Cor Pas en Dick Adema hebben hun ziel en zaligheid in de panden gestopt. Foto: Gerrit Boer
„Toen we hier de eerste keer langs reden, liepen de reeën over de weg. We hebben het gekocht voor de plek”, zegt Dick Adema. Samen met zijn vrouw Cor Pas en familieleden verbouwde hij alle vier de panden op hun afgelegen erf aan de Pesserveldweg bij Ruinen zelf. En nu verkoopt het stel hun bijzondere bezit.
Ze gaan in 2001 kijken bij een huis in de buurt van Linde, maar ontdekken al snel dat ze geen kans maken. Cor Pas en Dick Adema (beiden 61) wonen dan in Balkbrug, waar Adema sociotherapeut is bij tbs-kliniek Veldzicht. Ze zijn op zoek naar een rustigere plek.
„Op de terugweg van Linde zagen we bij het busstation in Zuidwolde advertenties van een makelaar”, vertelt Adema. Hun oog valt op de panden aan de Pesserveldweg. „We zijn hier meteen naartoe gereden. Het leek wel een dorp op zich met al die gebouwen. Toen we hier reden, liepen de reeën over de weg.”
Een deel van het erf, met in het midden het woonhuis van Adema en Pas. Foto: Snoek Makelaars
Het erf blijkt een grote bende, maar het schrikt hen niet af. „Wij zagen alleen maar mogelijkheden”, zegt hij. Aanvankelijk zijn er vijf geïnteresseerden voor hen en denken ze opnieuw achter het net te vissen. „Maar een paar maanden later dacht ik: laat ik die makelaar toch nog eens bellen. Toen bleken alle andere gegadigden te zijn afgehaakt. We konden langskomen voor een bezichtiging en mochten gelijk bieden. We hebben het gekocht voor de plek. Lekker afgelegen.”
Keien
Voor 600.000 gulden is alles van hen. Door een onverwachte meevaller bij de verkoop van hun huis in Balkbrug hebben ze een potje om te beginnen met het opknappen van de vervallen panden. Het oudste pand heeft een Franse uitstraling. „Het is in 1929 gebouwd met keien die de bewoners hier van het land hadden gehaald”, vertelt Adema. Na drie maanden verbouwen, trekt het stel met Pas’ twee dochters erin.
„We hebben alles gestript. Alleen de buitenmuren zijn blijven staan. Alle leidingen, afvoeren, ramen; alles hebben we vervangen. Voor het dak hebben we een aannemer ingehuurd en we hebben een elektricien en een loodgieter erbij gehad”, zegt Adema. De rest doen ze zelf.
Adema en Pas bij het Franse huis, waar ze de eerste jaren woonden. Foto: Gerrit Boer
„Van de eerste slooppartij op een zaterdag hebben we een soort teambuildingsdag van gemaakt met het managementteam van het COA in Flevoland, waar ik toen werkte”, lacht zijn vrouw. „Het huis bestond van binnen uit allemaal kleine hokjes. Alle binnenmuren moesten eruit. Voor de nieuwe draagconstructie hebben we een gebint uit Friesland gehaald.”
‘Gewoon, doen’
Waar ze de kennis over bouwen en verbouwen vandaan haalden? „Gewoon, doen”, klinkt het in koor. Adema: „Daar leer je van. En onze zwager is timmerman. Hij heeft ons vaak geholpen. Maar we hebben bijvoorbeeld zelf de keuken helemaal gemaakt van gipsblokken en er oude wasbakken ingezet. Die vonden we mooi.”
Berner Sennenhonden Einstein en Nelson kijken door het raam van de Franse deuren. Foto: Gerrit Boer
Tegenwoordig wonen ze in het pand dat vroeger gebruikt werd als schuur en koestal. Het heeft eveneens een Franse uitstraling gekregen. Terwijl Adema en Pas vertellen, kijken Berner Sennenhonden Einstein en Nelson door de ramen alsof ze willen zeggen: „Laat ons er eens in.” Maar de 7-jarige joekels – één van de broers is bijna 100 kilo – moeten buiten blijven als er bezoek is.
„Met het verbouwen hebben we altijd stapje voor stapje gewerkt. We bedachten ter plekke: wat willen we op die plek? En als we het wisten, gingen we ermee aan de gang. Zo hebben we om deze deur heen gewerkt”, wijst Adema naar de hoge deuren met veel glas waarachter de honden staan. Pas: „Ze komen uit een oud Frans pand en passen bij de stijl van dit gebouw. De tegels die hier liggen komen uit een landhuis in Frankrijk. Dat hebben we allemaal bij elkaar gescharreld. En vriend van ons koopt die oude spullen in.”
Het huidige woonhuis van het echtpaar. Foto: Snoek Makelaars
Betondraaier
De honden hebben meer ruimte in het huidige woonhuis. Dat is één van de redenen dat het echtpaar rond 2010 van het ene naar het andere pand is verkast. De voormalige schuur annex stal is kort na het eerste pand in 1929 gebouwd. Het is ook helemaal vernieuwd. „Alles is van beton hier. Ik ben de betondraaier”, lacht Pas. „Dat heb ik ook geleerd door het te doen. Ons eerste muurtje stortte meteen in, dan weet je hoe het niet moet.”
Om vloerverwarming erin te krijgen (anders blijkt de voormalige schuur niet warm te stoken) moet alles worden uitgegraven. „Toen zat het nieuwe dak er al op en de keuken er al in. We moesten alles tot een halve meter diep uitgraven, want er moest ook isolatie in”, vertelt Adema.
De keuken in het woonhuis van het echtpaar. Foto: Snoek Makelaars.
Het idee er een paar traptreden in te maken van het woongedeelte naar de keuken ontstaat tijdens het graven, wat Pas en Adema avondenlang na hun werk hebben gedaan. Pas: „Op een avond was ik zo moe dat ik, toen ik zand naar buiten bracht, in de bouwcontainer ben gevallen. Het sneeuwde en het plankje was glad geworden.” Achteraf lacht ze erom, maar af en toe was het afzien, erkent ze.
Beheer vakantiepark
Ondertussen is het stel in 2009 beheerder geworden van het naastgelegen vakantiepark De Marke van Ruinen. Na onderhandelingen met de projectontwikkelaar kunnen zij de vier hectare grond die oorspronkelijk bedoeld was voor uitbreiding van dat park, kopen.
De tegels komen uit een Frans landhuis. Foto: Snoek Makelaars
Pas: „Toen we hier net woonden, bleek dat er plannen waren om het vakantiepark uit te breiden tot vlak achter ons erf. Tja, wij kwamen voor rust. Daarom zijn we met de projectontwikkelaar in gesprek gegaan. Voorwaarde voor het overnemen van de vier hectare grond was wel dat wij tien jaar beheerder zouden zijn van De Marke van Ruinen.”
Terwijl ze dat werk doen, verbouwt het echtpaar gestaag door. In 2013 is de oude hooischuur aan de beurt. Die toveren ze samen met hun zwager om tot een smalle, hoge woning met veel hout erin. Qua vorm heeft gebouw wat weg heeft van een kerkje. Adema: „Een tekening was er niet, wat er nu staat, is uit het hoofd bedacht. Onze zwager is ongelooflijk slim.”
De voormalige hooischuur heeft qua vorm wat weg van een kerkje. Foto: Snoek Makelaars
Opvang ouderen
Eind 2018 gaat als laatste de oude schuur voor op het erf eraf. Ruim een half jaar later staat er een pand dat Zweeds aandoet, met ook binnen veel hout. Als ze in 2019 na tien jaar stoppen met hun werk op het naburige vakantiepark, heeft het stel een nieuw doel: in het Zweedse pand, willen ze een opvang starten voor ouderen met beginnende dementie, wat aansluit bij hun zorgachtergrond. „We hebben het pand meteen bij de bouw daarvoor geschikt gemaakt. Het is bijvoorbeeld rolstoeltoegankelijk.”
Uiteindelijk komt het plan niet van de grond. Ze komen er niet uit met de gemeente De Wolden op het gebied van de vergunningen en lopen ook aan tegen restricties van defensie. Hun grond ligt nét te dicht bij een munitieopslag, waardoor hun plannen niet zijn toegestaan. Het gaat volgens Pas en Adema om slechts vijftig meter.
Het Zweedse pand is geschikt gemaakt voor mindervaliden. Foto: Snoek Makelaars
Na allerlei gesprekken blijkt er geen oplossing mogelijk. De teleurstelling is hoorbaar in hun stemmen als ze erover vertellen. Voor hun gevoel lopen Pas en Adema tegen een bureaucratische muur op. Gevolg is ook dat ze geen inkomen meer hebben. Een andere baan vinden is, gezien hun leeftijd, niet makkelijk, zo blijkt.
Nieuwe toekomst
Ze maken plannen voor een nieuwe toekomst en zetten hun dierbare bezit met enorme lap grond erbij afgelopen najaar te koop voor 1.450.000 euro. Er is al behoorlijk wat belangstelling geweest, maar momenteel is het was rustiger, zeggen ze. „Waar we naartoe willen?” Pas’ ogen glinsteren. „We willen nóg rustiger gaan wonen, in Midden- of Noord-Zweden.” Het plan zat altijd al in hun achterhoofd, maar komt nu wat eerder dan gepland. „Wij zijn Nederland wel een beetje zat”, erkent de Ruinense.
Als je haar en Adema vraagt waar ze het meest van genieten op hun huidige woonplek, beginnen de ogen weer te stralen. „De rust en de omgeving. Je loopt zo het bos in. En we zijn heel trots op wat we hebben neergezet”, zegt Adema. Pas: „Vooral op ons huidige woonhuis, waarin de keien overal terugkomen. Het past bij de geschiedenis van Drenthe.”
De Zweedse woning is in 2019 afgebouwd. Foto: Snoek Makelaars