Rampjaar 1672: nieuw boek belicht vooral Coevorden en Groningen in de strijd tegen Bommen Berend. 'Coevorden gaf de stad niet zomaar uit handen, zoals wel wordt beweerd'
De bestorming van Coevorden met de gevechten rond bastion Gelderland, geschilderd door Pieter Wouwerman Rijksmuseum, Amsterdam
Al vlak na 1672 verschenen er boeken over dit rampjaar. In de huidige terugblikken komen Coevorden en Groningen er doorgaans maar bekaaid af. Kunsthistoricus Ineke den Hollander richt zich in Een Schricklijck Jaer daarom vooral op Noord-Nederland.
Bommen Berend? De strijd die Coevorden en Groningen 350 jaar geleden voerden tegen deze oorlogszuchtige bisschop van Münster mag dan in Noord-Nederland genoegzaam bekend zijn, in boeken over het rampjaar 1672 is het noordelijke aandeel in het strijdtoneel vaak bijna een voetnoot.
Ineke den Hollander Foto: Gerrit Boer
Volgens kunsthistoricus Ineke den Hollander uit Zwinderen soms ook nog eens met foute informatie. ,,Want de aanname dat Coevorden de stad min of meer zonder verzet uit handen heeft gegeven, klopt gewoon niet. Pas na twaalf dagen belegering is Coevorden ingenomen door Bommen Berend. Coevorden bood daarmee een stuk langer tegenstand dan bijvoorbeeld Deventer, dat na vijf dagen al moest capituleren. Om nog maar te zwijgen over Zwolle, want daar was er helemaal geen strijd. Volgens de geruchten omdat het stadsbestuur zich had laten omkopen.’’
De belegering van Groningen. Beeldbank Groninger Archieven
Coevorden en Groningen pakken dit jaar uit met het jubileum. De kasteelstad is bovendien ook nog eens culturele gemeente van Drenthe. Hoogste tijd om de eigen noordelijke geschiedenis rond 1672 eens goed op papier te zetten. In opdracht van de gemeente Coevorden ging Den Hollander daarom aan de slag.
Waarom wordt 1672 eigenlijk een rampjaar genoemd?
,,De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd van alle kanten bedreigd. Ons land was mede door de handel via de Verenigde Oostindische Compagnie welvarend geworden, zeker in het westen. Daar werd van buitenaf met jaloerse blikken naar gekeken, hoewel het in het noorden nog vaak nog armoe troef was. Frankrijk was uit op een grotere machtspositie, terwijl Engeland vooral belang had bij de handelsroutes.’’
,,Beide landen verklaarden de Republiek in april 1672 de oorlog, een maand later gevolgd door de oorlogszuchtige bisschoppen van Münster en Keulen. Die van Münster, Bernhard von Galen alias Bommen Berend, had hier bovendien nog een appeltje te schillen. Hij was al een keer smadelijk verdreven uit de Republiek.’’
Christoph Bernhard von Galen, beter bekend als Bommen Berend. Beeldbank Groninger Archieven
De verdediging liet zeer te wensen over.
,,De Republiek werd in die jaren bestuurd door Johan de Witt, een polderjongen à la Mark Rutte. De Witt dacht met veel overleg en onderlinge verbonden de oorlog buiten de deur te kunnen houden. Verdedigingswerken waren daarom jarenlang verwaarloosd. Toen het menens werd, was het te laat voor een ommekeer.’’
De verleiding is groot om te zeggen dat de geschiedenis zich herhaalt, nu met de oorlog in Oekraïne.
,,Die vergelijking mag je zeker maken. Ook nu dacht men jarenlang dat het wel zou loslopen met Rusland en is er flink bezuinigd op defensie.’’
Coevorden werd in die tijd als onneembare vesting gezien. Waarom eigenlijk?
,,De vesting was volgens de laatste technieken aangelegd. Alles klopte. Het Rijksmuseum heeft een plattegrond van Coevorden uit 1672, toen het was veroverd door de bisschop van Münster. In de kantlijn staat geschreven dat Coevorden één van de sterkste vestingen in Europa was.’’
. Foto: Gerrit Boer
Toch viel ook Coevorden.
,,Maar wel pas na twaalf dagen van felle strijd. Coevorden wordt nauwelijks genoemd in boeken over het rampjaar. Gebeurt het wel, dan vaak foutief. In een boek over het rampjaar dat al enige tijd uit is, wordt het beeld geschetst dat Coevorden zich nauwelijks heeft verzet. De schrijver heeft zich, denk ik, enkel gebaseerd op een bericht uit de Oprechte Haerlemsche Courant van toen. Coevorden, een plaats die vanwege zijn sterke vesting onneembaar werd geacht, is op schandelijke wijze overgegeven aan de vijand, ondanks het feit dat de vijand eerder niet binnen kon komen vanwege het water. Voor zover bekend zijn er geen doden te betreuren in de vesting, alleen één vrouw, die uit nieuwsgierigheid over de muren heen keek, werd doodgeschoten door een musketkogel.
Bestorming van Coevorden in 1672, vastgelegd door Pieter Wouwerman. Rijksmuseum, Amsterdam
Uit andere bronnen, zoals het ooggetuigenverslag van de latere bevrijder van de stad Meijndert van der Thijnen, blijkt het tegendeel. Je moet als historicus wel proberen meer dan één bron te raadplegen.’’
Hoe was het met die bronnen gesteld? Is er veel op papier bewaard gebleven uit die tijd?
,,Verrassend veel. Wat ik opvallend vond is dat er in de jaren direct na 1672 al boeken zijn verschenen over het rampjaar. Vanwege corona kon ik lange tijd archieven niet fysiek induiken, maar op internet is een schat aan informatie te vinden. Verslagen, pamfletten, dagboeken, kaarten, kranten; het is allemaal in te zien. Als je maar weet waar je digitaal moet zoeken.’’
,,Wat in het begin nog wel lastig is, zijn de vaak Gothische letters en het oud-Hollands waarin de teksten zijn opgesteld. Dat leest allerminst prettig. Maar goed, daar wen je wel aan.’’
Stel: je loopt nu in het Coevorder stadshart van 1672 in de maanden na de overgave. Wat zie je dan?
,,Vooral militairen. De bevolking bestaat voor meer dan de helft uit Münsterse soldaten. Er wonen in Coevorden zo’n 1000 burgers, die samen moeten zorgen voor het garnizoen. Ze moeten bedden afstaan, stallen onderhouden en paarden beschikbaar houden. De pakweg 1200 soldaten eisen ook materiële zaken. Dat kan van alles zijn, van een potje mosterd tot kleding. En de bisschop dwingt de bevolking de gehavende vesting te herstellen. Op kosten van de burgers van Coevorden en boeren uit de omgeving, uiteraard.’’
Kaart van Coevorden, door Hendrik Hofsnider, 1743. Op de kaart is het aanvalsplan ingetekend. commons.wikimedia.org
,,Die soldaten zitten in herbergen vaak te drinken en te dobbelen, om de tijd te doden. Er zijn bierbrouwers, jeneverstokers, kleer-, hoeden- en schoenmakers. Ambachtslieden als de kuiper, de timmerman en de voerman proberen nog wat te verdienen aan de soldaten, maar die zijn niet gewend te betalen. Ze vragen niet, ze eisen.’’
Ondertussen worden er duizenden bommen op Groningen afgevuurd, maar de stad houdt stand.
,,De belegering houdt wekenlang aan. De bevolking krijgt het zwaar te verduren. Overal raken huizen beschadigd. Er zijn duizenden vluchtelingen. De halve stad vlucht naar de noordkant, buiten het bereik van de bommen. In huisjes voor twee wonen soms twintig tot dertig mensen. Gelukkig blijven de prijzen voor etenswaren normaal, na een oproep van het stadsbestuur om geen woekerprijzen te vragen.’’
,,Met enige regelmaat voeren de Staatse soldaten aanvallen uit op de vijandelijke troepen. De bisschop laat zich zelf ook af en toe zien in de loopgraven, maar voorkomt daarmee niet dat het moraal steeds verder zakt. De Groningers daarentegen blijven strijdvaardig. Ook kinderen en studenten helpen mee. Steeds meer Keulse en Münsterse soldaten deserteren. Zij vertellen de Stadjers over onenigheid tussen beide bisschoppen en over het opraken van voedsel.’’
,,Vanaf 25 augustus wordt het rustiger met de beschietingen. De Groningers gaan maar eens poolshoogte nemen in het vijandelijke kamp. Alle Keulenaren en Münstersen die ze onderweg tegenkomen, hakken ze in de pan. De vijand laat zich op 28 augustus nog even zien, op de Galgenberg. Er volgen nog wat beschietingen, maar het beleg is afgelopen.’’
Gezicht op Coevorden na 1672, door Gaspar Bouttats naar Jan Peeters. commons.wikimedia.org
Vanuit Groningen wordt de bevrijding van Coevorden op poten gezet.
,,Coevordenaar Meijndert van der Thijnen is niet alleen schoolmeester en koster, maar ook specialist op het gebied van vestingwerken. Na de inname van Coevorden vlucht hij met vrouw en kind naar Groningen, waar hij maar blijft hameren bij generaal Carl Rabenhaupt op een zelfbedacht plan. Belangrijk onderdeel in deze winterse verrassingsaanval zijn biezen matten. Bij ijs in de stadsgrachten hakt de bezetter namelijk bijten, zodat niemand ongevraagd de vesting binnenkomt. Met die matten wil Van der Thijnen bruggen bouwen, over de bijten heen.’’
Carl Rabenhaupt Rijksmuseum, Amsterdam
,,Het mooie is dat Van der Thijnen niet alleen de bedenker is. Hij gaat ook voorop in de strijd. Als op de rand van een bijt veel soldaten staan te schieten op de bezetter, dreigen ze vanwege hun gewicht door het ijs te zakken. Van der Thijnen gaat dan zitten en houdt met zijn blote handen de biezenbrug vast, zodat de soldaten eroverheen kunnen lopen.’’
,,Tot verbijstering van officieren slaagt de aanval. Ze treffen elkaar bij het Kasteel en kijken elkaar vol verbazing aan, slaan hun ogen op naar de hemel zonder dat iemand een woord spreekt. Totdat een van hen uitbarst: ‘Hoe is het mogelijk?’ Een van de anderen antwoordt: ‘Dit is niet anders als van Gods hand.’ De mensen waren destijds nogal godvruchtig.’’
Foto Gerrit Boer Foto: Gerrit Boer
Wat is het meest opvallende dat u bent tegengekomen?
,,Toch wel de bisschopsdam. Want na de bevrijding van Coevorden is het nog niet gedaan. De bisschop wil in 1673 vanuit Overijssel een nieuwe aanval op Coevorden op poten zetten. Daarbij wil hij de Coevordenaren laten verdrinken. Hij bouwt een dam in de Vecht, die hij uitbreidt tot een dijk van liefst ruim 7 kilometer lang. Van Anerveen naar het Duitse Laar. Dat moet een imposant bouwwerk zijn geweest, dat tot in de 19de eeuw was ingetekend op kaarten. Dat die dam er ooit was is bekend, maar ik heb me verbaasd over de lengte.’’
Een dijk van ruim zeven kilometer zette Coevorden onder water. Hattingakaart: Zwolle, Collectie Overijssel
,,Bijna slaagt het plan, want Coevorden komt steeds verder onder water te staan. Door de dam, maar ook omdat het maar bleef regenen. De situatie in de stad wordt steeds nijpender. Maar net op het moment dat de ondergang dreigt, steekt er ineens een uitzonderlijk harde oostenwind op. Het water wordt opgestuwd richting Gramsbergen en slaat een gat in de dam. Tweehonderd boeren worden gedwongen die te dichten, maar ze worden weggespoeld. Vijfhonderd soldaten die op de dam de wacht hielden, verdrinken eveneens.’’
De dijkdoorbraak bij Coevorden, op 1 oktober 1673. Rijsmuseum, Amsterdam
,,Coevorden is opnieuw gered door God. Zo wordt althans het plotselinge opsteken van de oosterstorm in uitgerekend begin oktober verklaard. Als het dan stormt, waait het immers steevast vanuit het westen.’’
U stuitte ook nog op een Hollands kerkhof, vlak over de grens.
,,Ook dat was bijzonder, iets waarvan ik geen weet had. Want de strijd is ook na het bijna verdrinken van de gehele Coevorder bevolking nog niet gestreden. In 1674, een dag voor de ondertekening van de vrede tussen de Republiek en Bommen Berend, is er nog een veldslag bij het Duitse Veldhausen, een kilometer of 30 van Coevorden. Honderden Staatse soldaten worden daarbij gedood. Ze worden begraven op het Hollandschen Karkhoff. Alleen een steen met dat opschrift verwijst nog naar de plek, graven zijn er niet te vinden.’’
Alleen deze steen met opschrift herinnert nog aan het Hollandschen Karkhoff. Foto: J. van den Buijs
Over het boek
.
Titel Een Schricklijck Jaer – De oorlog van 1672 in het noordoosten van de Republiek Auteur Ineke den Hollander Uitgever Van Gorcum Prijs 25 euro (288 /blz.)