De acteurs repeteren op het binnenplein van het Gevangenismuseum, terwijl om hen heen aan het decor en het horecaplein wordt gewerkt. Foto: Rens Hooyenga
De grote tribune staat klaar. Acteurs repeteren, de timmerman werkt aan het decor en ondernemers bespreken wat ze nog te doen staat. Over een week is het zover: dan barst in Veenhuizen een nieuwe ‘pauperzomer’ los.
Heftrucks rijden af en aan met podiumdelen, in het museumcafé wordt druk vergaderd en terwijl rondom hen het decor wordt afgemaakt repeteren de acteurs dinsdag voor het eerst op het binnenterrein in Veenhuizen. Vanaf dinsdag 6 juni worden hier een zomer lang zo’n vijftig voorstellingen van de succesvolle theaterproductie Het Pauperparadijs opgevoerd. De ticketverkoop gaat nu heel hard, zegt producent Wolter Lommerde. „We zijn al over de helft van de beschikbare capaciteit.”
Verademing
Voor Lommerde is het een verademing om nu in Veenhuizen te zijn. Op het laatste moment kwamen alle benodigde vergunningen rond. In 2016 en 2017 was het plein ook al decor van de musical die is gebaseerd op het gelijknamige boek van Suzanna Jansen. De editie van vorig jaar moest worden afgeblazen door de veranderde stikstofmaatregelen en in 2020 en 2021 gingen de geplande voorstellingen niet door vanwege corona.
„Hier doe je het voor”, zegt de producent. „Het is een mooi moment als de cast hier aankomt en je aan de slag kan.” Aan de productie werkt een groep van 15 acteurs mee. De afgelopen weken repeteerden ze in een studio in Almere. De meeste rollen worden door twee acteurs gespeeld, waardoor niet alle spelers de hele zomer in Veenhuizen zijn. Alleen Debbie Korver (apothekeresThea Toorop in de voorstelling) en Whitney Sawyer (Aagje) blijven tot het einde van de reeks. De Amsterdamse actrices verblijven praktisch achter de tribunes, in de vakantiehuizen van het Gevangenismuseum.
De voorbereidingen voor een nieuwe reeks Pauperparadijs zijn in volle gang. Foto: Rens Hooyenga
Schandalig veel spullen
„We kwamen hier met schandalig veel spullen aan”, zegt Sawyer opgetogen. Ze laat een foto zien van een bestelbus vol koffers. „Ik heb al een badmuts aangeschaft en ben van plan te gaan zwemmen.” „Ik wil een fiets kopen!”, valt Korver haar bij. „Ik heb me ontzettend verheugd op de rust en het buiten zijn. Maar het is gewoon wennen aan de stilte hier.”
Korver, die ook in Carré meespeelde, vindt het geweldig om de voorstelling buiten te spelen, in het dorp waar het verhaal zich afspeelt. „En hier kunnen zoveel mensen komen, we spelen straks voor duizend man. Heel vet”, zegt Sawyer, die voor het eerst meedoet.
Nieuwe wandeling over Pauperparadijs
Even verderop, in hotel Bitter & Zoet, moet eigenaresse Loes Talens al veel nee verkopen. „De weekenden zijn volgeboekt, mensen beginnen nu de woensdag en donderdag te ontdekken”, zegt ze. Haar hotel biedt gasten van Het Pauperparadijs de mogelijkheid om te dineren voor de voorstelling. Daarna volgt een tweede dinerronde en dat werken in twee shifts vergt de nodige voorbereiding. „Het personeel weet precies wat ze moeten doen, maar het is lastig om genoeg mensen te vinden”, zegt ze.
Veenhuizer gids Peter Bos heeft in samenwerking met het Gevangenismuseum een nieuwe wandeling rondom Het Pauperparadijs opgezet. „Op die manier kunnen bezoekers wat meer verdieping aanbrengen.” Qua geschiedkundige invulling valt er op de voorstelling namelijk nog wel wat af te dingen, vindt de gids. „Als je door het perspectief van de huidige wereld naar de gestichten in Veenhuizen kijkt is het doffe ellende. Maar er zijn ook veel onderzoeken waaruit blijkt dat wezen in Veenhuizen beter af waren dan in een stads weeshuis. Ze volgden hier bijvoorbeeld verplicht een opleiding.”
Horeca werkt samen
Terug naar het binnenplein van het Gevangenismuseum. Daar is, naast het decor, ruimte voor een grote horecatent. Voor het eerst nemen Veenhuizer horecaondernemers dat samen met het Gevangenismuseum voor hun rekening. In de tent komen foodtrucks van Maallust en Kaaslust, Piepers en Paupers staat ernaast.
In het museumcafé zijn evenementencoördinator van het Gevangenismuseum Eileen Strik en productieleider van Het Pauperparadijs Frederique Nijman druk in overleg. „We moeten wel echt accepteren dat dit een andere editie is dan de eerdere”, zegt Nijman. „De wereld is anders dan een paar jaar geleden.” Lichtvervuiling is een onderwerp, net als de strenge stikstofnormen. Vanwege het laatste wordt er bijvoorbeeld alleen nog gewerkt met ledlampen.
Aanpoten
Doordat de vergunningen ook dit jaar op het allerlaatste moment rondkwamen is het aanpoten geblazen. „De horecatent op z’n plek krijgen en inrichten is op dit moment de belangrijkste uitdaging”, zegt Strik. De tent staat op een andere plek dan bij de eerdere edities, in een poging de overlast voor omwonenden te beperken. Want hoewel cast, ondernemers en bezoekers uitkijken naar de nieuwe editie is een drukke, lawaaiige zomer voor de naaste buren geen pretje.
Strik en Nijman hebben er wel heel veel zin in. „Ik heb begrepen dat elke avond wordt afgesloten met een Maallust-biertje, daar kijk ik naar uit. Sowieso heb ik zin om in een soort pauperbubbel te zitten”, zegt Nijman.
Strik: „Ik heb alle voorstellingen meegemaakt, op twee na. Je wordt echt familie van elkaar, het is heel bijzonder om hier onderdeel van te zijn.”