De Groninger Kanovereniging traint in oktober bijna in het donker. Foto: Jan Willem van Vliet
Goede raad is duur. Zomertijd, wintertijd, of iets er tussenin? Nu we de klok niet meer willen verzetten, moeten we harde keuzes maken. Overal zitten voor- en nadelen aan. En de tijd tikt.
Goed. We gaan dus stoppen met twee keer per jaar verzetten van de klok. Tamelijk abrupt komt er een eind aan een gewoonte die in Nederland maar liefst 41 jaar heeft geduurd. De Europese Unie laat het voortaan aan de lidstaten over om te bepalen welke tijd ze hanteren.
Bij veel mensen overheerst de opluchting. Want menigeen was in het voorjaar en het najaar toch wel een tijdje van slag als de klok weer was verzet. Maar grote vraag is: wat nu? De zomertijd of de wintertijd hanteren?
Kabinet en Tweede Kamer zijn er nog lang niet uit. Want het heeft allemaal grote effecten. Het zou ook lastig zijn als we andere tijden hebben dan de buurlanden. Zeker in de grensprovincies. Neem hogeschool NHL Stenden in Emmen, waar veel studenten uit Duitsland studeren. Ze zijn er in Den Haag bepaald niet blij mee, hoe ze in Brussel de besluitvorming over de schutting hebben gegooid.
Hoe is het allemaal begonnen? Energiebesparing was in de jaren zeventig, het decennium van twee oliecrises, het motief om in het voorjaar de klok een uur vooruit te zetten. Als het in de zomermaanden ’s avonds langer licht is, hoeven we minder vaak het licht aan te doen, was de gedachte.
Van die energiebesparing is weinig terecht gekomen, hebben geleerden becijferd, maar er waren ook mooie neveneffecten. Na het avondeten nog even een wandelingetje maken, een stukje op de racefiets, werken in de tuin of gewoon lekker op balkon of terras zitten, dankzij dat extra uurtje is het ook allemaal weggelegd voor mensen die lange dagen maken op kantoor.
In de afgelopen 41 jaar zijn we daar helemaal aan gewend geraakt.
Zullen we dan maar de zomertijd als standaardtijd invoeren? Dat moeten we in de winter dan wel bekopen. Pas tegen tien uur wordt het dan ’s ochtends licht en dat vooruitzicht stemt velen somber. Daar staat dan tegenover dat het ’s avonds een uurtje later donker wordt, maar hoe dan ook staat een permanente zomertijd ver van de natuurlijke tijd af.
Toch de wintertijd maar het hele jaar aanhouden? Dat is dan jammer van die mooie zomeravonden, maar in Nederland leven we dan het dichtst bij de échte tijd, waarbij de zon om twaalf uur ’s middags het hoogste punt heeft bereikt.
Voor bepaalde groepen heeft dit wel grote gevolgen. Matthijs de Vries, voorzitter van wielervereniging De Friesche Leeuw in Leeuwarden schrikt als hij met het vraagstuk wordt geconfronteerd.
„We hebben hier nog niet echt over nagedacht. We hebben in de zomer op onze baan wel wedstrijden en we trainen er. We hebben er geen verlichting, dus we stoppen als het donker wordt. Het wordt een hele uitdaging als we het hele jaar de wintertijd krijgen. Dan moeten we baanverlichting aanleggen, of uitwijken naar de zaterdag.”
Het zomerseizoen is ook nu al kort, zegt De Vries, vanwege de stop met de zomervakantie.
Veel fietsclubs zitten in ditzelfde schuitje, vertelt woordvoerder Erik Tolboom van de NTFU, de federatie van toerfietsclubs. Veel clubs maken in de zomeravonden een trainingstocht, vanaf 18.30 of 19.00 uur.
„Als het vroeg donker wordt, maken we maar een kort tochtje’’, vertelt Tolboom. „Vanuit onze sport zijn wij dan ook voorstander van de zomertijd.” Bij racefietsers speelt ook mee dat racefietsen niet altijd van goede verlichting zijn voorzien. „Veiligheid is heel belangrijk, we geven onze leden dan ook veel informatie en tips mee over fietsverlichting”, benadrukt Tolboom.
Bij de Groninger Kanovereniging hebben ze elke woensdagavond training vanuit het clubhuis aan de Hoornsedijk bij het Paterswoldsemeer.
„Wij willen graag dat het zo lang mogelijk licht blijft”, luidt de bondige reactie van voorzitter Klaas Sjollema. „We hebben dan een kanopolotraining en een gewone kanotraining.” De trainingen beginnen nu nog om zes uur ’s avonds en gaan door tot het te koud en/of te donker wordt. „Een uur, dat maakt echt uit”, vindt Sjollema.
Dan is er nog de recreatiesector. Is kamperen bijvoorbeeld wel leuk als het vroeg donker wordt? Bos, eigenaar van recreatiecentrum en camping Lauwersoog, maakt zich geen zorgen. „De tijd is voorbij dat je met een closetrol onder je arm over de camping liep. Campings zijn tegenwoordig goed geoutilleerd, er is volop verlichting, de toiletgebouwen zijn verwarmd. Ik denk dat het niks uitmaakt. Ik zal zelf blij zijn als de klok niet meer verzet wordt.”
Wiert van Dijken van Natuurkampeerterrein Lettelbert denkt er net zo over. „In het voor- en naseizoen hebben we hier niet veel gezinnen, maar een wat ander publiek, die meestal met een caravan met goede verlichting komt. En ons eigen terrein is ook verlicht. De elektriciteitsrekening? We hebben net allemaal zonnepanelen gekregen.”