zien hem een keer ’s nachts bij zijn woning in Klazienaveen in de weer met jerrycans vol benzine. Bij een latere brand geven agenten hem een stopteken als ze op de melding afkomen en zijn auto zien wegrijden.
De verdachte geeft gas en vlucht. Bij zijn aanhouding heeft hij een aansteker en een speciale pin op zak, die gebruik wordt om autoruiten in te tikken. Naast meerdere vernielde en in brand gestoken auto’s lagen glasscherven. De branden stopten toen de man werd aangehouden.
Verkopen van revolver
Naast de branden en vernielingen wordt de man ook verdacht van verboden wapenbezit. Hij verkocht samen met een twee medeverdachten een revolver via Telegram. De kopers waren politieagenten, die de advertentie voor het wapen op berichtendienst Telegram voorbij zagen komen. Een van die medeverdachten kent de man goed: in maart van vorig jaar werden ze allebei al eens veroordeeld omdat ze met een laserpen in de ogen van politieagenten schenen op de N391.
De officier van justitie maakt zich zorgen om de houding van de verdachte. „Hij bagatelliseert zijn eerdere contacten met justitie en doet het af als kattenkwaad.” Sinds hij is vrijgelaten uit voorlopige hechtenis zit de twintiger in een psychiatrische kliniek.
Behandeling
De officier wil die behandeling niet doorkruisen met een nieuwe celstraf. Hij eist een gevangenisstraf van 296 dagen, de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Ook vraagt hij de rechters om tbs met voorwaarden op te leggen. Als stok achter de deur eist hij een voorwaardelijke celstraf van een jaar, met een proeftijd van drie jaar.
Volgens zijn advocaat moet de twintiger worden vrijgesproken. „Niemand heeft hem de branden zien aansteken.” De rest van het bewijs schetst volgens hem geen overtuigend beeld.