Met niemand ruzie, nooit gezeur en toch probeerde iemand het huis van Grietje Buitenga (69) in Assen in brand te steken: 'Mijn kleinzoon slaapt vaak naast die brandende voordeur'
Zwartgeblakerde resten spreken boekdelen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Heeft iemand het op mij gemunt? Die vraag spookt door het hoofd van Grietje Buitenga (69) uit Assen. Bij haar huis werd maandagnacht brand gesticht en de dader(s) blokkeerden de voordeur met een bankje. Politie spreekt van poging tot moord.
Het is niet ingewikkeld om het huis van Buitenga aan de Omloop, hoewel enigszins verstopt op een galerijtje van drie, te vinden. Haar voordeur is zwartgeblakerd, de deurbel op het kozijn is gesmolten. Een flinke barst in het raam, geknapt door de hitte van het vuur. Een schoonmaakbedrijf, die met een hogedrukreiniger de gevel van haar galerijwoning onder handen nam, is net weg. „Het zag er nog veel erger uit”, zegt Buitenga.
‘Had anders kunnen aflopen’
Ze is van de eerste schrik bekomen, vertelt ze. Maar ze slaapt nog wel slecht. „Mijn kleinzoon logeert nog wel eens bij me en die ligt vaak naast de voordeur. Het had erger kunnen aflopen. Dat vind ik misschien wel het allerergste.” Of ze zich nog veilig voelt in haar woning? „Ik voel me wat onrustig. Mijn huisje is mijn veilige haven. Het is niet prettig dat dat is aangetast door iemand die ik niet ken.”
De Assense, die al 23 jaar in hetzelfde huis woont, doet haar verhaal in haar vrolijk gemeubileerde woonkamer. Op tafel meerdere bloemetjes, op de schouw staan kaartjes met bemoedigende woorden. Het doet haar goed. Direct na de brand vroeg haar dochter of ze tijdelijk bij haar wilde verblijven. „Maar dat wil ik niet. Als ik hier blijf, voel ik me ook het snelst weer op mijn gemak. Ik sta er vrij nuchter in. Als ze me moeten hebben, krijgen ze me toch wel. Daar kunnen ook tien sloten bij de voordeur niet tegenop.”
Bankje voor de voordeur
Het is niet niets wat Buitenga is overkomen in de nacht van maandag op dinsdag. Die nacht wordt ze even na vier uur wakker van iemand die met zwaar schoeisel over de ijzeren trap van de galerij loopt. Ze hoort een bonk, vermoedelijk van het bankje.
Half slapend neemt ze een kijkje in de hal, een verdieping lager. Een schok. Rook. Door het ruitje in de voordeur ziet ze manshoge vlammen. Ze rent naar het balkon en belt het alarmnummer, dat op dat moment ook al is gedraaid door de buren. Politie en brandweer arriveren snel. Pas dan blijkt dat de voordeur is geblokkeerd. Het bankje, dat normaal gesproken onder het slaapkamerraam staat, is voor de voordeur geschoven, waarmee de vluchtroute naar buiten is versperd.
‘Nooit gezeur’
Om die reden neemt de politie de zaak hoog op. Dinsdagochtend volgt een buurtonderzoek en verder doet de recherche een sporenonderzoek in en om de woning. Een politieman heeft zelfs tegen haar gezegd dat er sprake is van poging tot moord. Heftig, vindt Buitenga. „Dan denk je eerder aan iemand die wordt gewurgd of neergeschoten. Niet dit.” Ze zou niet weten wie haar te grazen zou willen nemen. „Ik heb met niemand ruzie, heb nooit gezeur. Ik ben nu drie jaar met pensioen en ik ben bezig om het pleintje hier wat te verfraaien met muurschilderingen en plantenbakken.”
Ze gaat er niet vanuit dat de brand op ‘mijn persoon’ is gericht. Maar toch knaagt de brand aan haar - en dan met name de geblokkeerde voordeur. „Ergens loopt iemand rond die hier bewust een brand heeft aangestoken. Ik zou me een stuk rustiger voelen als ze hier iemand voor oppakken.”
De politie is gevraagd naar een reactie, maar wil gedurende het onderzoek geen vragen beantwoorden.