Muhannad (links) en Majed (rechts) op hun favoriete plek in Emmen: het voetbalveld van DZOH. Foto: Boudewijn Benting
Hun leven is hier, hun toekomst misschien niet. Kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen en nog geen verblijfsvergunning hebben, leven altijd in onzekerheid.
Majed (17) was tien jaar oud toen hij samen met zijn ouders en broertje van Dubai naar Nederland vluchtte. Al vijf jaar woont hij in het asielzoekerscentrum (azc) in Emmen, maar er is nog weinig duidelijkheid over zijn verblijfsstatus. Voor Majed is dat moeilijk. Hij volgt een ICT-opleiding aan het Deltion College in Zwolle, heeft vrienden in Emmen en voetbalt daar bij DZOH. „Het leven op een azc kan je veel stress geven, je ziet geregeld je vrienden weggaan. Voetbal is voor mij een afleiding hiervoor.”
Zijn broertje Muhannad (11) was nog jonger toen hij in Nederland aankwam. Hij kan zich helemaal niks meer herinneren van Dubai. „Ik voel me Nederlands. Dit is het enige land dat ik ken,” zegt hij.
Stateloos
De ouders van Majed en Muhannad maken deel uit van het Rohingya-volk, een islamitische minderheid in Myanmar die al jarenlang wordt vervolgd. De Rohingya worden door de Myanmarese overheid niet erkend en krijgen geen nationaliteit. De ouders vluchtten zelf op jonge leeftijd naar de Verenigde Arabische Emiraten, maar kregen ook daar geen paspoort. Daardoor is de familie stateloos – zonder een land om naar terug te keren.
De ouders van Majed en Muhannad vroegen in 2017 asiel aan in Nederland, maar hun aanvraag is tot op de dag van vandaag niet afgerond. Het is een situatie die in Nederland steeds vaker voorkomt: asielaanvragen worden steeds langzamer behandeld. Volgens de wet moet de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) binnen zes maanden beslissen over een asielaanvraag, maar deze termijn wordt al jaren niet gehaald. In september 2022 werd de beslistermijn verlengd naar negen maanden, en in april 2024 werd deze opnieuw verlengd naar vijftien maanden.
Bang voor de toekomst
In de tussentijd raken kinderen zoals Majed en Muhannad steeds meer, zoals dat heet, geworteld in Nederland. Gewortelde kinderen zijn kinderen die in Nederland zijn opgegroeid en voor wie dit land als thuis voelt. Ze spreken de Nederlandse taal, gaan naar een Nederlandse school en hebben Nederlandse vrienden. Ze vieren Sinterklaas, leren schaatsen en dromen over wat ze later willen worden.
De broers dromen van een toekomst in Nederland; Muhannad wil graag profvoetballer worden. Foto: Boudewijn Benting
Volgens het IND wachten er momenteel ongeveer 420 kinderen die vijf jaar geleden of langer asiel aanvroegen nog steeds op een beslissing. Het aantal gewortelde kinderen zal waarschijnlijk hoger liggen, omdat er ook nog kinderen zijn die in Nederland zijn geboren, kinderen die ondertussen ouder dan 18 jaar zijn of kinderen die zijn uitgeprocedeerd.
De onzekerheid over hun toekomst geeft asielkinderen veel stress. „Onze vader probeert ons zo min mogelijk te vertellen over wat er aan de hand is, maar ik begrijp wel wat er gebeurt”, zegt Majed. „Veel van mijn vrienden hier zijn al overgeplaatst of uitgezet. Als ik eraan denk dat ik ook naar een ander land zou moeten, word ik bang.” De stress werd afgelopen zomer nog groter toen zijn vriend Aram Babayants, die ook in het azc in Emmen woonde, bijna werd uitgezet.
Kinderpardon
In 2018 concludeerden onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dat het onverantwoord is om kinderen die al langer dan vijf jaar in Nederland verblijven nog uit te zetten. De dreiging van gedwongen uitzetting maakt deze kinderen extreem kwetsbaar en verkleint de kans op succesvolle integratie in hun land van herkomst.
Toch wordt er nog steeds niet altijd naar deze aanbevelingen gehandeld. In 2019 konden asielkinderen die al langer dan vijf jaar in Nederland verbleven een aanvraag doen in het kader van het kinderpardon. Het kinderpardon bood deze kinderen de mogelijkheid om een verblijfsvergunning aan te vragen. Daarnaast had het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de bevoegdheid om in schrijnende gevallen een verblijfsvergunning toe te kennen, ook als niet aan alle voorwaarden werd voldaan.
Deze regelingen werden al vlot weer afgeschaft, omdat de overheid asielprocedures wilde versnellen en daarmee langdurige verblijfssituaties wilde voorkomen. Maar in de praktijk is het dus een stuk lastiger.
Het asielzoekerscentrum in Emmen. Foto: Cor Lasker
Op één stem na
Die realiteit leidt soms tot verdrietige situaties, zoals bij de familie Babayants uit Emmen. Na meer dan tien jaar in Nederland vroeg het gezin uit angst voor uitzetting kerkasiel aan in Kampen. Bij kerkasiel wordt 24 uur per dag, zeven dagen per week een dienst gehouden; er wordt onder meer gebeden, muziek gemaakt en uit de Bijbel gelezen. Volgens het recht op godsdienstvrijheid mag een kerkdienst niet worden onderbroken, wat het onmogelijk maakt om het gezin op te pakken en uit te zetten.
Ook politiek groeit de roep om een oplossing voor gewortelde kinderen. De gemeente Heerlen pleitte bij de landelijke politiek voor een verblijfsvergunning voor gezinnen zoals Babayants. In de gemeente Emmen spraken verschillende raadsfracties ook hun steun uit voor een dergelijke regeling, maar kregen op één stem na geen meerderheid.
Een normaal bestaan
Ondertussen verlangen Majed en Muhannad vooral naar een leven zonder constante onzekerheid. Ze dromen van een normaal bestaan: een plek waar ze zich thuis kunnen voelen, zonder de angst voor uitzetting. Een permanent thuis, waar ze hun toekomst kunnen opbouwen. „Als ik word uitgezet naar een ander land, zou ik mijn opleiding niet kunnen afmaken en dat wil ik wel heel graag,” zegt Majed. „Ik wil later mijn eigen huis, een goede baan en een goed leven. Samen met mijn familie.”