Woningbouw in Emmen. Volgens rijksbouwmeester Francesco Veenstra is er in Drenthe nog volop ruimte voor dit soort ontwikkelingen. Foto: Jan Anninga
Komt er een volksverhuizing uit de overvolle Randstad naar Drenthe? Rijksbouwmeester Francesco Veenstra bepleit grootschalige woningbouw in Drenthe. Nieuw is het voorstel niet, maar hoe reëel is dat?
Klimaatverandering maakt dat we anders moeten denken over woningbouw, zei Rijksbouwmeester Francesco Veenstra vorige week in een interview metHet Parool. Tot nog toe ligt de nadruk van de Rijksoverheid op de Randstad. Maar behalve dat het daar nogal vol is, liggen grote delen van die Randstad ook ver onder de zeespiegel. Het zal steeds lastiger en dus duurder worden om iedereen daar droge voeten te garanderen. En overstromingen zullen soms niet te vermijden zijn.
Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. Foto: Phil Nijhuis
Hoog en droog
In Drenthe, Twente en Gelderland kun je nog hoog en droog wonen, dus waarom zou je daar niet meer huizen bouwen? Deze gedachte van Veenstra doet sterk denken aan het plan dat de drie noordelijke provincies en Flevoland twee jaar geleden presenteerden. In het Deltaplan voor het Noorden boden zij aan om op termijn 220.000 huizen extra te bouwen, bovenop de reeds geplande 100.000.
De provinciebestuurders presenteerden hun plan als een tegemoetkoming aan het kabinet, dat piekert over de vraag waar de komende tien jaar de 1 miljoen nieuwe woningen moeten komen die nodig zijn om de woningnood te lenigen.
Betere spoorlijnen
Het Noorden zou dus een flink deel van die vraag kunnen opvangen. Maar dan moeten we het Noorden wel veel beter per spoor ontsluiten, zeiden de provinciebestuurders. Verbetering van de flessenhals bij Meppel, de aanleg van de Lelylijn en de komst van de Nedersaksenlijn, die drie spoormaatregelen zijn volgens hen nodig. De Lelylijn verbindt Groningen snel via Friesland en Flevoland met Amsterdam, de Nedersaksenlijn loopt van Groningen, Stadskanaal en Emmen naar Enschede. Ook Veenstra zegt dat het komende kabinet rigoureus moet investeren in openbaar vervoer.
Dat is niks te veel gezegd. Alleen al voor de Lelylijn gaat de rekening richting 10 miljard euro. De verbetering van het spoor bij Meppel slokt een slordige 80 miljoen euro op. De Nedersaksenlijn zou zomaar een half miljard euro kunnen kosten.
Bezuinigingen
Nu hebben het huidige demissionaire kabinet en Tweede Kamer voor elk van die drie projecten al wel geld opzij gelegd, maar dat is telkens ruwweg de helft van wat er minimaal nodig is. Bij de coalitieonderhandelingen gaat het alweer over bezuinigingen en dat belooft weinig goeds.
Los daarvan is het maar de vraag hoe groot het animo is onder Randstedelingen om naar de noordelijke provincies te verhuizen. „Zou een leraar in het basisonderwijs naar een mooi huis in Drachten verhuizen als zijn school in Haarlem staat?, vroeg de Groningse planoloog Gert de Roo zich af naar aanleiding van het noordelijke plan voor de 220.000 extra huizen.
Dicht bij station
En het uitgangspunt dat al die nieuwe huizen goed bereikbaar per trein moeten zijn, beperkt het aantal locaties nogal, merkte De Roo op. Je wilt tenslotte dicht bij een station wonen, als je vaak op reis moet.
Ook in Drenthe is de ruimte niet in overvloed voorhanden, dat blijkt wel uit de vele discussies over stikstof, landbouwgrond en de verhouding met de natuur. Al wonen er in Zuid-Holland wel zeven keer zo veel mensen op een vierkante kilometer als hier.
Rijksbouwmeester Veenstra wijst terecht op de gevolgen van klimaatverandering voor woningbouw in de lage en drassige delen van Nederland. Hij heeft echter nog heel wat overtuigingskracht nodig voordat er echt meer huizen in Drenthe en Twente gebouwd kunnen worden. Zowel de Randstedeling als de Drent zit niet op een volksverhuizing te wachten.