Een 26-jarige jongen uit Emmen die afgelopen augustus een huisgenoot van een woongroep meerdere malen met een mes stak, vroeg voor het steekincident al vaker om psychologische hulp. Huilend zat hij donderdag tegenover de rechtbank.
„Waarom moet het eerst vreselijk misgaan voordat iemand mij helpt?”, zei de verdachte snikkend tegen de rechtbank in Assen. „Wat ik nu vraag, maar wat ik eerder nog veel vaker heb gevraagd, is hulp. Ik wil aan mijn problemen werken, om niet meer die slechte persoon te zijn. Ik gun niemand wat ik heb meegemaakt, want geloof me: ik ben geen slechte jongen, ik ben zo geworden. U moet me geloven. Maar nu lijkt het dat ik eerst iets ergs heb moeten doen, voordat er naar mij als persoon wordt gekeken.”
Iets ergs deed de verdachte zeker, bekende hij. Afgelopen augustus stak hij een lid van de beschermde woongroep, waar hij zelf ook woonde, meer dan tien keer met een mes. Volgens hem werd hij eerst door het slachtoffer en een andere huisgenoot bedreigd, nadat hij hen betichtte van diefstal van spullen uit zijn woning. In die emotie, ontfutselde hij het slachtoffer het mes en viel hij aan.
Op beelden van het incident die in de rechtszaal werden getoond was te zien hoe de Emmenaar achter zijn huisgenoot aanvliegt. Door de galerij en door het trappenhuis om buiten bovenop het slachtoffer te eindigen. Hij stak hem waar hij hem maar raken kon.
‘Ik ben veel te ver gegaan’
„Ik handelde zowel uit angst als boosheid. Daarin ben ik veel te ver gegaan”, zei de verdachte in de rechtbank. Aan de aanval hield het slachtoffer een klaplong, leverschade en meerdere blijvende littekens over.
De geweldsexplosie is volgens psychologen deels te wijten aan trauma’s in zijn jeugd. Hij hield daar een posttraumatisch stresssyndroom aan over en was daarom verminderd toerekeningsvatbaar tijdens het incident. Zo zou de broer van de verdachte zijn vermoord en zouden nichtjes op jonge leeftijd zijn omgekomen, zei hij in de zaal. „Trauma’s waar ik nooit over heb kunnen praten.”
Het uitte zich in drugs- en drankgebruik. „Ik kwam net uit een andere veroordeling, had maanden niets gebruikt. En waar word ik geplaatst? In een woongroep waar drugsgebruik wordt gedoogd. Dat ging maar een paar weken goed. Wat als ik wél de juiste hulp had gekregen?”
‘Wonder dat het slachtoffer niet is overleden’
Problemen of niet, het pleit de verdachte niet volledig vrij, meende de officier van justitie. „Hij heeft elke mate van proportionaliteit overschreden. Het steken ging maar door, ook als het slachtoffer buiten op de grond ligt. Het is een wonder dat het slachtoffer niet is overleden.” Dat de verdachte, zoals hij zelf verklaarde, handelde uit noodweer klopt volgens de officier niet. „Hij had het slachtoffer zijn woning uitgejaagd en had de deur kunnen sluiten, maar toch ging hij door.”
De officier eiste 36 maanden cel en tbs met voorwaarden (geen dwangverpleging, wel behandeling). „Er heerst bij de man chronische woede, die snel aanwakkert. Hij heeft vaardigheden nodig om dit in de toekomst het hoofd te kunnen bieden.”