Een boze schapenhouder dumpte afgelopen najaar dode schapen bij het provinciehuis in Assen. Toch heeft Drenthe volgens dierenarts Bernd Hietberg een voortrekkersrol bij het meedenken over oplossingen voor de wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren. Foto: Marcel Jurian de Jong
Dieren lijden vaak onnodig lang als ze gewond raken bij een aanval van een wolf. Drentse dierenartsen dringen daarom aan op snellere hulpverlening.
Dierenartsen uit Beilen, Zuidoost Drenthe en Steenwijk drongen hier deze week op aan in een overleg met BIJ12, het uitvoeringsorgaan van de provincies dat belast is met het afhandelen van schade door de wolvenaanvallen. Bernd Hietberg van praktijk Het Drentse Hart stelt dat er nog te veel tijd verloren gaat wanneer een veehouder alarm slaat.
Wonden verzorgen
„De veehouder belt met B12 wanneer hij zijn dieren gewond in het weiland ziet liggen”, zo legt Hietberg de procedure uit. „BIJ12 regelt dan een taxateur. Wanneer er dode dieren zijn kunnen die bemonsterd worden maar als die er niet zijn, is het wachten op monstername. Voordat de wonden dan verzorgd kunnen worden, of als het heel ernstig is, het dier euthanaseren.” Dieren zijn na een aanval vaak erg gestrest en op de vlucht, ook dat maakt vlot een wond behandelen lastig.”
BIJ12 neemt niet altijd direct de telefoon op. „Ik snap dat de medewerkers daar ook af en toe moeten pauzeren en dat het ‘s avonds en in het weekend lastig te regelen is”, verzekert Hietberg. „Maar een half uurtje voelt lang als je in een weiland met zwaar gewonde schapen staat. Daarom dringen wij erop aan dit anders te regelen. We bieden aan dat we daar als dierenartsen ook een rol in spelen. We zijn eraan gewend om vierentwintig uur per dag hulp te verlenen.”
Hietberg spreekt van een constructief overleg. Het was de eerste keer dat de dierenartsen met het uitvoeringsorgaan om de tafel zaten. „Vooral Drenthe heeft een voortrekkersrol voor de andere provincies”, zegt hij. „Hier denken ze heel goed mee met de boeren, maar er is nog veel te verbeteren waarvoor steun van andere provincies ook nodig is.”
Sneller uitslag dna-onderzoek
De getroffen veehouders zijn ook tevreden over de taxateurs van BIJ12, verklaart Hietberg. „Ze doen hun werk heel serieus en zijn betrokken en begripvol. We hebben wel aangegeven dat we sneller de uitslagen willen van dna-testen, die moeten uitwijzen of een dier inderdaad het slachtoffer is van een wolf. Daar gaan nu maanden overheen. Dat kan tot onrust leiden. Bij een coronatest heb je ook de volgende dag de uitslag. Bij deze test moet het ook sneller kunnen, die is in wezen niet anders.”
Woordvoerder Meije Gildemacher van BIJ12 is blij dat de dierenartsen tevreden zijn over het gesprek. „Wij vonden het ook constructief. Dierenartsen zijn voor ons belangrijke gesprekspartners. We zijn bezig met de verbetering van het algehele beleid hierover en nemen de suggesties over de betere telefonische bereikbaarheid en een snellere dna-uitslag daarin mee.”