De juffer was dol op paarden en duiven. Aan het onderhoud van Mensinge deed ze niet veel. Foto: Historische vereniging Roon.
In de serie Deze week in… blikken we terug op historische momenten of personen in Drenthe. Dit keer: Roden treurt om het overlijden van de mysterieuze eigenaresse van havezate Mensinge Christina Sophia Kymmell.
Zonderling maar gerespecteerd. Zo denken de meeste bewoners van Roden over Christina Sophia Kymmell, eigenaresse van havezate Mensinge in Roden. ‘De juffer’, wordt ze in de volksmond genoemd. Op 5 februari 1949 overlijdt ze op de havezate. De 80-jarige juffer wordt op een platte boerenkar door haar pachters en een hele stoet geïnteresseerden naar haar laatste rustplaats gebracht.
De juffer wordt in september 1868 geboren in Lochem op de buitenplaats Velhorst en woont later in Utrecht. Ze is de dochter van advocaat Jan Wilmsonn Kymmell (1836-1925) en Adelaïde Albertine van Rappard (1833-1906). Ze heeft een vijf jaar oudere broer, Coenraad. Hij wordt later kunstschilder. Van haar tijd in Utrecht is weinig bekend, schrijft Vincent Jonkheid in zijn boek Havezate Mensinge en haar bewoners.
Tien jaar na Christinas geboorte erft haar vader samen met zijn broer Pieter (1837-1907) havezate Mensinge van hun oom Coen. Deze Coenraad Wolter Ellents Kymmell, die nooit is getrouwd, is zijn vader opgevolgd als burgemeester van Roden en is dat meer dan vijftig jaar geweest.
De juffer wordt begeleid naar haar laatste rustplaats. Foto: Historische vereniging Roon.
Buitenverblijf
Het jonge gezin gaat Mensinge gebruiken als buitenverblijf. Vele zomervakanties brengen ze er door. Broer Coenraad, die overhoop ligt met zijn vader omdat hij in plaats van het afmaken van een technische studie kiest voor een bestaan als kunstschilder, komt er steeds vaker en langer, maar bewoont de havezate nooit permanent. Na het overlijden van zijn broer moderniseert Jan Wilmsonn de havezate. Er komen nieuwe paardenstallen en een nieuw koetshuis met dienstwoning en een telefoon.
Christina blijft als ongehuwde dochter bij haar ouders wonen. Haar moeder is al overleden als Christinas broer Coenraad en haar vader kort na elkaar sterven: in 1924 en 1925. Ze laat dan een monumentaal familiegraf aanleggen op de gemeentelijke begraafplaats van Roden en verhuist definitief naar Mensinge.
Sober
Hoewel ze erg rijk is, houdt de alleenwonende Christina Sophia er een sobere levensstijl op na. Ze is vriendelijk, maar voor de inwoners van Roden ook erg moeilijk te benaderen. De juffer, zoals ze in de volksmond al snel wordt genoemd, omringt zich vooral met dieren. Ze is dol op honden en paarden. Ook houdt ze duiven, waarmee ze regelmatig prijzen wint. Ze mogen door de havezate vliegen. Vlakbij de keuken kunnen bezoekers van het landgoed nog altijd een duiventil zien.
Paardrijden is haar grootste hobby. Ze houdt werk-, rij en koetspaarden. Het allerliefst heeft ze Gelderse paarden met een voskleur. Af en toe verlaat ze Roden om te kijken bij paarden die haar interesse hebben. Zo zien inwoners van Roden haar een keer achterop de brommer bij caféhouder Ep van der Molen. Dik ingepakt.
Dikke jas
Dat is ze overigens ook binnen. De juffer geeft nauwelijks geld uit aan de havezate. De door haar vader gemoderniseerde dienstvertrekken blijven leeg, de kolenkachels uit. De juffer draagt binnen dikke mantels. Ze gebruikt maar een klein deel van het grote huis. Haar leven speelt zich vooral af in de eetkamer en keuken. In de eetkamer ontvangt ze ook haar pachters. De ridderzaal naast de eetkamer richt ze in als herdenkingsplek voor haar overleden broer.
Ze is gesteld op haar rust. De tijd dat Roner kinderen naar hartelust kunnen schaatsen op de grachten rondom de havezate is voorbij. Niet alleen de grachten worden verboden terrein. Voortaan gaat ook ‘s avonds de ophaalbrug omhoog. Wel komt ze met een alternatief: in 1933 opent ze op haar terrein de nieuwe ijsbaan voor de jeugd van Roden.
De inwoners van het dorp zien haar soms rijden op haar koets. Getrokken door de paarden die ze zelf ment. Regelmatig maakt ze een rondje door Roden, Langelo en Lieveren. Volgens de overlevering is de juffer een vrouw die niet om uiterlijk geeft. Ze zit vaak onder de duivenpoep en lijkt nooit bang. Het café komt ze eens binnen met een zwarte en een bruine schoen aan. Op opmerkingen daarover reageert ze vriendelijk.
De juffer opent de ijsbaan in 1933. Foto: Historische vereniging Roon
Ze is gul voor het verenigingsleven. De voetbalvereniging die in nood verkeert krijgt een in die tijd enorm bedrag van 100 gulden. Ook het Leger des Heils kan elk jaar rekenen op een bijdrage uit Roden. En haar grote liefhebberij laat nog altijd sporen na in Roden: het is aan de juffer te danken dat sinds 1939 een Concours Hippique wordt georganiseerd.
Op 5 februari 1949 overlijdt de juffer, 80 jaar oud. Een paar dagen later neemt het dorp afscheid van de excentrieke maar geliefde bewoonster van de havezate, op de manier zoals ze zelf had laten opschrijven in haar testament. De kist van de juffer ligt op een boerenkar, die wordt getrokken door haar geliefde Gelderse paarden Juul en Holine. De stoet wordt begeleid door haar pachters en ze wordt bijgezet in het familiegraf.
Grote verrassing
Na de plechtigheid is er een bijeenkomst in het café van Tjerken Jan. De erfgenamen winden zich ondertussen al op over de nalatenschap van de juffer. Die blijkt een grote verrassing. Directe familie is er niet meer. Maar niet de verre familieleden van moederskant erven zoals verwacht de havezate, Mensinge gaat naar een achterneef die ze één keer heeft ontmoet: de Rotterdamse rechter Georg Kymmell.
Ook zijn er verschillende legaten voor maatschappelijke organisaties. De juffer laat veel geld na aan natuur- en dierenbeschermingsfondsen. Met het openstellen van Mensinge voor een groot publiek gaat een wens van de juffer in vervulling. In het aangepaste testament dat na haar overlijden voor zoveel ophef zorgt schrijft ze: ‘Wat het huis betreft wilde ik dat als museum bestemmen als een van de oudste Borgen van Drenthe.’