Oranje: Het asielzoekerscentrum in Oranje is leeg. Alle mensen zijn weg. COPYRIGHT MARCEL JURIAN DE JONG 40 km Foto: Marcel Jurian de Jong
Deze week zijn de laatste bewoners van het azc in Oranje vertrokken. In Oranje is de rust terug, maar er klinkt ook een ongemakkelijke stilte.
De walkanten waar de vluchtelingen vaak zaten te vissen zijn op een zonnige middag leeg. In het dorp fietsen alleen nog af en toe wat toeristen. Ze kijken vanaf de snackbar Oranjestein naar de overkant. ,,Goh, wat zou daar zitten? Een attractiepark?’’, vragen ze zich oprecht af. Het landelijke nieuws dat Oranje in oktober 2015 was toen Hilda van de Heide voor de ‘dikke BMW’ van staatssecretaris Klaas Dijkhoff stond, is kennelijk niet iedereen bijgebleven. Maar erg aanrekenen kun je het de toeristen niet. Het dorp toont geen enkel spoor van de recente bewoning door vluchtelingen. Het is er stil, warm en er is vooral niks meer aan de hand. Van der Heide, die met haar actie niet tegen de vluchtelingen wilde protesteren, maar tegen het beleid van Dijkhoff die zevenhonderd extra asielzoekers naar het dorp wilde sturen, is zelfs verhuisd uit het dorp.
Alleen in het tuincentrum De Tuinkabouter van Jan Voortman zijn nog tekenen van de asielzoekers in het dorp. Nog altijd staat er een bord met ‘Welkom’, ‘gebak’ en ‘koffie’ in het Arabisch. Voortman was met zijn tuincentrum het officieuze dorpshuis van Oranje. Vluchtelingen kregen er taalles, moslims konden bidden in de kassen, en er was een supermarktje met van alles. Van slaapzakken tot Arabische thee. En daar kochten heus niet alleen vluchtelingen hun boodschappen. Sowieso kon iedereen er terecht voor koffie en een praatje. Het supermarktje in de kas is opgedoekt, er staan nu paardrijspullen en planten.
Natuurlijk is Voortman slim geweest met zijn supermarkt, een ondernemer is hij in hart en nieren. Maar hij bracht het dorp ook wat, en dat voelt iedereen nu in zijn afwezigheid. Hij bracht saamhorigheid. Het kerstverhaal gespeeld door moslimkinderen bijvoorbeeld, het Suikerfeest en uitgebreide diners. Wat Voortman deed voor het dorp was veel meer dan geld verdienen.
De reden dat de Arabische borden nog niet zijn weggehaald is triest. Voortman ligt sinds begin dit jaar ernstig ziek in het ziekenhuis. ,,Het is erop of eronder, en ik heb besloten dat het erop wordt’, zei hij over zijn ziekte tegen zijn ruim vierduizend duizend Facebookvrienden.
Medewerker Larisa Quist werkt hard door. Voordat Jan ziek werd, had hij al een nieuw plan voor zijn handel. Zoals echte ondernemers altijd met iets nieuws bezig zijn. Een eetbare tuin in de kassen. Met peterselie, radijsjes, kolen, courgettes en ga zo maar door. Allemaal biologisch, en ze worden al geleverd aan restaurants in de buurt. Binnenkort worden er diners gegeven in de kas en komen scholen langs voor een educatieproject over permacultuur.
De eerste weken dat Voortman in het ziekenhuis lag, stond Quist wel zes uur per dag alle planten water te geven. ,,Nu de vluchtelingen weg zijn is het is dubbel stil omdat ook Jan er niet is’’, zegt ze. ,,Ik mis vooral het Arabische eten, dat hadden we drie keer per week hier. De andere twee keer zaten we in Speelstad Oranje. De jongens mochten hier niet werken vanwege de regels, maar ze konden wel voor ons koken.’’ Haar 8-jarige zoon heeft veel vrienden gemaakt in de tijd dat het azc er zat. ,,Daar zaten ze dan, vaak met wel zes nationaliteiten bij elkaar aan de picknicktafel. Vijf donkerharige koppies en een blondje. Ik gooide er wat chips en limonade bij en ze speelden met elkaar. Hoe ze communiceerden, geen idee. Het ging gewoon.’’