Vernieuwd woonzorgcentrum De Hoprank in Peize zet deuren open: 'In Roden mochten ze willen dat ze dit hadden'

„Wilt u een ijsje? U staat nu toch de bui af te wachten.” Dat aanbod van de vrouw uit de ijscokraam voor de deur van De Hoprank slaan Ben en Tina Nicolai niet af. Ze hebben net rondgekeken in het vernieuwde woonzorgcentrum, waar ze vlakbij wonen.

De afgelopen tweeënhalf jaar hebben de buurtbewoners de bouwwerkzaamheden zien vorderen en ze waren dan ook erg nieuwsgierig naar het resultaat. „Geweldig”, vat Ben (78) het in één woord samen. „Heel ruim opgezet en een mooi, licht gebouw.” „Er hangt een vriendelijke sfeer”, vult zijn vrouw (76) aan. „Als de tuin straks klaar is, is het een sieraad voor het dorp. In Roden mochten ze willen dat ze dit hadden.”

In De Hoprank is plek voor 64 bewoners. De eerste 21 wonen er sinds vorig jaar, toen was het gedeelte voor mensen met een lichamelijke beperking klaar. De nieuwste vleugel bestaat uit vier huiskamers en 43 appartementen voor bewoners met geriatrische aandoeningen, zoals dementie. Die wordt dinsdag in gebruik genomen als de eerste tien bewoners er hun intrek nemen.

Zij worden verdeeld over de huiskamers. „We starten bewust met kleine groepen, omdat het voor iedereen wennen zal zijn, ook voor de medewerkers”, vertelt zorgmanager Heleen Rietsema van De Hoprank. „We hebben een hoop nieuwe mensen aangenomen, dus we starten ook met nieuwe teams.”

Stapsgewijs zullen de komende maanden steeds meer bewoners hun intrek nemen in het nieuwe gebouw. „We merken dat er steeds meer animo komt, nu het gebouw geopend is”, zegt Rietsema.

Het is zaterdag rond het middaguur behoorlijk druk, vooral in het Naoberhoes, de grote zaal middenin het gebouw. Die is trouwens niet alleen bedoeld voor bewoners van De Hoprank. „We hebben voor de komende tijd in totaal veertien activiteiten bedacht, zoals handwerken en bingo, die bedoeld zijn voor alle dorpsbewoners”, zegt welzijnswerker Erik van der Heide van Welzijn in Noordenveld.

In de woongroepen die gekoppeld zijn aan de vier huiskamers leven de medewerkers straks als het ware samen met de bewoners, vertelt zorgmanager Rietsema. „Ze kunnen daar samen koken, eten en activiteiten doen. Binnen een team is het ook niet meer zo dat elke medewerker een eigen taak heeft. We doen het echt allemaal samen.”

Er is veel rekening gehouden met de belevingswereld van bewoners met dementie. Rietsema: „De gangen zijn extra breed en er zijn muurschilderingen aangebracht, zodat mensen onderweg wat beleven.” Ze staat stil bij een afbeelding van twee bomen, waarvan één met vogelhuisje. Daarvoor, aan de muur, zit een namaakvogeltje dat begint te zingen als je erlangs loopt. „Ook hebben we met felle kleuren gewerkt, omdat dementerende mensen steeds meer moeite krijgen om kleuren te onderscheiden.”

Afgesloten afdelingen zijn er niet meer. „Van het idee dat ze opgesloten zitten, worden sommige mensen erg onrustig. Dat willen we voorkomen”, legt ze uit. „Bewoners kunnen tegenwoordig een armband of ketting met een gps-sensor krijgen. Als iemand die erg verward is de afdeling afloopt, krijgen medewerkers een signaaltje en kunnen ze diegene rustig mee terug nemen. Iemand anders kan bijvoorbeeld prima het hele gebouw door lopen of naar buiten toe. Het is allemaal maatwerk.”

Op de kamers zit een camera in het plafond, die medewerkers inseint als iemand bijvoorbeeld valt. Rietsema: „Dat het werkt, ontdekten we laatst onbedoeld in het gedeelte dat vorig jaar al geopend is. Daar was een familielid met een baby op bezoek, toen medewerkers een signaal uit een kamer kregen. Bleek dat de baby over de grond kroop.”