Quasim (l.) en Yazan moeten erg wennen in het rustige Lieving. Foto: Marcel Jurian de Jong
Of hij wil praten? „Geen probleem”, zegt Yazan (17). Maar zijn houding verraadt iets anders. Traag komt hij overeind van de bank, waarop hij lag te slapen. Het is wennen aan de rand van Beilen, waar de Syrische tiener met vijf huisgenoten woont en het vasten vanwege de Ramadan erin hakt.
‘Hier geen probleemjongeren’ stond afgelopen zomer op spandoeken voor de villa in Lieving, een buurtschap aan de rand van Beilen. De gemeente had aangekondigd dat jeugdzorgorganisatie Elker er zes minderjarige statushouders wilde onderbrengen. Er is hier niks te doen voor jonge jongens en verveling leidt tot overlast, was de opvatting van sommige kritische omwonenden.
Op een besloten buurtavond spuwden ze hul gal richting burgemeester Cees Bijl en wethouder Dennis Bouwman van de gemeente Midden-Drenthe. Maar ze kregen ook meer informatie van Elker en van Nidos, de organisatie die alleenstaande minderjarige vluchtelingen en statushouders begeleidt. Een deel van de kritiek uit de buurt verstomde. Een enkeling bleef argwanend.
Yazan heeft van de onrust niks meegekregen. Hij zat destijds nog in het asielzoekerscentrum in het Noord-Brabantse Oirschot. Sinds 8 februari woont hij met vijf huisgenoten in de villa. „Het is altijd mijn droom geweest om naar Nederland te gaan. Het is niet wat ik er van had verwacht, maar ik kan hier wel mijn dromen realiseren”, vertaalt de tolk die hem telefonisch bijstaat. „Ik had verwacht dat ik ergens op mezelf zou kunnen wonen, zonder anderen erbij.”
Ramadan-versiering in het opvanghuis. Foto: Marcel Jurian de Jong
Hij spreekt redelijk Nederlands, maar sommige woorden zijn nog lastig. Wat voorovergebogen zit hij aan tafel. De aanwezige Elker-medewerker moesten er even praten om hem zover te krijgen. „Uiteindelijk zijn dit ook gewoon pubers”, knipoogt een van hen. Overdag is in het huis altijd een mentor van Elker aanwezig en ‘s avonds en ‘s nachts is er ook iemand bereikbaar voor de jongens.
Duim omhoog
Yazan vertelt dat hij de acht maanden die hij doorbracht in het azc niet makkelijk vond, maar waar hij nu zit, is hij ook niet gelukkig. „Ik wil liever naar Rotterdam, Den Haag of Utrecht. In ieder geval naar een plek die ik zelf kan uitkiezen. Hier verveel ik me vaak, daar word ik depressief van. Ik heb familie in Brussel. Toen ik in het azc zat, kon ik daar makkelijk naartoe, nu niet meer.”
„Als er familie in Nederland woont, houden we daar rekening mee als we een jongere plaatsen, maar Brussel is niet in Nederland”, zegt jeugdbeschermer Anneliek van Nidos. Zij is de voogd van Yazans huisgenoot Quasim (16) uit Afghanistan en checkt met handgebaren of hij zich goed voelt voor ook hij aan tafel aanschuift. Als de duim omhoog gaat, regelt ze via de telefoon een tolk voor hem. Hij spreekt nog geen Nederlands.
Versiering uit twee culturen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Quasim is, net als zijn huisgenoten, vandaag naar school geweest. Nu ze een verblijfsstatus hebben, kunnen de jongens integreren in de Nederlandse samenleving. Ze gaan dagelijks met de trein naar Hoogeveen, waar ze in de Internationale Schakelklas (ISK) op een middelbare school zitten.
Yazan zit daarnaast samen met een huisgenoot op voetbal in Beilen. „Ik doe mijn best om bezig te zijn. Ik heb ook gesolliciteerd bij McDonald’s. Als het goed is, begin ik binnenkort. Voor mijn 18de wil ik graag naar het mbo. Mijn droom - en de droom van mijn moeder - is tandarts worden.”
Cricket
Voor Quasim geen voetbal. Cricket is een populaire sport in Afghanistan, die hij beoefende voor hij vluchtte. In Beilen kan dat niet, maar Anneliek vertelt dat er wordt gekeken of Quasim daarvoor naar Zwolle of Groningen kan. „Maar ik wil eerst Nederlands leren. Dat vind ik moeilijk. Op school kan ik me slecht concentreren”, vertelt hij. Op het aanrecht achter hem liggen wat spullen klaar voor de iftar, de maaltijd die de jongens bereiden en opeten na zonsondergang.
Quasim zat, voor hij werd overgeplaatst naar Drenthe, in een azc in Gelderland. In Lieving zit hij prima op zijn plek, vertelt hij. „Met mijn telefoon vermaak ik me wel. Mijn droom is om me in de toekomst samen met mijn familie ergens te vestigen en hier een toekomst op te bouwen.”
De telefoon is een dankbare afleiding. Foto: Marcel Jurian de Jong
Hapjes
Elker en de gemeente besloten de buurt vorige maand uit te nodigen om kennis te maken met de nieuwe bewoners van de villa. De plek is een van de dertien opvanglocaties van Elker voor AMV’ers (alleenstaande minderjarige vreemdelingen) in Drenthe en Groningen. Zo’n openingsavond is niet gebruikelijk, vertelt manager AMV Marieke van Barneveld, maar een succes was het wel. „Er waren zestig mensen. Sommigen hadden een cadeautjes mee voor de jongens, heel lief. De sfeer was goed. Veel mensen waren ook best benieuwd naar hoe het er hier binnen uitziet”
„Het was een drukbezochte avond”, zegt ook Jan Jonker, bestuurslid van Buurtvereniging Holthe Lieving Makkum. „We konden het hele huis bekijken en werden verrast met hapjes uit de thuislanden van de jongens. Zelf heb ik vrij veel contact met de mentoren van Elker. Ik ben er nu vier keer geweest en het lijkt heel positief. Klachten uit de buurt zijn er niet; het loopt gewoon.”
De namen van beide jongens zijn vanwege hun veiligheid en leeftijd gefingeerd. Om diezelfde reden staan ze niet herkenbaar op de foto’s.