De wolf is niet langer strikt beschermd. Foto: ANP/JORGE GUERRERO
Wolven in Nederland eten voornamelijk wilde dieren, blijkt uit onderzoek. In Drenthe eten ze vooral reeën en relatief weinig schapen. Wolvenexpert Glenn Lelieveld legt uit hoe dat kan en wat we hiervan kunnen leren.
Dag Glenn. Verbazen de resultaten over het wolvendieet je?
„Nee, het is evident dat wolven ook iets anders moeten eten dan schapen, als je nagaat dat er meer dan honderd wolven in Nederland leven die elke dag een maaltijd nodig hebben.
In de media zie je veel berichten over wolven die schapen aanvallen. Ze komen wekelijks langs. Maar als je naar hun dieet kijkt, dan zie je dat ze vooral veel reeën eten. Het beeld bestaat dat de wolf vooral schapen pakt. Dat is logisch, maar wel uit proportie. Schade aan reeën zien we, anders dan schade aan vee, meestal niet terug, want dat speelt zich af in de natuur.
Daarom ben ik blij met het dieetonderzoek. Hiermee kunnen we kijken of het beeld dat we van wolven in Nederland hebben wel klopt. Nog steeds zijn de schapenaanvallen te veel en moeten we werken aan oplossingen. Maar het is dus niet zo dat wolven alleen maar schapen eten. Ze hebben een duidelijke voorkeur voor wilde hoefdieren.”
Hoe kan het aantal meldingen van veeschade dan zo hoog zijn, terwijl het dieet van de wolf heel gevarieerd is?
„Het is mogelijk dat de aanvallen het werk zijn van jonge puberwolven. Die gaan op enig moment rondzwerven en op zoek naar een eigen territorium. Dan gaan ze niet kriskras door natuurgebieden, maar eromheen in landbouwgebied.
Een van de mankementen van het onderzoek is dat de uitwerpselen van puberwolven niet terug te vinden zijn. Daar kunnen we niets aan doen, want roedels worden gevoed door hun ouders. Daarbij heeft een wolf een jachtinstinct. Ze doden meer schapen dan ze opeten. Schapen zijn gewend aan honden, schrikken vaak niet en zien geen verschil tussen hond en wolf.”
Wat kunnen we leren van dit onderzoek?
„De belangrijkste conclusie is dat wolven minder schapen eten als er wilde hoefdieren, zoals edelherten, damherten en wilde zwijnen, aanwezig zijn. Maar in Drenthe zijn die dieren nauwelijks te vinden.
Ik denk dat we het gesprek moeten voeren over het toestaan van die dieren in Drenthe. Edelherten en wilde zwijnen werden lange tijd niet toegelaten uit angst voor schade aan landbouwgewassen. Maar er is ook landbouwschade als de wolf schade aanricht aan vee.
De cijfers komen uit 2023. Kan het beeld ondertussen niet zijn veranderd?
„Dit onderzoek loopt drie jaar. Dit is het eerste resultaat, het onderzoek loopt tot eind dit jaar. Na de zomer worden resultaten over 2024 verwacht. Het is belangrijk om roedels, seizoenen en jaren met elkaar te vergelijken. In de zomer is het risico op veeschade bijvoorbeeld minder. Dan zijn schapen relatief veiliger, want jonge dieren van bijvoorbeeld zwijnen worden eerder gepakt.
Het liefst doen we ook onderzoek met GPS-zenders om het terrein van wolven in beeld te krijgen. Om te zien wanneer wolven waar zijn en of ze echt actief mensen vermijden. We willen niet dat ze op zaterdag naast de sportvelden staan, bijvoorbeeld.”
Over het onderzoek
Het onderzoek naar wolvenpoep werd gedaan door de universiteiten van Leiden en Antwerpen. De Zoogdiervereniging en Stichting Leo publiceerden het dinsdag. De onderzoekers bestudeerden in 2023 735 wolvenuitwerpselen en vonden daarin haren, botten en andere prooiresten. Uit de resultaten bleek een groot verschil tussen de wolvenontlasting op de Veluwe en die in Drenthe. Op de Veluwe eten wolven vooral wilde zwijnen (aanwezig in 62 procent van de uitwerpselen), reeën (56 procent) en edelherten (32 procent).
In Drenthe zijn reeën de enige wilde diersoort, dus is dat diersoort de voornaamste prooi (63 procent) van de wolven in die provincie. Daarnaast werden resten van natuurrunderen gevonden in 43 procent van de wolvenpoep. De runderen grazen in natuurgebieden en worden ingezet voor natuurbeheer. De onderzoekers konden niet vaststellen of de wolven deze dieren zelf hebben gedood of dat ze karkassen eten van natuurlijk gestorven runderen.