Een afrastering tegen wolven. Foto: Marcel Jurian de Jong
In Drenthe is de afgelopen jaren voor 334 kilometer aan wolvenrasters geplaatst, dat is de afstand van de Grote Markt Groningen tot het Vrijthof in Maastricht.
Toch hebben wolven tot en met juli dit jaar 859 schapen afgeslacht, 20 runderen en 6 paarden. Dit staat in een feitenoverzicht dat de provincie Drenthe heeft opgestuurd naar de Europese Commissie in Brussel. Het provinciebestuur dringt hiermee aan op verlaging van de beschermde status van de wolf. Het is niet duidelijk hoeveel van de door wolven gedode dieren achter een goedgekeurd raster verbleven.
Niet geschikt
Een flinke politieke meerderheid in Drenthe vindt de provincie niet geschikt als leefgebied voor de wolf. Weliswaar zijn hier veel natuurgebieden, maar die zijn versnipperd, waardoor de wolf snel in een landbouwgebied komt. De veelvuldige aanvallen leiden tot verdriet en boosheid onder veehouders en daarnaast tot angst onder de bevolking, stelt gedeputeerde Egbert van Dijk (BBB) vast.
Over de effectiviteit van die 334 kilometer aan wolvenrasters lopen de meningen nogal uiteen. Natuurbeschermers zeggen dat veehouders die rasters niet op de juiste wijze plaatsen, waardoor ze niet helpen. Boeren zeggen dat de rasters wolfwerend zijn, niet wolfproof. Geregeld blijkt dat wolven toch bij schapen kunnen komen hoewel het weiland is afgeschermd met een goedgekeurd raster.
De provincie zegt voor ruim 1,3 miljoen euro aan subsidie voor deze rasters te hebben uitgekeerd, verdeeld over 269 aanvragen. Deze uitgaven vertonen een stijgende lijn, want ook het aantal wolven neemt toe. De provincie telt nu vijf volwassen wolven, een jaarling en twaalf welpen.
Het is volgens Van Dijk dringend noodzakelijk om de wolf beter te kunnen ‘beheren’, zoals dat heet. Dat kan zijn: wegjagen, nesten verstoren en in het uiterste geval afschieten. Hij waarschuwt dat het maatschappelijk draagvlak voor de wolf in Drenthe snel verdwijnt en dat mensen het recht in eigen hand gaan nemen.