Johan Vollenbroek van MOB (Mobilisation for the Environment) gaat in beroep tegen de provincie Drenthe. Foto: ANP/Rob Engelaar
Dinsdag dient voor de bestuursrechter in Groningen de rechtszaak die twee milieuorganisaties hebben aangespannen tegen de provincie Drenthe. Betwist worden de ontwerpvergunningen die Drenthe verleende aan zeven PAS-melders. Vijf vragen over deze ingewikkelde kwestie.
Hoe zit het ook alweer met die PAS-melders?
Drenthe heeft 120 zogeheten PAS-melders. Landelijk zijn het er zo’n 2000. Deze bedrijven, voornamelijk veehouders maar ook industriële ondernemingen, deden ooit melding onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) voor activiteiten met een beperkte stikstofuitstoot. Een vergunning was niet verplicht, een melding van de stikstofbelasting was voldoende. Achteraf juridisch onjuist.
De Raad van State oordeelde in 2019 dat PAS-melders toch vergunningsplichtig waren. Op voorhand kon niet worden uitgesloten dat hun activiteiten geen significante effecten hebben op Natura 2000-gebieden, oordeelde de Raad van State destijds. PAS-melders verkeren sindsdien in grote onzekerheid. Legalisatie van hun activiteiten lukt tot op heden niet omdat er onvoldoende stikstofruimte beschikbaar is. Als provincies gaan handhaven, dreigen deze bedrijven dwangsommen en boetes van enkele tienduizenden euro’s opgelegd te krijgen. Dat heeft grote financiële consequenties.
Waarom staat de provincie Drenthe dinsdag voor de rechter?
De provincie Drenthe heeft aan zeven PAS-melders, allen agrariërs, onlangs een ontwerp-vergunning verleend. Waarmee in feite toestemming is verleend voor de activiteiten van deze boeren. De provincie heeft bij alle zeven bedrijven een passende ecologische beoordeling uitgevoerd, waarbij is vastgesteld dat hun stikstofdepositie geen effect heeft op beschermde natuurgebieden. De milieuorganisaties Mobilisation for the Environment (MOB) en vereniging Leefmilieu zijn echter van mening dat de regels worden overtreden en hebben een handhavingsverzoek ingediend voor deze PAS-melders. Dat heeft de provincie op zijn beurt afgewezen. MOB en Leefmilieu gaan nu in beroep bij de Rechtbank Noord-Nederland.
Wie gaat er schuil achter MOB?
De stichting Mobilisation for the Environment zet zich in voor de bescherming van natuur en milieu, met een sterke focus op stikstofproblematiek. De organisatie geniet vooral bekendheid door juridische procedures tegen de overheid en bedrijven die volgens MOB te veel stikstof uitstoten en daarmee schade toebrengen aan kwetsbare natuur. De stichting is opgericht door Johan Vollenbroek. De milieuactivist en chemicus vocht in 2018 het Programma Aanpak Stikstof (PAS) met succes aan bij de rechter. Vollenbroek voorspelde onlangs in diverse media dat er een ‘tsunami’ aan juridische procedures op komst is in 2025.
Boerengezinnen zijn al sinds 2019 de wanhoop nabij. Foto: Niels de Vries
Is het een zogenaamd geitenpaadje dat de provincie nu probeert te bewandelen?
Natuur- en milieuorganisaties zullen het wellicht betitelen als een geitenpaadje. Het woordenboek omschrijft de figuurlijke betekenis ervan als volgt: 'een onofficiële, geïmproviseerde manier om iets tot stand te brengen of te bereiken.' Feitelijk is dat nu zo. Maar als de rechter zich achter de maatregel van de provincie Drenthe schaart, heeft de individuele passende beoordeling van elke PAS-melder ineens een juridische dekking. Je zou kunnen stellen dat Drenthe een proefproces voert voor de zeven PAS-melders. Al noemt het provinciebestuur het liever een ‘pilot’.
Stel dat de rechter de provincie Drenthe in het gelijk stelt, zijn alle PAS-melders dan in één klap uit de zorgen?
Nee, dat zeker niet. Elke zaak staat op zichzelf. Bij alle PAS-melders zal een passende beoordeling moeten volgen, inclusief stikstof-reducerende aanpassingen door de ondernemer zelf. Zo’n individueel traject kost tijd en geld. De kans bestaat bovendien dat zo’n toets aantoont dat er een individueel geval wel sprake is van een te hoge stikstofuitstoot. Met alle consequenties van dien voor het betrokken bedrijf. Maar het zal hoe dan ook hoop bieden voor veel boerengezinnen, die al sinds 2019 de wanhoop nabij zijn.