Leerlingen op ISK Assen leren over de kaart van Nederland. Rechts docente Alina Korbmacher, die zelf ook uit Oekraïne komt. Foto: Marcel Jurian de Jong
De Internationale Schakelklas in Assen is verdriedubbeld. Leerlingen uit Oekraïne, Syrië, Afghanistan en Eritrea krijgen samen les. Hoe gaat dat?
Ze vallen toch op, de foto’s van Geert Wilders en Thierry Baudet. Leiders van anti-immigratiepartijen hangen aan de ramen in het burgerschapslokaal op de Internationale Schakelklas aan de Merwedestraat in Assen, samen met koppen van andere lijsttrekkers uit de Tweede Kamer. „Wij vinden het belangrijk dat leerlingen leren wat een democratie is”, licht docent Rianne Siekman toe. „De nieuwkomersleerlingen moeten weten dat we hier onze mening mogen geven.”
Op dit moment is de klas bezig met het thema ‘werk’. Razend interessant, want dat houdt ze zelf ook bezig. Ze bekijken het hele proces, van vacature tot contract. Siekman legt de kinderen uit dat je tijdens een sollicitatiegesprek elkaar aankijkt en een hand geeft. Dat een leerling na de les op Siekman afstapt met de mededeling: „Ik heb mijn cv opgestuurd en werk nu bij de Albert Heijn”, doet haar glunderen.
Leerlingen in het burgerschapslokaal van de Internationale Schakelklas in Assen. Oekraïens docente Alina Korbmacher geeft hier les. Foto: Marcel Jurian de Jong
In een klaslokaal even verderop spreekt leraar Johan Wibbens met de leerlingen over de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Op het bord staat de vraag: ‘Is het eerlijk dat Nederland rijk is geworden?’ Wibbens legt het begrip ‘winst’ uit. „Ik koop iets voor 1 euro en verkoop het voor 10.000. Hoeveel winst heb ik?” In zijn beste Nederlands antwoordt een jongen van Syrische komaf. „Negenduizendnegenhonderdnegenennegentig.” Halverwege blijf hij in al die ‘g’s’ hangen.
Motivatie voor het Nederlands
Voor veel leerlingen op deze Internationale Schakelklas ligt de toekomst in Nederland. Op de taal doen ze hun stinkende best. Toch zit niet iedereen hetzelfde in die wedstrijd. Zahar, Misha, Timofiy en Lera, vier 13-jarige Oekraïners, staan op de gang te kletsen. Bij de vraag hoe gemotiveerd ze zijn om Nederlands te leren, reageert Lera „zo-zo”. Ze zwaait met de handen twijfelend in de lucht. Via Google Translate laat het groepje weten eigenlijk heel graag terug te willen naar het thuisland.
Maar hoe lang duurt dat nog en wat is ervan over? Veel Oekraïense kinderen hebben het er moeilijk mee, zegt docente Alina Korbmacher, die zelf ook uit Oekraïne komt. „Ik vraag de leerlingen nooit naar hun motivatie of hun beslissing om hier te blijven. Die kan veranderen met de dag, net als de oorlog. Veel leerlingen leven letterlijk in twee landen. Dit wordt de grootste uitdaging uit hun leven, die ze nooit zullen vergeten. Dat weet ik zeker.”
Evelien Hoekstra, die als ondersteuningscoördinator de intakes doet, merkt dat deze leerlingen met één been in Oekraïne staan. „Als de oorlog morgen voorbij is, gaan ze meteen terug. Ga je dan je best doen om de Nederlandse taal te leren? Niet iedere leerling is gemotiveerd.”
De 14-jarige Oekraïense leerling Julia is dat wel, vertelt het meisje op de gang. „Voor alles weer thuis is opgebouwd, zijn we een jaar verder.” Maar uiteindelijk wil ook zij graag terug.
Dramales
Zo lopen al die nieuwkomers met hun verdriet, trauma’s en vragen door de school. Om al die gevoelens te kunnen uiten en verwoorden zijn de dramalessen van groot belang. In het dramalokaal gooit docente Lotte Visser een veelkleurig balletje rond in de kring. Als je ‘m vangt, mag je vertellen welke emotie je hebt. De reacties variëren: moe, blij, verdrietig en boos. Soms is het lastig om het goede woord te vinden. „Ik voel me mwah”, zegt een meisje. Een jongetje: „Ik ben… huilen.”
Karin Zwiers is directeur van de Internationale Schakelklas Assen. De school heeft vanwege de extra aanwas aan Oekraïners inmiddels twee vestigingen: aan de Merwedestraat en de Industrieweg in Assen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het gaat ISK-directeur Karin Zwiers aan het hart. „Toen ik hier begon in 2016 was het voor mij ook een ver-van-mijn-bedshow. Totdat ik tegenover de mensen zat. Een vader vertelde dat hij met zijn blote handen een kind onder zijn gebombardeerde huis vandaan haalde. De emoties die je voelt zijn universeel. Wij hebben 300 kinderen met zo’n verhaal.”
Zij hoopt dat de ogen in Nederland open gaan voor deze doelgroep. Niet alleen voor de Oekraïense, maar voor álle nieuwkomers. „Ze hebben dezelfde dromen als Nederlandse kinderen: willen dokter of profvoetballer worden en verliefd worden. Het is in de war geschopt door oorlog die volwassenen maken. Ze hebben hier niet om gevraagd, dit overkomt hen.” Zulke bewustwording helpt Nederland, zo hoopt Zwiers, bijvoorbeeld om universele kinderrechten te respecteren, ook op plekken als Ter Apel.