Drenthe en Overijssel zijn de voordeur voor wolven, die vanuit Duitsland naar Nederland komen. Verreweg de meeste dieren steken in het Noordoosten de grens over.
In Nederland zijn sinds 2015 28 verschillende wolven waargenomen. Bijna allemaal kwamen ze via Drenthe of Overijssel Nederland binnen. Vanuit het Noordoosten trokken ze naar de Veluwe, waar inmiddels een roedel is, of via een andere route naar de Achterhoek. Sommige dieren zakten verder zuidwaarts af naar Limburg of het oosten van Noord-Brabant. Slechts een enkele wolf in Zuid-Nederland is van oorsprong afkomstig van de Alpen.
Rapport De wolf terug in Nederland
De belangrijke rol die Drenthe vervult als wolven-corridor blijkt uit het woensdag gepubliceerde onderzoek De wolf terug in Nederland, dat is gemaakt door de Wageningen University in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en BIJ12, de organisatie die namens de provincies de wolvenschade afhandelt.
Tegelijk verscheen een rapport over de juridische status van de wolf. De dieren vallen in de zwaarste beschermingscategorie en mogen niet worden gedood, gevangen of verstoord. Alleen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer een wolf mensen aanvalt, mag het dier worden verjaagd of afgeschoten.
Vanuit Polen trekken steeds meer wolven in westelijke richting. In Duitsland zijn inmiddels 125 roedels. Van daaruit trekken de dieren naar Denemarken, Nederland en België. De onderzoekers verwachten dat niet alleen vanuit het oosten meer wolven zullen komen, maar ook vanuit de Alpenlanden.
Ondanks drukte in Nederland kunnen wolven hier aarden
Wolven stellen geen hoge eisen aan hun leefomgeving. Er moet voldoende voedsel zijn en plekken waar ze overdag ongestoord kunnen rusten. De Nederlandse situatie, met veel mensen én vee op een kluitje, is uniek in Europa, maar desondanks kunnen de dieren hier aarden. De Drentse wolf, het mannetje GW1261m, die zich had gevestigd in het midden van de provincie, is volgens de onderzoekers een jaar geleden weer naar Duitsland teruggekeerd.
De kans dat mensen worden aangevallen door wolven, is volgens de onderzoekers verwaarloosbaar. Voorwaarde is dat de dieren niet worden gevoerd. Is dat wel het geval, dan associëren ze mensen met voedsel. Krijgen ze niets te eten, dan kunnen ze hun frustraties afreageren op mensen. Honden kunnen worden gezien als potentiële paringspartner of juist als concurrent. Mocht het in dat geval komen tot een aanval, zal die altijd gericht zijn op de hond en niet op het baasje, zo wordt gesteld.
Vooral reeën, wilde zwijnen en heren op het menu
Met name schapenhouders vrezen de komst van meer wolven. Volgens de onderzoekers hebben schapen, die achter elektrische rasters worden gehouden of die worden beschermd door een getrainde hond of herder, weinig te vrezen. Bij gevestigde wolven staan vooral reeën, wilde zwijnen en dam- en edelherten op het menu. Welpen, die opgroeien in deze ‘traditie’, zullen schapen haast automatisch links laten liggen. Neemt niet weg dat jonge en zwervende dieren niet altijd de verleiding kunnen weerstaan van een makkelijke prooi.
Een hek, zoals Friese schapenhouders die op de grens met Drenthe willen plaatsen, is in de ogen van de onderzoekers ongewenst. Het houdt niet alleen wolven tegen, als dat al lukt, maar ook andere dieren. Bovendien is het plaatsen van hekken over grote afstanden in strijd met Europese regels, die zeggen dat de wolf zelf bepaalt waar hij of zij zich vestigt.
Beide onderzoeksrapporten vormen de basis van het nieuwe Interprovinciaal Wolvenplan dat volgend jaar wordt vastgesteld. Daarin leggen de provincies vast hoe ze de komende jaren met wolven omgaan.