Pieter van Geel (rechts) samen met Jacques Wallage, als kwartiermaker van de Dialoogtafel in 2014. Links oud-commissaris Max van den Berg. Siese Veenstra
Zoveel ellende, zoveel commissies in het aardbevingsgebied. Onder leiding van oud-Tweede Kamerlid Pieter van Geel wordt onderzocht hoe het kan dat Groningers met vergelijkbare aardbevingsschade niet altijd hetzelfde worden behandeld qua schadeafhandeling en versterking van hun huizen. Rond de zomer moet er een advies liggen.
Meneer Van Geel, ik zou bijna beginnen met een diepe zucht en de opmerking ‘wéér een commissie’.
,,Ja, dat kan ik me heel goed voorstellen. Maar misschien is het goed om ons straks pas te beoordelen, als we ons advies klaar hebben. Er ligt natuurlijk wel een probleem dat opgelost moet worden. En deze commissie is niet een afstandelijke commissie die even in Den Haag bedenkt wat er zou moeten gebeuren. Behoudens ikzelf zijn de leden afkomstig uit het Groningse en zeer nauw betrokken en gemotiveerd om oplossingen te zoeken voor het verschillenvraagstuk dat er ligt.’’
Wie zijn de leden van de commissie Verschillen Groningen?
De commissie Verschillen Groningen is in het leven geroepen naar aanleiding van een advies van Bernard Wientjes over de zogenoemde dorpenaanpak en een motie van Tweede Kamerlid Agnes Mulder (CDA).
In de commissie zitten, naast Pieter van Geel, een aantal bekende Groningse gezichten. Susan Top (voormalig secretaris Groninger Gasberaad), Jelle van der Knoop (voormalig voorzitter van de Groninger Bodem Beweging), Maarten Ruys (voormalig voorzitter stuurgroep Zorg in de aardbevingsregio) en Herman Bröring (hoogleraar Bestuursrecht aan de RUG).
Voormalig Tweede Kamerlid en oud-staatssecretaris Pieter van Geel (CDA) was eerder lid van de commissie Meijer die na de beving bij Huizinge (2012) aanbevelingen deed over de toekomst van en compensatie voor het aardbevingsgebied. Oud-commissaris van de Koning Max van den Berg eiste kort daarna 1 miljard euro. Van Geel was ook kwartiermaker van de Dialoogtafel (2014) en zat in de commissie Meijdam (2015) die de minister van Economische Zaken moest adviseren over hoe om te gaan met de risico’s van de aardgaswinning.
Is het niet treurig dat we zoiets nodig hebben als een commissie Verschillen Groningen?
,,Ja, ik reageer hier maar even neutraal op. Ik denk dat onderschat is wat het betekent als je je beleid wijzigt. De een valt dan ergens net buiten en de ander er net binnen. Dat grijpt in op gemeenschappen, dorpen. En het is onze taak om te kijken hoe we daar iets aan kunnen doen. We willen in ieder geval in beeld brengen hoe het in elkaar zit. We hebben een e-mailadres – secretariaat@commissieverschillengroningen.nl – waarop mensen ons situaties kunnen schetsen die ons meer inzicht kunnen geven. Overigens, we zijn er niet om individuele gevallen op te lossen, laat daar geen misverstand over verstaan.’’
U gaat eerst inventariseren welke niet uit te leggen en onaanvaardbare verschillen er zijn en daarna gaat u een oplossing bedenken. Hoeveel tijd hebt u?
,,Staatssecretaris Vijlbrief heeft aan de Tweede Kamer aangegeven dat ongeveer drie maanden tijd is voor dit hele traject. Hij zet er heel veel druk op.’’
Dat wordt zweten.
,,Nee, het wordt gewoon hard werken. En rond de zomer – zo bouw ik even voorzichtig wat marge in – moet ons advies klaar zijn. Kijk, ons werk speelt natuurlijk een rol bij de verdere vormgeving van de reactie van het kabinet op de parlementaire enquête. Daar ligt ook druk op, om in mei de eerste reactie te kunnen geven.’’
Wat vindt u er van dat een reactie tot dusverre is uitgebleven?
,,Daar hoef ik helemaal niks van te vinden. Eerst is er een debat tussen de Kamer en de enquêtecommissie. En ik neem aan dat het kabinet rekening houdt met allerlei reacties die nu uit de regio komen. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: een goed doorwrochte en financieel goed onderbouwde reactie lijkt me beter dan een algemeen antwoord.’’
Uw werk gaat bijdragen aan de reactie van het kabinet, in de zin van: en zó gaan we een deel van de problemen aanpakken?
,,De bedoeling is dat we dit zoveel mogelijk zwaluwstaarten, zoals dat heet. Het in samenhang brengen.’’
Mensen zullen ‘zwaluwstaarten’ lezen en denken: wat heb ik daar in vredesnaam aan? Los het op dat ik anders word behandeld dan de buurman. Wanneer komt daar concrete actie voor?
,,Ja. Daar kan ik nog niet op vooruit lopen. Verschillen die niet uitlegbaar zijn en maatschappelijk niet aanvaardbaar zijn moeten we oplossen. Liever morgen al of zelfs nog vandaag. Maar ik denk dat iedereen wel snapt dat we eerst even kijken hoe we dat gaan doen. Het is al winst – in dit moeilijke dossier – dat er zoveel aandacht voor is.’’
Gaat u opschrijven wat oplossingen kúnnen zijn, of wat de oplossing straks móet zijn? Hebt u voldoende strepen op de mouw?
,,Onze commissie gaat geen twintig verschillende varianten adviseren, we gaan opschrijven wat in onze ogen moet gebeuren.’’
En dan gaat u er van uit dat dat een zwaarwegend advies is aan het kabinet.
,,Daar kies je heel goeie woorden voor. Correct.’’
U was kwartiermaker van de Dialoogtafel. De enquêtecommissie concludeerde dat die Dialoogtafel mislukt is. Deze commissie gaat slagen?
,,Als dat niet de overtuiging was, deed ik het niet. Het is moeilijk, hè. Laten we dat voorop stellen. En het is niet dat we zomaar even iets opschrijven. We zijn gemotiveerd. We zijn onafhankelijk. De noodzaak is er. Dus we hebben wel enig vertrouwen dat als we een advies schrijven, dat het dan impact heeft.’’