Martin Jeuring is initiatiefnemer van het TT Café. Foto: Jan Anninga
Een TT-feestje buiten Assen? Jazeker. In Nieuw-Amsterdam toveren vrijwilligers café De Viersprong om tot een walhalla voor de rechtgeaarde motorsportliefhebber.
„Mijn vrouw zegt wel eens: wat moet je toch met die oude rommel?” Martin Jeuring (56) uit Nieuw-Amsterdam, initiatiefnemer van het TT Café, grinnikt. Met ‘rommel’ bedoelt zijn vrouw de paar oude motoren die bij hem in de schuur staan. „Ach, man, ik vind dat zo mooi. Ik kan er wel een uur bij staan. Beetje poetsen, beetje kijken.”
Precies voor types zoals Jeuring, liefhebbers van alles op twee wielen dat knettert en jankt, is het TT Café bij De Viersprong bedoeld. In de horecagelegenheid bouwen vrijwilligers, mannen zoals Jeuring, zondagmiddag het café om tot één grote expositieruimte. Het etablissement van Gert Koers wordt volgepropt met moois: bijzondere pakken, fotoalbums en, natuurlijk, motoren. Zo’n vijftig stuks, tweetakt- en viertaktmotoren, variërend van 50cc tot 1000cc.
‘Het jankt zo lekker’
Bijzonder is de uitstalling van de Seeley-BSA Goldstar en de Honda RS125-R. De eerste, een beessie uit 1963, wordt bereden door Sjabbo van Timmeren (65) uit Nieuw-Amsterdam. De Honda ernaast is van zijn zoon, Orlando van Timmeren (48), een succesvolle coureur. „En ook mijn kleinzoon, Orlando junior, won er nog niet zo lang geleden het Europees kampioenschap bij de junioren op”, zegt Sjabbo van Timmeren trots.
Alles draait om de verhalen, zegt Jeuring. „Als jongetje van 15 stond ik langs de baan in Assen toen Jack Middelburg langs kwam vliegen. Heerlijk, dat geluid van de tweetakt. Het jankt zo lekker. Tot zesduizend toeren doet-ie niks. Daarna is het een leeuw.”
‘Pietje Precies’
De befaamde motor Jack Middelburg, winnaar van de TT in 1980, staat sinds zondag ook in De Viersprong. Jeuring kachelde zondagochtend hoogstpersoonlijk naar Neede, een dorp in de Achterhoek, om Middelburgs Honda RS500 op te halen. Een fan las over het TT Café in Nieuw-Amsterdam en stelde de machine belangeloos beschikbaar.
De motor krijgt een vorstelijke behandeling. Laat dat maar aan Jeuring over. „Hij staat niet helemaal recht”, zegt hij op een gegeven moment. En terwijl twee mannen het racemonster vasthouden, trekt Jeuring met een bijna chirurgische voorzichtigheid het stuur weer recht.
Patrick Bos (28) uit Nieuw-Amsterdam schudt lachend zijn hoofd: „Pietje Precies.” Ook Bos is, zoals hij het zelf zegt, besmet door het motorsportvirus. „Mijn vader was actief in de racerij en ja, dan word je erdoor aangestoken.” Donderdag vertrekt hij met vrienden naar een TT-camping in Assen voor vier dagen motorsportfeest. „Maar eerst hier helpen. Als ik hier kan helpen om er wat moois van te maken, dan doe je dat toch?”
‘Pilsje drinken, motoren kijken’
Maandagmiddag volgt de officiële opening door Wil Hartog en Marcel Ankoné, ook van die grote namen in de racewereld. De expositie is van maandag tot zondag tussen 14.00 en 21.00 uur gratis te bezoeken voor iedereen bij wie de motorsport door de aderen stroomt.
Bedoeling is je te vergapen aan alle uitgestalde techniek. „En daar een lekker pilsje bij drinken”, zegt café-eigenaar Koers met een lach. „We bouwen de boel zo vol dat we gasten bijna moeten vragen om op de motoren te zitten.”